Verslag van de openbare vergadering van de raadscommissie Grondgebied,
gehouden op dinsdag 11 februari 2003 in het kantoor van
Woningbouwvereniging Patrimonium te Barendrecht
Aanwezig: mevrouw W.S. Batenburg-van Veen (voorzitter), de heren C. de
Kreek (griffier), M. de Graaf, J.B. de Jager, S.D. Kelder, P.J.
Kleinjan, M. van Kruijsbergen, D. Vermaat, de dames I.C. Monhemius-Van
der Veen (leden) en P.V.M. Utberg-van Klaveren (notuliste).
Tevens aanwezig: de heren C. Silvis, P. van Vugt (wethouders) en W.
Abels (gemeente Barendrecht).
Afwezig met kennisgeving: de heren A. Aarssen, Joh. van Harten, J.T.
IJzerman, B.J. Nootenboom, K.J. Orsel en mevrouw C.W. Righolt-Dam
(leden).
---
---
1. Opening en mededelingen
De voorzitter
opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom.
a. Inventarisatie van de insprekers
Voor agendapunt 3 heeft de heer Campen zich als inspreker gemeld.
Voor agendapunt 7 hebben de heer Van Buren, de heer De Lange, de
heer Groenenboom, de heer Penon, de heer Hooimeijer, de heer
Laverman en de heer Breusers zich als inspreker gemeld. Tevens is
er met betrekking tot agendapunt 7 een brief van dansschool
Jacques en Mary ontvangen (zie bijlage 1); zij kunnen vanavond
namelijk niet aanwezig zijn om in te spreken. Hoewel deze brief
formeel niet als inspraak beschouwd mag worden, kan hij misschien
toch meegenomen worden in de overwegingen.
b. Inventarisatie van de rondvraag
Er wordt door niemand gebruik gemaakt van de rondvraag.
c. Vaststelling agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
d. Actualiteiten
Er zijn geen actualiteiten te melden.
e. Overige huishoudelijke mededelingen
Er zijn geen overige huishoudelijke mededelingen.
1. Vaststelling verslag van de openbare vergadering van 14 januari
2003
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
2. Planschadeverzoek Klaproos 33
De heer Campen
spreekt in (zie bijlage 2). Met betrekking tot de jaren 1992 tot
1994 merkt spreker op dat het plan Nieuweland, dat door wethouder
Kok was voorgesteld, destijds door de raad is aangenomen. Met
betrekking tot de jaren 1994 tot heden merkt spreker op dat de
Raad van State op 19 juni 2002 een uitspraak heeft gedaan waarin
spreker uiteindelijk zijn gelijk heeft gekregen. De procedure van
19 juni 2002 tot heden is in bijlage 2 opgenomen. Er waren twee
zaken van belang, namelijk de vaststelling van het schadebedrag en
de datum van ingang van de waardevermindering. Over de datum
ingang waardevermindering hebben de wethouder en spreker, zoals in
het SAOZ-rapport staat, overeenstemming bereikt. Het gaat derhalve
nu om de vaststelling van het schadebedrag. Spreker merkt met
betrekking tot de SAOZ-adviezen op, dat het in de laatste stukken
lijkt alsof de SAOZ één advies heeft uitgebracht. Niets is echter
minder waar; voor dat laatste advies van de SAOZ zijn er drie
adviezen uitgebracht door de SAOZ, namelijk in 1995, in 1997 en in
1998. Die adviezen zijn door de Raad van State allemaal van tafel
geveegd. Inhoudelijk waren ze dus onjuist. Met betrekking tot de
inhoud van het laatste SAOZ-advies en het advies van 1995 merkt
spreker op dat bij het onderzoek door de SAOZ in 1995 naar de
woning van spreker de heer Benraad en de heer Kramer aanwezig
waren, maar dat de heer Kramer niet in staat was de woning
inwendig te onderzoeken, omdat het zijn eerste werkdag na een
longoperatie was. De heer Benraad heeft dat toen gedaan. Dit is
later schriftelijk door de SAOZ erkend, waarbij werd opgemerkt dat
de heer Benraad voldoende kennis had om dat ook te kunnen doen.
Met betrekking tot het laatste SAOZ-advies merkt spreker op dat de
heer Huizinga de woning niet inwendig heeft bekeken, omdat de
woning inmiddels voor de tweede maal verkocht is, maar de waarde
alleen heeft bepaald aan de hand van de uitwendige kenmerken. Met
betrekking tot de waardevermindering merkt spreker op dat
gedurende de procedure jarenlang vanaf de zijde van het
gemeentebestuur en de ambtelijke ondersteuning gezegd is dat er
geen sprake is van artikel 1 van de grondwet; er is geen sprake
van een gelijkheidsbeginsel. De bewoners aan de Talmaweg en de
Dorpsstraat hebben echter wel allemaal een vergoeding ontvangen
ter zake van waardevermindering van de woning in verband met
artikel 49 van de WRO. Een vergelijking tussen Klaproos 33 en de
bewoners die er thans nog wonen en die een bedrag van f 10.000,00
hebben geaccepteerd, gaat niet op, want dat is een hele andere
situatie; deze mensen zijn hun penvoerder en hun woordvoerder
kwijtgeraakt toen spreker is verhuisd naar Nieuweland. Zij hebben
de schadevergoeding van f 10.000,00 geaccepteerd met daarbij een
brief dat ze, als spreker een hoger bedrag zou krijgen, dit ook
wilden hebben. Omdat zij echter nooit bezwaar hebben aangetekend,
hebben zij al hun rechten verspeeld. Spreker merkt op dat in het
rapport van de SAOZ wordt aangegeven dat er een zeer geringe
waardevermindering van de woning is. Hij heeft hier een bepaald
andere mening over en heeft dit ook aan de heer Silvis duidelijk
gemaakt. Spreker toont foto's van de situatie voordat er sprake
was van het bestemmingsplan Nieuweland en de situatie hoe het er
nu uitziet. In het SAOZ-rapport is dit niet opgenomen. Er wordt
wel gesproken over een appartementengebouw aan de Mandolinehof,
maar dat ligt er nog achter. Het kruispunt lag feitelijk alleen
bij het appartementengebouw. De 2/1-kappers die er gebouwd zijn,
zijn gebouwd op voorstel van de bewoners van de Klaproos. Met
betrekking tot het bedrag van de waardevermindering merkt spreker
op dat volgens het rapport van de SAOZ de waarde van de woning is
gedaald naar f 197.500,00. In 1995 is echter door de SAOZ een
rapport uitgebracht waarin de waarde werd gesteld op f 210.000,00.
Spreker vraagt zich af hoe dit kan. In 1994 was de verkoopprijs
f 210.000,00. Daar heeft spreker een jaar mee gelopen. Zijn
buurman van nummer 36 heeft bijna anderhalf jaar met twee huizen
gezeten en heeft zijn huis verkocht voor f 208.000,00; de woning
was niet te verkopen, omdat men in het ongewisse was wat er
gebouwd zou gaan worden. Met betrekking tot de makelaarsrapporten
merkt spreker op dat er een makelaarsrapport van de heer Hulscher
(beëdigd makelaar) is waarin drie waarden worden genoemd, namelijk
f 210.000,00 (executiewaarde), f 230.000,00 (herbouwwaarde) en f
240.000,00 (vrije verkoopwaarde). De SAOZ komt niet met een
makelaarsrapport; de heer Huizinga heeft noch een rapport noch
iets anders aan het papier toe vertrouwd. Het bedrag van de
waardevermindering wordt door de SAOZ gesteld op f 10.000,00.
Spreker heeft daarop geantwoord dat dit is afgestuurd op hetgeen
zijn voormalige buren gekregen hebben. Hij vindt dit geen
objectieve vaststelling. Spreker is van mening dat het
gemeentebestuur, omdat alle drie de rapporten van de SAOZ van
tafel zijn geveegd door de Raad van State, beter een andere keuze
had kunnen maken dan opnieuw de SAOZ inschakelen. Spreker heeft
aan de heer Silvis doorgegeven dat hij van de zaak af wil en
genoegen neemt met een bedrag van 15% van f 210.000,00,
vermeerderd met de onkosten die hij in de loop van de jaren heeft
gemaakt. Tijdens de vergadering van de gemeenteraad van 30
september 2002 heeft de heer Vermaat namelijk opgemerkt dat daar
waar iemand schade heeft geleden (in deze spreker) die is
veroorzaakt door een andere partij (in deze de gemeente), die
andere partij verplicht is de schade te vergoeden. Spreker deelt
mee dat hij al zijn agenda's van 1992 t/m heden bewaard heeft en
derhalve aan kan tonen wanneer hij waar is geweest, met welk
vervoermiddel, en welke kosten hij gemaakt heeft. Spreker merkt op
dat er ook gedacht kan worden aan een second opinion, dus een
derde erbij betrekken, of dat men opnieuw rond de tafel gaat
zitten teneinde te proberen er alsnog uit te komen. Tenslotte
merkt hij op dat als de commissie een besluit neemt in de lijn van
het advies van de SAOZ dit een beslissing zou zijn waarmee spreker
niet zou kunnen leven. Hij heeft de neiging zijn gelijk te willen
halen, zodat hij dan over anderhalf jaar misschien weer hier zit.
