Arnhem, 11 februari 2003
Fraudeonderzoek Gelderland: OM besluit tot strafvervolging
De officier van justitie in Arnhem heeft naar aanleiding van de
uitkomsten van een onderzoek van de Rijksrecherche naar mogelijke
fraudehandelingen bij de provincie Gelderland besloten een drietal
verdachten te vervolgen.
Het betreft hier een 53-jarige voormalig gedeputeerde, een 51-jarige
(ex-) ambtenaar van de provincie en een 55-jarige (ex-) directeur van
een besloten vennootschap, waarbij het vormgeven van het
evenementenbeleid van de provincie Gelderland werd uitbesteed.
Naar aanleiding van de aangifte, ter zake van valsheid in geschrift,
namens Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland gedaan, heeft
de Rijksrecherche een diepgaand onderzoek ingesteld naar de mogelijke
strafbare feiten. In de aangifte werd met name gesproken over
schriftelijke bescheiden, die zouden zijn voorzien van een valse
handtekening van de Commissaris van de Koningin.
In dit onderzoek is ook het door de provincie gevoerde
evenementenbeleid betrokken. De uitvoering van dit evenementenbeleid
was uitbesteed aan een besloten vennootschap van bovengenoemde
55-jarige persoon. Uit het onderzoek bleek dat bij herhaling valse
handtekeningen van de Commissaris van de Koningin zijn geplaatst onder
borgstellingen voor geldleningen door een bank ten behoeve van het uit
te voeren evenementenbeleid.
Uit het onderzoek is de verdenking gerezen dat de voormalig
gedeputeerde, die verantwoordelijk was voor het provinciale
evenementenbeleid, zich schuldig heeft gemaakt aan het plegen van
valsheid in geschrifte door het (doen) opstellen van brieven waarvan
de inhoud strijdig is met de waarheid, alsmede aan het aannemen van
giften.
De 51-jarige (ex-) ambtenaar wordt ervan verdacht valse handtekeningen
van de Commissaris van de Koningin te hebben geplaatst, alsmede
brieven te hebben opgesteld waarvan de inhoud strijdig is met de
waarheid, maar ook giften te hebben aangenomen.
De 55-jarige (ex-) directeur van een besloten vennootschap wordt
verdacht van poging tot omkoping van een ambtenaar alsmede van het
gebruikmaken van valselijk opgemaakte geschriften.