Persberichten
Dioxine gevonden in veevoer
11 februari 2003 - De afvoer van dieren van bedrijven die veevoer
hebben gevoerd dat mogelijk met dioxine is verontreinigd, is verboden.
Dat heeft minister Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
mede op advies van de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), hedenmiddag
bepaald.
De Duitse deelstaat Thuringen ontdekte de verontreiniging na een
routinebemonstering. Het betreft een partij bakkersafval, dat gebruikt
wordt als mengproduct bij veevoeder. Van het meel dat op het
betreffende bedrijf na bemonstering is geproduceerd, is voor zover nu
bekend circa 100 ton Nederland binnengebracht als grondstof voor
diervoeder. Het meel is in elk geval geleverd aan drie
mengvoederbedrijven en aan één veehouderij die zelf mengvoeders
produceert. Het mengvoeder is vervolgens aan veehouderijbedrijven
doorgeleverd. Inmiddels is het grootste gedeelte van de partij
vermengd of aan het vee gevoerd. Minister Veerman heeft de VWA en de
Algemene Inspectie Dienst (AID) verzocht monsters te nemen van zowel
het voer als van de dieren.
Dioxine is een voor de volks- en diergezondheid gevaarlijke stof.
Zolang niet duidelijk is of de partijen meel en de daarvan
geproduceerde mengvoeders een reëel risico vormen, moet voorkomen
worden dat de dieren op de bedrijven waaraan dit meel of voeder is
geleverd, in de consumptieketen terechtkomen. Pas als duidelijk is dat
de dieren vrij zijn van dioxine, zal het afvoerverbod van de dieren
kunnen worden opgeheven. Dit geldt dan ook voor de producten van die
dieren.
Regeling maatregelen vee dioxine in mengvoeder
11 februari 2003
No. TRCJZ/2003/1506
Directie Juridische Zaken
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport;
Gelet op de artikelen 98, eerste en derde lid, en 99A van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
BESLUIT:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
b. diervoeder: producten van plantaardige of dierlijke oorsprong in
natuurlijke staat, vers of verduurzaamd, afgeleide producten van
de industriële verwerking van deze producten, alsmede organische
of anorganische stoffen, al dan niet gemengd, met of zonder
toevoegingsmiddelen en bestemd voor dierlijke voeding langs orale
weg;
c. schadelijke stof: stof als bedoeld in artikel 2;
d. minister: Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;
e. dieren: vee en pluimvee.
Artikel 2
Als schadelijke stof als bedoeld in artikel 98 van de wet wordt
aangewezen:
a. broodmeel, geproduceerd sinds 4 december 2002, afkomstig van
Trockenwerk Thüringen GmbH, te Apolda, Thüringen, Duitsland, in
Nederland gebracht door Velthof Veevoeders BV te Borne;
b. diervoeder, waarin broodmeel als bedoeld in onderdeel a is
verwerkt, geproduceerd door:
1. Coöperatie Arkenvaart te Markelo;
2. Coöperatie de Valk te Lunteren;
3. Olde Elberink te Geesteren.
Artikel 3
1. Dieren die een schadelijke stof hebben opgenomen, of ten aanzien
waarvan dat wordt vermoed, worden op het bedrijf waarop zij worden
gehouden opgestald of opgehokt.
2. In afwijking van het eerste lid mogen de dieren het bedrijf
verlaten indien de minister hiervoor toestemming heeft gegeven.
3. Het eerste en het tweede lid zijn niet van toepassing indien:
a. is gebleken dat de dieren weer vrij zijn van de schadelijke
stof, of
b. het tegendeel van het vermoeden, bedoeld in het eerste lid,
is gebleken.
Artikel 4
De van de dieren, bedoeld in artikel 3, eerste lid, afkomstige
producten, voorzover aanwezig op het bedrijf waar de dieren worden
gehouden, mogen het bedrijf slechts verlaten indien de minister
hiervoor toestemming heeft gegeven.
Artikel 5
De directeur van de Algemene Inspectiedienst is gemandateerd om namens
de minister toestemming te geven als bedoeld in de artikelen 3, tweede
lid, en 4.
Artikel 6
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling maatregelen vee dioxine
in mengvoeder.
Artikel 7
Deze regeling treedt onmiddellijk na de bekendmaking via de pers en
het internet in werking.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden
geplaatst.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Toelichting
Bij een routinebemonstering op 4 december 2002, uitgevoerd door de
Duitse autoriteiten, is een grote hoeveelheid dioxine in het meel
aangetoond. Van meel dat op dit bedrijf na 4 december is geproduceerd
is circa 100 ton als grondstof voor diervoeder binnen Nederland
gebracht door Velthof Veevoeders BV te Borne. Het meel is in elk geval
geleverd aan drie mengvoederbedrijven en één veehouderij waar zelf
mengvoeders worden geproduceerd.
Dioxine is een voor de volks- en diergezondheid gevaarlijke stof.
Zolang niet duidelijk is of de concrete partijen meel, en de daarvan
geproduceerde mengvoeders een reëel risico vormen, is het van belang
te voorkomen dat de dieren op de bedrijven waaraan dit meel of voeder
is geleverd, in de consumptieketen terechtkomen. Onderhavige regeling
strekt ertoe de afvoer van dieren van het bedrijf te verbieden
(artikel 3, eerste lid). Artikel 98 van de Gezondheids- en welzijnswet
(hierna: wet) voorziet in de bevoegdheid om dergelijke regels vast te
stellen.
Het verbod heeft niet alleen betrekking op dieren waarvan zeker is dat
zij verontreinigd voeder hebben gekregen, maar op dieren waarvan dat
wordt vermoed. Eerst als het tegendeel is gebleken, of als is
vastgesteld dat de dieren weer vrij zijn van dioxine, is het
afvoerverbod niet langer van toepassing (artikel 3, derde lid). Zolang
het afvoerverbod geldt, geldt een zelfde verbod voor de van de dieren
afkomstige producten (artikel 4).
Omdat het onder omstandigheden gewenst kan zijn om dieren toch van
het bedrijf af te voeren, is in artikel 3, tweede lid voorzien in de
mogelijkheid om met toestemming van de Minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij de dieren, en ook de dierlijke producten, van
het bedrijf af te voeren. Op grond van artikel 98, vijfde lid, van de
wet kan de toestemming onder beperkingen worden verleend, en kunnen er
voorschriften aan worden verbonden.
Als schadelijke stof in de zin van artikel 98 van de wet wordt niet
alleen het diervoeder -waaronder ook mengvoeder wordt verstaan- waarin
het verontreinigde bakkersmeel is verwerkt aangewezen, maar ook het
bakkersmeel zelf (artikel 2).
Artikel 5 voorziet in een mandatering van de directeur van de Algemene
Inspectiedienst om in dit concrete geval toestemming tot afvoer te
verlenen.
Het is van groot belang dat het afvoerverbod zo snel als mogelijk van
kracht wordt. Met het oog daarop is ervoor gekozen deze regeling
onmiddellijk na bekendmaking via de pers en het internet, in werking
te laten treden. Artikel 99A van de wet voorziet in deze mogelijkheid.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ,
Pers
---