De heer Vermaat
merkt op dat voor de beantwoording van de vraag van de heer Campen
een aantal objectieve criteria nodig zijn. Spreker vraagt welke
prijs de heer Campen uiteindelijk heeft ontvangen voor de woning.
De heer Campen
antwoordt dat hij f 210.000,00 voor de woning heeft ontvangen.
De heer Kleinjan
vraagt hoe de heer Campen aan het bedrag van f 31.500,00 (15% van
f 210.000,00) komt.
De heer Campen
antwoordt dat dit een schikkingsbedrag is, dat is gebaseerd op de
drie bedragen die in het makelaarsrapport van 1994 van de heer
Hulscher worden genoemd.
De voorzitter
merkt op dat bij de gevraagde beslissing de datum 9 mei 2002,
vanaf waar de wettelijke rente berekend moet worden, gewijzigd
dient te worden in 9 mei 1994. In het eventuele raadsvoorstel zal
dit gecorrigeerd worden.
De heer Van Kruijsbergen
is van mening dat er een aantal steekhoudende zaken zitten in het
betoog van de heer Campen die op dit moment onvoldoende uit het
voorstel naar voren komen, zoals de taxatie en de waarde van de
woning. Spreker stelt derhalve voor er nog een keer nader naar te
kijken; op dit moment kan hij namelijk een onvoldoende oordeel
vellen. Naar aanleiding van de gevraagde beslissing vraagt spreker
op welk bedrag men straks in totaal uitkomt als deze gevraagde
beslissing gevolgd wordt en hoeveel dit afwijkt van hetgeen de
heer Campen voorstelt.
De heer Kleinjan
merkt op dat normaal gesproken vrij automatisch de aanbevelingen
van de SAOZ gevolgd worden, omdat die in het verleden vrij helder
zijn gebleken. In dit geval is het echter anders. Spreker merkt op
dat het, zoals de heer Campen ook zei, een lange geschiedenis is.
Destijds heeft men reeds gezegd dat de kwestie beter door
arbitrage kon worden opgelost. Dat is niet gebeurd. Toen heeft de
heer Campen zijn recht gezocht, en gekregen, bij de Raad van
State. Er bleek dus toch iets niet in orde te zijn. Het is vreemd,
en onzuiver, om dan weer de SAOZ in te schakelen, omdat ze gek
zouden zijn als ze nu op een ander bedrag uitkwamen dan destijds.
In die zin is zijn fractie voor arbitrage. De heer Campen heeft
aangegeven zich daarbij neer te willen leggen. Spreker zou
derhalve niet weten waarom men het niet zou doen. De gemeente
wordt zo voor een rechtsgang behoed die zowel puur veel geld kost
als heel veel ambtelijke tijd vraagt. Spreker is van mening dat
dit niet gedaan moet worden. Hij stelt het erg op prijs als het
college bereid is om arbitrage toe te passen of om een minnelijke
schikking met de heer Campen voor elkaar te krijgen, zodat deze
zaak binnenkort opgelost wordt. De gemeente heeft zijns inziens
een steek laten vallen; het is derhalve naar een burger toe netjes
om het soepel op te lossen, zeker als de 3 rapporten van de SAOZ
ook al van tafel zijn geveegd, want dan is er iets mis gegaan.
Spreker vindt het triest als een burger zo vasthoudend moet zijn
om zijn gelijk te krijgen. Een gemeente is er voor de burger en
niet andersom. In die zin moet een beetje coulance betracht worden
ten aanzien van de heer Campen.
Mevrouw Monhemius
kan zich vinden in de woorden van de heer Kleinjan waarin
aangegeven wordt dat men op een snelle manier tot een oplossing
moet komen. Drie keer achter elkaar een SAOZ-rapport lijkt haar
geen schoonheidsprijs verdienen. Spreker verzoekt de wethouder
derhalve hier opnieuw naar te kijken en snel tot een oplossing te
komen met de heer Campen.
De heer Kelder
vindt het ook merkwaardig dat men twee keer naar dezelfde
instantie is gegaan om het advies. Het taxatierapport zegt spreker
niet veel, omdat hij uit ervaring weet dat tien verschillende
taxateurs met tien verschillende bedragen komen. Spreker pleit
ervoor dat de gemeente probeert er via een minnelijke schikking
uit te komen en zich niet blind blijft scharen achter het
SAOZ-rapport. Hij vraagt of de heer Campen, als hij die 15%
schadevergoeding krijgt, bereid is de rente te laten vallen.
De heer Vermaat
feliciteert de heer Campen met het behalen van zijn juridische
overwinning. Op dit moment wordt gesproken over de waardebepaling.
Spreker is het eens met de opmerking dat een waardebepaling een
subjectieve zaak is; als dezelfde woning door tien mensen geschat
wordt, komen daar waarschijnlijk tien prijzen uit. Spreker is het
ook met een aantal opmerkingen van de heer Campen erg eens, onder
andere dat het wat ongelukkig is dat de SAOZ een afsluitend advies
geeft. Spreker verzoekt de wethouder te reageren op de motivering
die daaraan ten grondslag ligt. Naar aanleiding van de opmerking
van één van de commissieleden om arbitrage toe te passen,
adviseert hij de commissieleden eerst een artikel hierover uit het
VNG-magazine te bestuderen. Voordat men dit gaat doen, dient er,
uit het oogpunt van rechtszekerheid en gelijkheid naar de burgers
toe, een reglement opgesteld te worden op basis waarvan gedacht en
gehandeld kan worden. Tevens is er tegen arbitrage ook een
heleboel in te brengen; een gewone arbitrage is namelijk dat beide
partijen een bepaald bedrag betalen dat vrij hoog is, omdat
arbitrage van huis uit erg duur is, en dat degene die verliest het
totale bedrag moet betalen. Dit is voor een gewone burger vaak
niet op te brengen. Tenslotte vraagt spreker hoe lang de heer
Campen aan de Klaproos 33 gewoond heeft.
De heer Silvis
merkt op dat de heer Campen zich met een bewonderenswaardige
energie op dit dossier gestort heeft en dat hij gewonnen heeft op
het punt wat betreft de vooronderstelling die men had bij de
behandeling van het bestemmingsplan Nieuweland of het wel/niet in
werking is getreden en of het wel/niet onherroepelijk is geworden.
Derhalve wordt niet meer betwist dat de rente vanaf 1994 loopt en
niet vanaf 1998. Spreker merkt op dat de heer Vermaat gelijk heeft
met zijn opmerking dat dit iets anders is dan de waardebepaling
van de schade op die datum waarover de rente vergoed moet worden.
Het college heeft SAOZ, omdat de grondslag waarop het advies was
gebaseerd door de uitspraak van de Raad van State veranderd was,
verzocht opnieuw, met inachtneming van de uitspraak van de Raad
van State, de zaak te bekijken. Dit heeft men gedaan en men is
gekomen met een waardebepaling die door de heer Campen wordt
aangevochten. Op het moment dat de raad een uitspraak doet, wordt
uitgerekend hoe hoog het bedrag van de schadevergoeding is
vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de peildatum. De vraag
is vervolgens of arbitrage of een second opinion gevraagd wordt.
Het college voelt niet zoveel voor second opinion of arbitrage,
omdat er dan meerdere zaken zullen volgen; volgende keer komt
namelijk in deze commissie de zaak Van Gerner, waarbij men
dezelfde discussie zal meemaken en er weer gevraagd zal worden om
een second opinion. Als de raad dit echter van het college vraagt,
zal het inderdaad uitgevoerd worden, maar spreker merkt op dat als
men deze weg op gaat, men zich mengt in de bepalingen van de
waarde. Spreker merkt op dat, voordat men de formele procedures
ingaat, wel eens geprobeerd wordt om overeenstemming te krijgen en
dat dit ook weleens lukt. Hij is echter van mening dat, als men
eenmaal in die procedure zit en de officiële planschadeaanvraag is
binnen, de door de raad vastgestelde verordening gehanteerd dient
te worden. Spreker merkt op dat de heer Campen gelijk heeft met
zijn opmerking over het appartement; de gemeente heeft het
appartement drastisch aangepast en financieel gezien had dit zijns
inziens eigenlijk niet gedaan moeten worden en ook planologisch
had er best een ander appartement kunnen komen. Toen dit echter
speelde zijn die besluiten genomen. De eengezinswoningen naast het
appartement zijn inderdaad uit de discussie met de bewoners
ontstaan en aldus gerealiseerd.
De heer Campen
antwoordt op de vraag hoe lang hij aan de Klaproos 33 heeft
gewoond dat dit van 1969 tot 1995 is geweest. Hij is er weggegaan
in verband met de bouw van Nieuweland; daarvoor woonde hij er
prachtig. Spreker merkt op dat arbitrage of een second opinion van
hem niet hoeven. Spreker heeft aan de heer Silvis meegedeeld dat
hij bereid is om opnieuw met hem van gedachten te wisselen.
Spreker merkt op dat hij ook bereid is om de rente in de minne te
schikken. Tenslotte merkt spreker op dat hij het prima vindt als
de raad het voorstel van het college overneemt, maar dat men
elkaar dan in de toekomst waarschijnlijk opnieuw ontmoet.
De heer Van Kruijsbergen
merkt op dat hij de argumentatie van de wethouder, dat een second
opinion wellicht geen goed idee is, omdat er dan een soort
precedent geschept wordt en dat er dan misschien met alle zaken
een second opinion aangevraagd moet worden, opvallend vindt.
Spreker is van mening dat de wethouder het met hem eens is dat
deze zaak niet echt duidelijk is en dat er, zoals de heer Campen
heel duidelijk heeft verwoord in zijn betoog, een aantal dingen
scheef lijken te zitten. Tevens merkt hij op dat de heer Campen er
heel veel energie in heeft gestoken. Dit lijkt spreker derhalve
geen normaal planschadeverzoek. Om die reden is hij van mening dat
het, als er ook maar enige twijfel bestaat over de juistheid van
de argumentatie en van het gevraagde oordeel, geen overbodige luxe
is om er een second opinion voor te vragen. De heer Campen heeft
echter opgemerkt dat hij hier in eerste instantie geen behoefte
aan heeft en nader overleg met de wethouder wil om te kijken hoe
men eruit kan komen. Dit is voor beide partijen wellicht de meest
geëigende weg. Spreker gaat niet akkoord met het voorstel van het
college. Hij wil het overleg tussen beide heren afwachten, zodat
naar aanleiding van het resultaat daarvan wellicht alsnog besloten
kan worden tot arbitrage of een second opinion.
De heer Kleinjan
sluit zich aan bij de woorden van de heer Van Kruijsbergen.
Spreker merkt op dat men er als raad zelf bij is of men zo'n zaak
al dan niet oppakt of dat men zich neerlegt bij het advies van
SAOZ. In dit geval vindt spreker dat het advies mager is en dat
men moet proberen minnelijke schikking te krijgen.
Mevrouw Monhemius
is van mening dat het in dit geval een goede zaak is dat de heer
Campen en de heer Silvis nog een keer om de tafel gaan zitten.
Spreker gaat niet akkoord met het voorstel van het college.
De heer De Jager
merkt op dat hij akkoord gaat met het voorstel van het college.
De heer Kelder
is het met de opmerking van de heer Silvis eens dat als dit gedaan
wordt, men erop kan wachten dat het veel meer voor komt. Een jaar
of tien geleden werd er bijna nooit een planschadeverzoek
ingediend, maar tegenwoordig voelen mensen zich geroepen om voor
het minste of geringste planschade te vragen. Daarom is het heel
goed dat er beleid is gemaakt over hoe om te gaan met
planschadeverzoeken. Het is achteraf inderdaad erg ongelukkig dat
SAOZ twee keer is ingeschakeld en niet later een ander. Als men er
nu echter nog eens iemand anders naar laat kijken, zou dit voor de
bewoner ook onvoordeliger uit kunnen komen en dat is helemaal
onplezierig. Naar aanleiding van het feit dat er beleid is gemaakt
dat men SAOZ volgt, ziet spreker geen reden om, vanwege het feit
dat iemand erg vasthoudend is en zich in een dossier vastbijt,
deze persoon te belonen; dit heeft namelijk niets te maken met de
afgesproken procedure. Spreker is het eens met het voorstel van
het college, maar hij verzoekt de wethouder, omdat er in dit geval
zaken zijn die niet bepaald een schoonheidsprijs verdienen, nog
eens met de heer Campen om de tafel te gaan zitten om te kijken of
men er toch uit kan komen.
De heer Vermaat
merkt op dat een second opinion heel moeilijk wordt. Het zou dan
voor de hand liggen dat een ander bureau het doet, waarbij het
risico wordt gelopen dat er een lagere prijs uit komt; de gemeente
mag dan, in verband met het bestuursrecht waarin het laatste
rapport geldt, geen hoger bedrag betalen. Men zit dan derhalve in
een hele pijnlijke situatie. Spreker is van mening dat de
commissie aan kan geven dat zij dit rapport te mager vindt en
adviseert om een second opinion op te vragen of dat zij het
voorstel van het college volgt. Spreker is van mening dat men zich
met een minnelijke schikking op een weg gaat bewegen die uit
bestuurlijk oogpunt niet veilig is, omdat er inmiddels tientallen
van dit soort zaken per jaar aangeboden worden. Spreker gaat
akkoord met het voorstel van het college.
De voorzitter
concludeert dat alleen de CDA- en de PvdA-fractie het
collegevoorstel willen volgen, zodat zich een meerderheid aftekent
om de wethouder te verzoeken te proberen tot een minnelijke
schikking met de heer Campen te komen. Spreker vraagt of de
wethouder daartoe bereid is. In dat geval dient de uitkomst van
het gesprek afgewacht te worden en daarna in deze commissie
besproken te worden; het collegevoorstel, zoals dat nu is
geformuleerd, kan dan gevolgd worden, of er komen wellicht andere
zaken ter tafel.
De heer Silvis
antwoordt dat hij reeds diverse keren, op een prettige manier, met
de heer Campen heeft gesproken. Spreker vraagt zich af, als hij
wederom met de heer Campen om de tafel gaat zitten, waarop hij
zich moet baseren. Hij heeft derhalve behoefte om daar in het
college nog over te praten; spreker verwacht dat er, voordat het
gesprek aangegaan wordt, eerst een second opinion plaats dient te
vinden. Vanwege het feit dat er een strikte verordening is, dient
hij met een gefundeerd rapport te komen en kan hij niet in een
onderhandelingssfeer komen. Spreker merkt op dat de raad altijd
haar eigen afweging moet maken of zij het rapport al dan niet wil
volgen. Tevens merkt hij op dat waardebepaling een hele specifieke
expertise is en dat het doel van de vrager vaak cruciaal is voor
de hoogte van de waarde. Tenslotte merkt spreker op dat men dit
soort zaken nog regelmatig mee zal maken; Barendrecht is een
bijzondere gemeente, zodat er altijd bijzondere omstandigheden
zijn waarop een burger meent recht te hebben. Men wil dit derhalve
uit de emotionele sfeer halen en extern neerzetten. Het college is
op het pad van SAOZ doorgegaan, omdat dit de instantie was waar de
raad het meeste vertrouwen in had; het ging met name nog niet
zozeer over de hoogte van de schade, maar meer over de grondslag
van de schade. Over de grondslag van de schade heeft de heer
Campen volledig gelijk gekregen.
De voorzitter
vraagt of de opmerkingen van de heer Silvis nog aanleiding geven
om het ingenomen standpunt aan te passen.
De heer Kelder
merkt op dat hij het eens is met de opmerking van de heer Silvis
dat men zich op glad ijs begeeft. Spreker merkt tevens op dat er
aan deze zaak een aantal aspecten zitten waardoor zijns inziens
afgeweken kan worden van wat men normaal doet. Als de heer Silvis
zich nog eens breed oriënteert, met de heer Campen gaat praten, en
er in deze commissie op terug komt, is spreker tevreden. Het is
echter een heel gevaarlijke situatie, die absoluut consequenties
heeft en waar derhalve goed over nagedacht moet worden. Spreker
stelt het op prijs als er op korte termijn weer over dit onderwerp
gesproken kan worden in deze commissie, zodat er dan een
beslissing genomen kan worden.
De voorzitter
concludeert dat de heer Silvis dit onderwerp meeneemt naar het
college en dat de commissie de gang van zaken afwacht. Er komt
derhalve geen raadsvoorstel voor de eerstvolgende
raadsvergadering. Over de resultanten van een en ander wordt
opnieuw in deze commissie gesproken.
3. Planschadeverzoek Klaproos 46
Alle commissieleden
gaan akkoord met het voorstel van het college.
4. Planschadeverzoek Grondmolen 13
Alle commissieleden
gaan akkoord met het voorstel van het college.
5. Planschadeverzoek Gebroken Meeldijk 3
Alle commissieleden
gaan akkoord met het voorstel van het college.
6. Afsluiting Middeldijk
De voorzitter
deelt mee dat dit verkeersbesluit formeel tot de competentie van
het college behoort en dat het min of meer wellevendheid van het
college is dat deze commissie om advies gevraagd wordt. Dit is,
gezien het feit dat dit een zwaarbeladen onderwerp is, een zeer
verstandig besluit van het college.
De heer Van Buren
spreekt in. Spreker pleit ervoor de Middeldijk af te sluiten. Hij
merkt op dat de Middeldijk te druk is geworden en dat er veel te
hard gereden wordt. In 1980 is reeds geadviseerd de Middeldijk
verkeersluw te maken als de rondweg gereed zou zijn. Het plan, dat
toen door alle politieke partijen gedragen werd, heette Structuur
2000+. In 1981 werd door alle werkgroepen besloten dat de
Middeldijk qua functie helemaal niet geschikt is voor een grote
hoeveelheid verkeer. De notulen waarin dit vermeld staat, zijn nog
steeds beschikbaar. In maart 1997 kwamen bewoners van de
Middeldijk bijeen om bij de gemeente aan te kloppen om de dijk
verkeersveiliger te maken. Op 4 april 1997 zei de heer Orsel
(toenmalig wethouder) de betrokken bewoners toe dat in februari
1999 de Middeldijk zou worden afgesloten voor doorgaand verkeer.
In juni 1999 hebben de bewoners gevraagd waarom er nog niet was
afgesloten. Openbare Werken antwoordde op 30 november 1999 dat er
eerst nog een onderzoek door een commissie zou worden gedaan. Op
24 januari 2000 heeft de commissie aanvang gemaakt. Het college
van B&W heeft in september 2000 besloten tot afsluiting van de
Middeldijk. De afsluiting zou in 2001 een feit zijn. De heer
Vermaat (toenmalig wethouder) heeft gezegd dat hij "de afsluiting
zou openen". Tot hun grote ontsteltenis krijgen de bewoners op 20
juni 2001 een brief dat de afsluiting vooralsnog niet zal worden
gerealiseerd, maar dat, mocht het aantal voertuigen boven de 3.000
per etmaal uitkomen, alsnog tot knippen van de Middeldijk zal
worden overgegaan. Op 4 juli 2001 wordt besloten om alsnog één
jaar te tellen en te meten, waarbij opgemerkt werd dat als men
boven het aantal van 3.000 gemeten voertuigen per etmaal uit zou
komen, de afsluiting er alsnog zou komen, en de kanttekening dat
als er regelmatig een hogere snelheid dan 30 km p/u gemeten zou
worden, men ook tot afsluiting over zou gaan. Op 3 juli 2002
hebben de bewoners een brief ontvangen dat het akkoord was, maar
dat eerst het monitoren afgerond zou worden. Op dit moment zijn
alle tellingen voltooid en is duidelijk gebleken dat er veel te
hard wordt gereden en dat er meer dan 3.000 voertuigen per etmaal
over de dijk rijden. Er wordt derhalve aan twee voorwaarden voor
afsluiting voldaan. Er zijn vele gesprekken gevoerd op het
gemeentehuis, maar concreet gebeurt er niets. Spreker merkt op dat
men nu nog steeds geen verantwoording neemt en de afspraken met de
bewoners niet nakomt. "De bewoners" zijn degenen die getekend
hebben voor afsluiting van de dijk. Inmiddels is er een nieuw
fenomeen bij, namelijk de school aan de 3e Barendrechtseweg,
waardoor zeer veel jeugdige fietsers nu tussen gemotoriseerd,
snelrijdend, verkeer op de dijk rijden. Tevens voorkomen veel
automobilisten het wachten voor de blokken door met hoge snelheid
over de, veel te smalle, ventweg voor de woningen onderaan de dijk
te rijden. Alle voors en tegens van afsluiting zijn reeds vele
malen genoemd zijn, zodat er nu werkelijk tot afsluiten overgegaan
dient te worden. Spreker vraagt of de brieven van andere bewoners
van de Middeldijk, waarin zij aandacht vragen om de gang van zaken
aan te pakken, bij de commissie terecht zijn gekomen. Eén van de
bewoners heeft, met als referentiepunt de palen in de Middeldijk,
gemeten dat men 5 seconden doet over de 100 meter en zij merkt op
dat, in de tijd dat zij er woont, al 10x de paal omver gereden is.
De heer De Lange
spreekt in. Spreker pleit ervoor de Middeldijk open te houden.
Spreker heeft een bedrijf aan de Middeldijk en is bang dat klanten
zijn bedrijf niet meer kunnen vinden als de Middeldijk wordt
afgesloten; de afsluiting van de 2e Barendrechtseweg heeft hem ook
al verschillende klanten gekost, omdat ze de Middeldijk niet meer
konden vinden. Spreker vindt ook dat de Middeldijk druk bereden
wordt en dat er hard gereden wordt. Hij stelt voor eerst andere
middelen dan afsluiting te onderzoeken om dit tegen te gaan, zoals
bijvoorbeeld het plaatsen van flitspalen. Spreker constateert dat
de gemeente grote nieuwbouwwijken ontsluit op de oude dijken, die
daar niet op berekend zijn, en dat ze vervolgens afgesloten
worden. Molenvliet is ontsloten op de 2e Barendrechtseweg, maar
Nieuweland mocht niet via Molenvliet ontsloten worden. Spreker
stelt voor de bussluis tussen Nieuweland en Molenvliet open te
stellen voor al het verkeer teneinde de Middeldijk te ontzien.
Spreker merkt op dat hij elke dag al een kwartier aan reistijd
kwijt is, doordat de gemeente alles in een trechter stopt en men
geen kant meer op kan, en dat dit nog erger wordt door het
afsluiten van de Middeldijk. Naar aanleiding van het stuk
Middeldijk dat reeds is afgesloten, merkt spreker op dat men zijns
inziens het sluipverkeer voor de A29 niet gehad had als de
Middeldijk rechtdoor was blijven gaan, zonder afritten naar links
of rechts, van de Korte Koedoodsedijk naar de Barendrechtseweg.
De heer Groenenboom
spreekt in. Spreker pleit ervoor de Middeldijk open te houden. Hij
vraagt waarom 8 gezinnen die, voorbij de rotonde, aan de
Middeldijk wonen geen uitnodiging gehad hebben. Tevens vraagt
spreker hoeveel mensen er voor de afsluiting zijn en hoeveel er
tegen de afsluiting zijn. Spreker heeft twee percelen land aan
weerszijden van de Strausslaan. Er zitten nog meer agrariërs. Hoe
wil men dit oplossen met tractoren. Naar aanleiding van de
opmerking van de heer Van Buren dat er te hard gereden is, merkt
spreker op dat er ook te weinig is gecontroleerd op snelheid. Er
zijn zijns inziens andere maatregelen dan het afsluiten van de
Middeldijk om het verkeer te remmen. Tenslotte merkt hij op dat
uit de stukken is gebleken dat de toezegging die indertijd door de
heer Orsel is gedaan zonder goedkeuring van B&W was.
De heer Penon
spreekt in. Spreker pleit ervoor de Middeldijk open te houden.
Spreker woont anderhalf jaar in Barendrecht, leest de kranten,
ziet wat er gebeurt en constateert dat men te maken heeft een met
een gemeente die doet alsof zij geweldige pretenties heeft, maar
die niet echt kan waarmaken. Hij is beperkt voorbereid op deze
vergadering, omdat hij pas in De Schakel van afgelopen donderdag
heeft gelezen dat dit onderwerp vandaag op de agenda stond.
Spreker windt zich al een tijdje op over de verkeerssituatie
rondom de Middeldijk en met name over de hoek op de Strausslaan.
Hij was al voornemens om het spreekuur van de wethouder een keer
te bezoeken om deze zaak aan de orde te stellen, maar maakt nu van
deze gelegenheid gebruik om het in het openbaar te doen. Spreker
woont aan de Strausslaan. Als hij naar het centrum van Barendrecht
wil, bijvoorbeeld naar het gemeentehuis, moet hij een gigantische
omweg maken. Hij kan over de Middeldijk of over de rondweg. De
rondweg, die keurig is aangelegd in de bocht van de A29, kan hij
echter grote delen van de dag niet gebruiken, omdat dit een
sluiproute is voor de A29. De zuidelijke rondweg kan hij wel
berijden, maar dan komt hij bij de rotondes richting Dierenstein
vast te zitten. De Barendrechtseweg, die de meest logische route
is vanaf de Middeldijk, is in de tijd die hij er woont ongeveer
50% van de tijd afgesloten geweest wegens onderhoudswerkzaamheden
en hij heeft begrepen dat men dit de komende maanden weer gaat
meemaken. Spreker heeft zijn twijfels over of dit college van B&W
en deze gemeenteraad op een goede manier naar de
verkeersproblematiek kijken. Hij merkt op dat het een schandaal is
dat de verlichting op de Middeldijk al een week lang niet werkt,
zodat men op iedere paal kan knallen die men tegen komt. Spreker
merkt op dat hij de belangen van de aangelegen bewoners begrijpt
met betrekking tot afsluiting van de Middeldijk, maar dat hij er
zelf heel erg tegen is, omdat hij dan op geen enkele manier
richting het centrum en het gemeentehuis kan komen. Hij merkt op
dat de dijken in de polder van oudsher verbindingswegen zijn,
zodat iedereen die aan zo'n weg gaat wonen, weet dat het een
verbindingsweg is. Dat is hier echter in ernstige mate gekapt door
de aanleg van de A29, een aantal kortsluitingen en een aantal
fietspaden die erin zijn gelegd om het doorgaande verkeer te
belemmeren. Spreker ziet geen enkele aanleiding om dat korte
stukje Middeldijk nog verder in stukjes te knippen. Hij stelt voor
dat er gekeken wordt naar hoe het sluipverkeer in de spits in heel
Barendrecht verminderd kan worden en niet de Middeldijk af te
sluiten, omdat dit zijns inziens geen goede maatregel is.
De heer Vermaat
vraagt, naar aanleiding van de opmerking dat er in Barendrecht
fietspaden zijn aangelegd om het verkeer te belemmeren, of de heer
Penon een aantal van die fietspaden kan noemen.
De heer Penon
antwoordt dat hij bedoelde dat een aantal van de dijken, die de
doorgaande routes waren, tot fietspaden zijn verworden. Hij praat
dan zowel over de Middeldijk als de Voordijk in de onderdoorgangen
van de A29.
De heer Hooimeijer
pleit ervoor de Middeldijk open te houden. Spreker wil, naar
aanleiding van het artikel in de Schakel van 6 februari jl., nog
enkele argumenten/suggesties naar voren brengen inzake zijn
persoonlijke bezwaren tegen afsluiting van het genoemde gedeelte
Middeldijk. Hij pleit ervoor de ingestelde 30 km p/u zone op het
genoemde gedeelte van de Middeldijk in stand te houden. Naar
aanleiding van het feit dat er in het artikel in de Schakel stond
dat er in de gemeten periode 3.300 motorvoertuigen per etmaal zijn
gemeten, zodat de gestelde norm met 300 motorvoertuigen is
overschreden, stelt spreker dringend voor een zogenaamd
sluiprouteverbod in te stellen in de periodes van bijvoorbeeld
07.00 uur tot 09.00 uur en van 16.00 uur tot 19.00 uur met hieraan
gekoppeld strikte sancties in de vorm van politiecontroles op
handhaving hiervan. Spreker woont met de achterzijde van zijn
woning aan de Middeldijk en hij ziet vooral in bovengenoemde uren
veel sluipverkeer op de Middeldijk, wanneer de Kilweg en de
rondweg vast staan. Spreker beaamt de opmerking dat er merendeels
harder wordt gereden dan 30 km p/u. Zelf probeert hij zich te
houden aan de voorgeschreven maximumsnelheid, maar heeft vaak een
bumperklever achter zich of men probeert hem, tussen de beperkende
maatregelen, te passeren. Spreker stelt voor dat ook hierop
regelmatige politiecontrole uitgevoerd wordt en dat aan
overtreders direct boetes uitgedeeld worden. Hij merkt op dat het
omrijden via de 3e Barendrechtseweg, Kilweg, Middelweg en daarna
het stuk Middeldijk weer terug naar de Strausslaan meer dan 2
kilometer vergt en daardoor een verhoogd energiegebruik, afgezien
van het feit of men 10, 20 of 30 minuten in de file staat met
draaiende motoren, met als gevolg een milieuonvriendelijke
situatie, en niet in de allerlaatste plaats een tijdverlies dat
niet in minuten uit te drukken is. Spreker verzoekt de
raadscommissie nadrukkelijk om zijn argumenten/suggesties niet
slechts als overweging mee te nemen, maar het daadwerkelijk in de
praktijk te doen uitvoeren.
De heer Kelder
merkt naar aanleiding van de opmerking om de Middeldijk in de
spits af te sluiten op dat hij zich hier iets bij voor kan
stellen, maar dat de heer Hooimeijer zich moet realiseren dat
degenen die 's avonds uit hun werk komen dan in de file op de
Kilweg moeten gaan staan.
De heer Hooimeijer
antwoordt dat hij bedoelde dat de Middeldijk in de spits wordt
afgesloten voor sluipverkeer. Door middel van een paspoort kan men
zich identificeren.
De heer Kelder
antwoordt dat hij niet verwacht dat dit goed zal werken.
De heer Laverman
spreekt in namens de Fietsersbond. Hij pleit voor afsluiting van
de Middeldijk. Dit heeft vooral te maken met de overgang van het
Provinciaal Fietspad. Spreker is van mening dat deze stap in het
beleid van de gemeente om al het autoverkeer af te wikkelen via de
rondweg goed is voor de leefbaarheid van het dorp en dat het goed
is voor het bevorderen van het fietsverkeer. Uit de stukken blijkt
echter dat er, ook als er afgesloten wordt, hardrijders blijven,
zoals leveranciers, aannemers die verbouwingen uitvoeren en een
deel van de bewoners zelf. De huidige autoinrichting dwingt niet
echt een maximumsnelheid van 30 km p/u af en is mede daardoor
ongeschikt om menging van fietsers en de te hard rijdende auto's
te doen plaatsvinden. Dat blijft gevaarlijk. Spreker vraagt om in
alle gevallen, ook bij het besluit tot afsluiting, het
onverplichte fietspad, zoals dat er nu ligt, te handhaven.
De heer Breusers
spreekt in. Hij pleit voor afsluiting van de Middeldijk. Spreker
woont aan de Boeier. Op het stuk Middeldijk, langs de Schoener, de
Boeier en de Tjalk rijdt ook veel teveel doorgaand verkeer, waar
hij geluids- en verkeersoverlast van ondervindt. Uit studie is
gebleken dat een belangrijk deel van het verkeer op zijn gedeelte
van de Middeldijk uit de Strausslaan komt. Men rijdt linksaf de
Middeldijk op, steekt de 2e Barendrechtseweg over, vervolgt de
Middeldijk richting de Leedeweg naar NS-station, tennis, hockey,
A15, industrieterrein e.d. en men gaat via dezelfde weg weer
terug. Zijns inziens is voor dat verkeer de rondweg bedoeld. Hij
spreekt de wens uit om het sluipverkeer te voorkomen, geen
gemeenschapsgeld meer te verspillen aan slecht verlicht
slalomtrajecten en de Middeldijk af te sluiten tussen de
Strausslaan en de Barendrechtseweg; alleen zo is zijns inziens te
voorkomen dat de Middeldijk een surrogaat rondweg blijft.
De heer Vermaat
merkt op dat dit inderdaad, zoals de heer Van Buren zei, niet de
eerste keer is dat de commissie zich over dit onderwerp buigt. Het
is ook niet de enige in zijn soort, want dezelfde problematiek was
aan de orde toen gesproken werd over de opening van de bussluis
onder de A29. Ook daar heeft men de afweging moeten maken tussen
enerzijds de wens van de bewoners om zo snel mogelijk per auto van
het ene punt naar het andere punt te komen en anderzijds een
aantal aspecten, zoals de leefbaarheid van de direct omwonenden,
de verkeersveiligheid en de veiligheid bij rampen. Spreker is van
mening dat dit in het rapport van de wethouder onvoldoende is
uitgewerkt. Naar aanleiding van het feit dat in het rapport staat
dat het een collegeadvies is over de afsluiting van de Middeldijk
merkt spreker op dat het een beperkte afsluiting betreft, namelijk
voor het autoverkeer en dat de Middeldijk gehandhaafd wordt voor
het openbaar vervoer, de fietsers, wandelaars e.d. Spreker heeft
uit het voorstel opgemaakt dat de toegankelijkheid voor nood- en
hulpdiensten is veilig gesteld door het plaatsen van een blok,
zoals ook op de Dorpsstraat staat. Spreker merkt op dat de
achtergrond voor dit plan is dat indertijd bij het vaststellen van
het verkeersplan het uitgangspunt was dat de gemeente werd
ingedeeld in stroomwegen en 30 km-gebieden. De 30 km-gebieden zijn
de gebieden waarvan de primaire functie "wonen" is en waar zich op
zich geen doorgaand verkeer moet bevinden. Dit uitgangspunt is in
de verkeersveiligheidsplannen nader geconcretiseerd door de norm
aan te houden van 2700 voertuigen per etmaal. Spreker constateert
derhalve dat de toezegging van de heer Orsel indertijd is
gebaseerd op een vastgesteld beleidsplan. Naar aanleiding van de
suggestie van de heer De Lange voor flitspalen merkt spreker op
dat de gemeente het niet voor elkaar krijgt om flitspalen te
plaatsen, tenzij de gemeente ze zelf betaalt. Men praat dan over
een gigantische investering waarvan men zich af moet vragen of het
binnen de gestelde politieprioriteiten voldoende aandacht krijgt.
Naar aanleiding van de inspraak van de heer Penon merkt spreker op
dat als de dijken als uitgangspunt waren genomen voor doorgaand
verkeer, er nu een enorm verkeersprobleem zou zijn en men tot de
conclusie gekomen zou zijn dat alle woningen, inclusief de
karakteristieke boerderijen e.d. aan de Middeldijk en de hele
bewoning aan de Voordijk, gesloopt hadden moeten worden. Dat was
een enorme aanslag geweest op de cultuur van Barendrecht. Het
verkeer dat op dit moment over de Kilweg en de rondweg gaat, zou
niet op een eenvoudige wijze te verwerken geweest zijn via de
Middeldijk, Carnisseweg en Dorpsstraat-Voordijk. Naar aanleiding
van de suggestie voor een doorbraak tussen Nieuweland en
Molenvliet antwoordt spreker dat dit niet kan, omdat de wijk daar
niet op is ingericht; dit is een bewuste keuze geweest. Dit is
derhalve een oplossing waarvan het middel erger is dan de kwaal.
Juridisch heeft men zijns inziens ook geen poot om op te staan als
er een bestemmingsplanwijziging wordt ingebracht met dit doel.
Spreker merkt op dat er voor de bedrijven aan de Middeldijk een
regeling is; in individuele gevallen kan er een ontheffing worden
gegeven. Als dit niet lukt, is de gemeente gehouden een
omrijschade te vergoeden aan de mensen die een bedrijf hebben.
Spreker is het eens met de opmerking van de heer De Lange dat de
acht gezinnen voorbij de rotonde uitgenodigd hadden moeten worden.
Naar aanleiding van het voorstel van de heer Hooimeijer voor
politiecontrole antwoordt spreker dat dit niet werkt. Er is maar
één punt in de gemeente dat te handhaven is, namelijk de afslag op
de 2e Barendrechtseweg bij de begraafplaats, omdat dit vlak bij
het politiebureau is en leerlingagenten daar boetes leren opmaken.
In Buitenoord heeft men een situatie gehad waar alleen
bestemmingsverkeer rechtsaf mocht slaan. De politie had niet de
capaciteit om te controleren of iedereen die toch rechtsaf sloeg
daar inderdaad familie had wonen. De voorgestelde maatregel is
derhalve, met alle goede bedoelingen, niet te handhaven. Naar
aanleiding van de opmerking van de heer Breusers dat de Middeldijk
een sluiproute blijft als men niet tot afsluiting overgaat,
antwoordt spreker dat dit bij studies in het verleden inderdaad
gebleken is. Spreker merkt op dat er ten eerste een afweging
gemaakt dient te worden tussen enerzijds het belang om zo snel
mogelijk met de auto van het ene naar het andere punt te gaan en
anderzijds het belang van de verkeersveiligheid op de Middeldijk
zelf. De bewoners doen een legitiem beroep op het
verkeersveiligheidsplan waarin de Middeldijk als verblijfsgebied,
dus als 30 km-wijk, dus afgesloten, staat vermeld. Ten tweede
vindt spreker dat in de rapportage te weinig aandacht is gegeven
aan het gebruik van deze route voor de nood- en hulpdiensten. Als
dit aspect serieus gewogen wordt, is er voor meer belemmeringen op
de Middeldijk geen ruimte, want het is voor een ambulance of een
brandweerauto een ramp als men over een wasbord moet rijden.
Spreker verzoekt de wethouder daar nog eens naar te kijken.
Tenslotte merkt spreker op dat door de afsluiting de fysieke
leefbaarheid toeneemt vanwege een afname van geluid- en
stankoverlast. Spreker heeft deze drie argumenten afgewogen tegen
het argument van het niet omrijden en adviseert derhalve, evenals
in het verleden, deze ingreep te doen. Hij is absoluut tegen de
ingreep die als secondbest wordt aangegeven, namelijk om er een
wasbord van te maken door er 15 drempels in aan te brengen; dit is
namelijk heel slecht voor de nood- en hulpdiensten.
De heer Kelder
merkt op dat hij niet al te veel waarde hecht aan de tellingen,
omdat er geteld is in de tijd dat er aan de Barendrechtseweg of de
Kilweg gewerkt werd of als er ergens verderop een rotonde gemaakt
werd, zodat er meer verkeer over de Middeldijk reed dan normaal.
Spreker ontkent echter niet dat het te druk is op de Middeldijk.
Het aspect dat er te hard gereden wordt, is door bijna alle
insprekers naar voren gebracht. Om die reden is het onveilig en
onprettig, zodat een aantal mensen pleiten voor afsluiten. Spreker
vindt de opmerking van de heer Vermaat om te zeggen dat er een 30
km-zone ingesteld kan worden, maar dat dit toch niet te
controleren is, zodat men het maar moet vergeten, te goedkoop. Als
dit algemeen bekend wordt, wordt het in Barendrecht helemaal een
drama.
De heer Vermaat
merkt op dat de politie dit in een officieel communique heeft
meegedeeld.
De heer Kelder
antwoordt dat geprobeerd moet worden om de politie op te voeden.
Spreker stelt voor hierover op een ander moment met de politie te
praten. Hij mist het aspect dat er een hele wijk (Nieuweland) aan
de Middeldijk ligt. Als het stuk bij de Strausslaan afgesloten
wordt en er gebeurt iets op het stuk dat open is, kunnen de mensen
de wijk bijna niet meer uit; er is dan namelijk nog maar één
uitweg, namelijk de richting van de Concertweg op en dat is ook
niet goed. Er dient derhalve meegewogen te worden waar men naartoe
kan als er iets gebeurt. Spreker merkt op dat hij begrip heeft
voor de fietsers, maar dat hij inmiddels weet dat fietsers zich
over het algemeen niet aan regels houden. Spreker verzoekt de heer
Laverman derhalve de fietsers op te voeden, omdat ze, zonder
licht, overal rijden waar het niet mag. Spreker vindt dat er
maatregelen moeten worden genomen om te voorkomen dat er te hard
gereden wordt op de Middeldijk. De huidige maatregelen maken het
in zijn optiek nog veel onveiliger dan hoe het vroeger was. Er
zijn zeker maatregelen te nemen waardoor voorkomen wordt dat de
Middeldijk een racebaan is en er zijn ook maatregelen te nemen
waardoor voorkomen wordt dat er heel veel verkeer over gaat.
Spreker verwacht dat dit zich, nu de Kilweg wat beter is,
waarschijnlijk zelf oplost. Hij merkt op dat voorkomen dient te
worden dat Barendrecht bijna op slot gaat zitten en dat men in
heel veel gevallen, omdat heel veel wegen afgesloten zijn, bijna
een routekaart moet hebben om ergens te komen. Spreker is tegen
afsluiting van de Middeldijk.
De heer De Jager
merkt op dat het CDA, mede op verzoek van de bewoners van
Nieuweland, iets meer dan een jaar geleden pleitte voor het
openhouden van de Middeldijk. Voorwaarde was dat het algemeen
rijgedrag de leefbaarheid van de bewoners van de Middeldijk zou
terugbrengen. Helaas moet na een jaar experimenteren geconstateerd
worden dat het rijgedrag wel iets is verbeterd door allerlei
verkeersremmende maatregelen, maar absoluut niet lijkt op
rijgedrag in een 30 km-zone. Nog meer verkeersremmende maatregelen
en afsluiting van de ventwegen ziet spreker niet als optie, omdat
ook deze maatregelen voor de bewoners van de dijk extra hinder op
zullen leveren. Spreker merkt op dat de afsluiting van de dijk
voor veel schoolgaande fietsers een veilige situatie op zal
leveren, want in een 30 km-zone mogen fietsers zijns inziens op de
weg rijden. Spreker is voor afsluiting van de Middeldijk ter
hoogte van de Strausslaan voor het doorgaand verkeer. Op de dijk,
komend vanaf de Strausslaan richting rotonde, moet volgens spreker
nu wel iets aan de snelheidsremmende maatregelen gedaan worden,
want ook daar wonen mensen.
Mevrouw Monhemius
merkt op dat het inderdaad niet de eerste keer is dat er over de
Middeldijk gesproken wordt. Men heeft hier met tegengestelde
belangen te maken. Spreker ziet echter een hele duidelijke
toezegging aan de bewoners van de Middeldijk dat er overgegaan zal
worden tot afsluiting als het aantal voertuigen per etmaal boven
de 3.000 komt. Uit metingen is gebleken dat dit aantal inderdaad
overschreden wordt en daarbij komt dat 70% van de automobilisten
veel te hard rijdt. Naar het idee van spreker is er derhalve maar
één conclusie mogelijk, namelijk afsluiten.
De heer Kleinjan
merkt op dat de vraag van de heer Groenenboom, hoeveel mensen er
voor afsluiting zijn en hoeveel tegen, heel gevaarlijke is, omdat
er veel meer mensen in Nieuweland wonen dan aan de Middeldijk.
Spreker is derhalve blij dat zoiets niet door middel van
bijvoorbeeld een referendum wordt beslist. Voor spreker is de
veiligheid het belangrijkst; het is al een winst als er het
komende jaar één mensenleven door de afsluiting gespaard wordt.
Hij merkt op dat de Middeldijk op dit moment een racebaan is.
Flitspalen zijn inderdaad niet haalbaar en als ze er al ooit
zouden komen, worden ze waarschijnlijk binnen korte tijd vernield
met benzine of verf. Het werkt dus niet. Spreker merkt op dat hij
op zich heel blij is met de rondwegstructuur; hij is echter van
mening dat er iets gedaan moet worden met de constatering dat de
rondweg te beperkt lijkt te zijn. Spreker stelt voor, als er een
probleem komt voor het langzaam gemotoriseerd vervoer dat over de
Middelweg moet maar het eigenlijk niet mag, daar iets aan te doen.
Spreker concludeert dat er destijds heldere afspraken zijn gemaakt
over wanneer de Middeldijk afgesloten zou worden. Omdat het aantal
auto's te hoog is en de snelheden te hoog zijn, is spreker voor
afsluiten.
De heer Van Kruijsbergen
is het eens met de opmerking van de heer Van Buren dat het een
verhaal is met een lange historie. Spreker heeft het merendeel
niet helemaal meegekregen, omdat het voor zijn tijd was. Wel is
echter duidelijk dat er een aantal toezeggingen zijn gedaan aan
mensen en dat de gemeente daarbij steeds scherpe criteria heeft
geformuleerd op basis waarvan gemonitord is. Nu blijkt dat die
criteria zijn overschreden, dient de gemeente haar afspraken na te
komen en de Middeldijk af te sluiten. Het is spreker niet helder
hoe destijds de afspraken tot stand zijn gekomen en met welke
mensen de afspraken zijn gemaakt. Spreker vindt dat er in de
notitie te weinig inzicht wordt gegeven in de gevolgen van
afsluiting; in een paar regeltjes wordt gezegd dat een aantal
bewoners beperkingen gaat ondervinden, maar het wordt nergens goed
omschreven. Ook aan de veiligheid wordt zijns inziens te weinig
aandacht besteed, temeer omdat er al sprake is van een soort
doolhof rondom Nieuweland waar men soms gemakkelijk inkomt, maar
niet meer uit of vice versa. Desondanks is spreker van mening dat
verkeer zoveel mogelijk op de plek geconcentreerd moet worden waar
het thuis hoort, namelijk op de rondweg. Op dit moment is er op de
Middeldijk sprake van een onveilige situatie door de combinatie
van haastige automobilisten en obstakels in de weg. Daar moet een
einde aan komen. Afsluiten zou de verkeersveiligheid ten goede
kunnen komen. Bovendien is spreker van mening dat de Middeldijk
een zeer hoge belevingswaarde kent en primair niet voor auto's
bedoeld zou moeten zijn. Hij is er voorstander van het langzaam
verkeer meer ruimte te geven en de verblijfsmogelijkheden van de
plek te bevorderen. Spreker is derhalve voor afsluiting.
De heer Van Vugt
merkt op dat de heer Vermaat in zijn betoog veel punten naar voren
heeft gebracht die spreker ook gezegd zou kunnen hebben. Het komt
er in het kort op neer, en dat verklaart ook de beperkte opzet van
de notitie, dat er in het verleden een discussie heeft
plaatsgevonden waarbij het doel was om op grond van het
verkeersveiligheidsplan, vanuit het concept van duurzaam veilig,
dat de Middeldijk een verblijfs- en woonfunctie zou krijgen. Er is
toen gediscussieerd over de vraag of dit doel het best bereikt kon
worden door er een 30 km-zone van te maken of door de dijk af te
sluiten. Naar aanleiding hiervan is toen gekozen voor de 30
km-zone met daarbij de restrictie, die in een besluit is
opgenomen, dat er gemonitord zou worden op 3.000 voertuigen per
etmaal. Dit is de insteek geweest van deze notitie. Het jaar is
voorbij en, omdat het in het verleden in de commissie en door de
raad is behandeld, is besloten deze discussie richting de raad af
te ronden. Het besluit zelf is nog niet genomen. Er zijn veel
opmerkingen gemaakt die bij de afweging voor de besluitvorming
zullen worden meegenomen. Daarna wordt de procedure die ervoor
staat, met zienswijzen inbrengen e.d., ingegaan. Naar aanleiding
van de opmerking van de heer Vermaat over de veiligheid antwoordt
spreker dat er wordt uitgegaan van een beweegbare blocker (zoals
de bussluizen worden uitgevoerd), zodat in die zin de
toegankelijkheid van nood- en hulpdiensten gewaarborgd is. Als de
Strausslaan geblokkeerd is en er is sprake van een calamiteit, dan
kan de blocker opengezet worden, zoals overal geldt. Dan is er
sprake van een calamiteit, want de wijk zelf is ook van 3 zijden
nog te bereiken, dus in het geval dat de Strausslaan geblokkeerd
zou zijn, kan men nog aan 2 kanten de wijk uit. Naar aanleiding
van de opmerking van de heer Kelder dat de gemeente het handig
gedaan heeft wat betreft de tellingen antwoordt spreker dat de
meetmomenten willekeurig bepaald zijn. Toen dit onderwerp in de
commissie behandeld werd, is een schema overhandigd waarin een
aantal meetmomenten was genoemd. Van dat stramien is uitgegaan.
Dat de opbrekingen van de Barendrechtseweg ertussendoor zijn
gekomen, was toen niet zo in de besluitvorming meegenomen.
Bovendien is het zo dat door de afsluitingen de intensiteit op de
Middeldijk naar beneden gaat. Juist als alles open is, is de
intensiteit veel hoger. Naar aanleiding van de opmerking van de
heer De Jager over de Strausslaan en Middelweg antwoordt spreker
dat er, als tot afsluiting van de Middeldijk wordt overgegaan,
snelheidsmetingen en intensiteitmetingen gehouden zullen worden,
zodat er meer inzicht komt in de verkeerssituatie op dat gedeelte.
Naar aanleiding van de opmerking van de heer Kleinjan dat de
rondweg te beperkt is, neemt spreker aan dat hij bedoelt dat er in
de spitsperiode nogal wat verkeer staat op de Kilweg en de
Middelweg. Dit punt heeft de aandacht van het college gehad;
daarom is er een gedeelte in de notitie aan gewijd. Eind februari
a.s. worden de fly-overs weer in gebruik genomen, zodat het
positief effect daarvan op de rondwegen duidelijk moet zijn.
Spreker zegt toe dit aspect bij de uiteindelijke besluitvorming
mee te laten wegen, omdat men duidelijk de consequenties van een
en ander in kaart wil hebben. Daar is, gezien de hele procedure
die ervoor staat, ook genoeg tijd voor. Spreker nodigt de heer
Penon uit om op zijn spreekuur te komen, zodat hij van een aantal
punten die de heer Penon heeft aangesneden uit kan leggen hoe het
in elkaar steekt. Het voert namelijk te ver om dat hier te doen.
Naar aanleiding van de opmerking over de niet-functionerende
verlichting op de Middeldijk antwoordt spreker dat het hem bekend
is dat de verlichting het niet doet. Gezien de lengte van het
betreffende stuk verwacht spreker dat het een kabelstoring is. Hij
zegt toe na te gaan dat dit wordt opgepakt. De procedure is, zoals
onlangs in De Schakel heeft gestaan, dat een lampstoring binnen 10
dagen na melding verholpen moet zijn en dat er met een
kabelstoring zes weken gemoeid is, omdat er dan een ander bedrijf
mee aan de slag moet. Spreker merkt op dat het geen gemeentelijke
taak is. De gemeente is, als het gaat over de lamp, afhankelijk
van Citytec, en, als het gaat over de kabels, van Eneco.
De heer Van Buren
merkt op dat de bewoners van de Middeldijk willen dat de agrariërs
te allen tijde ruim baan blijven krijgen en dat de heer Dijker
heeft toegezegd te kijken of de Middelweg geschikt gemaakt kan
worden voor tractoren. Spreker deelt, naar aanleiding van de
opmerking van de heer Vermaat, mee dat één van de bewoners
inderdaad een schrijven heeft dat de politie geen controles
uitvoert met een besluit op 30 km p/u. Naar aanleiding van de
opmerking van de heer Kelder dat er gemeten is op ongunstige uren
merkt spreker op dat er geen enkele manipulatie is geweest; er is
zelfs gemeten tijdens de wereldkampioenschappen.
De heer De Lange
merkt op dat de rondweg verkeerd is aangelegd; die had namelijk
tegen de rijksweg aan moeten liggen, zoals deze een stukje verder
ook ligt, en zonder afslag op de Middeldijk, zodat de Middeldijk
open gehouden had kunnen worden tot aan de Korte Koedoodsedijk,
zonder dat er sluipverkeer heen komt met de bedoeling om zo op de
A29 te komen.
De heer Penon
merkt op dat hij het heel boeiend vindt dat er een afspraak ligt
met bewoners dat, als een bepaald aantal auto's passeert, de weg
wordt afgesloten. Spreker is benieuwd met welke andere groepen
bewoners men bereid is die afspraken te maken; hij woont aan de
Strausslaan waar zijns inziens ook meer dan 3.300 auto's per dag
passeren. Hij zou derhalve ook graag een dergelijke afspraak met
de gemeente willen maken. Naar aanleiding van de opmerking dat
bepaalde bewoners van de Middeldijk niet zijn uitgenodigd, merkt
spreker op dat er van de Strausslaan geen enkele bewoner is
uitgenodigd.
De heer Van Vugt
antwoordt dat er bijtijds een aankondiging in De Schakel is
gepubliceerd van de discussie die vanavond zou plaatsvinden.
De voorzitter
deelt mee dat zij het betreurt dat er acht mensen aan de
Middeldijk niet zijn uitgenodigd. Zij merkt echter op dat het niet
gebruikelijk is dat de bewoners van grote delen van Barendrecht
persoonlijk worden uitgenodigd als iets in deze commissie
geagendeerd staat. Het beleid van de gemeente is dat door middel
van publicatie in De Schakel een ieder, die zich daartoe geroepen
voelt, een vergadering bij kan wonen.
De heer Groenenboom
vraagt met betrekking tot de percelen land of er zomaar afgesloten
mag worden als er uitpaden van landbouwgrond liggen. Spreker merkt
op dat er in november 1999 941 handtekeningen tegen afsluiting van
de Middeldijk waren en dat dit er nu nog wel zijn in Nieuweland.
De heer Hooimeijer
merkt op dat hij het eens is met de opmerking van de heer Kelder
om, als men tot afsluiting overgaat van het stuk Middeldijk tussen
de Strausslaan en de 3e Barendrechtseweg, aandacht te besteden aan
het stuk Middeldijk tussen de Strausslaan en het
Middeldijkerplein. Het is daar namelijk op dit moment al een
racebaan en spreker verwacht, door de toenemende intensiteit,
onder andere een toename van de verkeersonveiligheid,
geluidsoverlast en stankoverlast. Naar aanleiding van het feit dat
gesteld wordt dat het andere stuk, door de afsluiting, veiliger
wordt voor fietsers, merkt spreker op dat hij vreest spreker dat
er op het korte stukje waar hij langs woont misschien meer
dodelijke ongevallen plaats zullen vinden. Naar aanleiding van de
opmerking van de heer Van Vugt over de lantarenpalen die
uitgeschakeld zijn, merkt spreker op dat het al levensgevaarlijk
is als de minimale verlichting brandt en dat het onder deze
omstandigheden, waarin het helemaal donker is, helemaal
levensgevaarlijk is, omdat de paaltjes helemaal niet te zien zijn.
Spreker vindt het een hoogst kwalijke, en onacceptabele, zaak als
het inderdaad zo lang duurt om te herstellen.
De heer Laverman
stelt, naar aanleiding van de opmerking van de heer Kelder over
fietsersgedrag, voor hier een keer apart met de heer Kelder over
te praten, omdat het spreker niet helemaal duidelijk is wat het
handhaven van de 30 km-zone op de Middeldijk en de mogelijke
afsluiting hiermee te maken hebben. Tevens merkt spreker op dat
als fietsers zich niet aan de verkeersregels houden, zij altijd de
zwakke weggebruiker zijn en daarmee hun eigen leven in de
waagschaal stellen.
De heer Kleinjan
is het eens met de opmerking van de heer Hooimeijer dat er, zoals
de heer De Jager ook reeds heeft opgemerkt, heel zorgvuldig
gekeken moet worden naar het kleine stukje Middeldijk dat open
blijft. Als het daar inderdaad een racebaan wordt, zal er iets
moeten gebeuren. Spreker verzoekt de wethouder dit punt
nadrukkelijk mee te nemen.
De heer Kelder
stelt voor, als het onoverkomelijk is om tot afsluiting over te
gaan, voor de bedrijfsmatige activiteiten aan de Middeldijk wat
soepeler om te gaan met de apparaten om de afsluiting in het
wegdek te kunnen laten zakken, zodat mensen die vanwege hun werk
regelmatig dat stukje moeten kruisen, de beschikking krijgen over
zo'n apparaatje.
De heer Vermaat
merkt op dat hij nog geen antwoord heeft gekregen op zijn vraag
hoe het eventueel aanleggen van drempels zich verhoudt tot de
goede bereikbaarheid voor de nood- en hulpdiensten en of de heer
Van Vugt de mening van spreker deelt dat het niet kan of dat hij
er andere oplossingen voor heeft. Spreker merkt op dat hij van
mening is dat de afsluiting een bevoegdheid van het college moet
blijven en dat dit ook geldt voor de uitvoering van de
ontheffingsregeling; er is goed beleid voor en er dient op een
gepaste wijze mee omgegaan te worden. Spreker denkt dat hij
hiermee hetzelfde bedoelt als de heer Kelder. Hij maakt uit de
opmerking van de heer Kleinjan, dat de rondweg te smal blijkt, op
dat de heer Kleinjan vindt dat deze verbreed moet worden.
De heer Kleinjan
antwoordt dat hij zich zorgen maakt over de capaciteit van de
rondweg. Spreker kan niet overzien wat er gebeurt als de fly-over
open is en hij kan ook niet overzien of de gemeente andere
maatregelen kan nemen dan het verbreden van de rondweg. Verbreden
van de rondweg is een hele grote ingreep. Als het echter geen
aandacht krijgt, is er een probleem.
De heer Vermaat
antwoordt dat de fly-over reeds open is. Tevens merkt spreker op
dat er op één wegdeel een bepaalde hoeveelheid vervoermiddelen
verwerkt kan worden; de capaciteit van een weg kan niet verhoogd
worden.
De heer Van Vugt
antwoordt naar aanleiding van de opmerking dat acht bewoners
achter de rotonde, vanaf het Nieuwelandplein richting de
onderdoorgang, geen uitnodiging hebben ontvangen hebben dat er een
keus is gemaakt welke bewoners benaderd zouden worden; het stuk
dat rechtstreeks betrokken is bij de afsluiting is direct
uitgenodigd en geïnformeerd. Omdat het arbitrair is waar precies
de grens ligt, is er in De Schakel, naast de agenda-aankondiging,
ruimschoots op tijd, apart aandacht besteed aan de behandeling van
dit voorstel in deze commissie. Naar aanleiding van de opmerkingen
over het bereiken van landbouwgronden en de bedrijven antwoordt
spreker dat dit per individueel geval bekeken wordt en dat er, als
dat nodig is, maatwerk geleverd wordt. Naar aanleiding van de
opmerking dat de intensiteit op de Strausslaan toeneemt door de
afsluiting antwoordt spreker dat de intensiteit juist niet
toeneemt, omdat uit de tellingen gebleken is dat ruim 2/3 deel van
het verkeer op de Middeldijk doorgaand verkeer is. Uit de
tellingen is gebleken dat er ongeveer 2.400 voertuigen per etmaal
via de Strausslaan Nieuweland in zullen gaan; nu is dat aantal
veel hoger dat over dat stuk van de Middeldijk gaat. Dit betreft
het kleine gedeelte vanaf de afsluiting naar de Middelweg. Om in
kaart te brengen hoe hard en gereden wordt en wat precies de
intensiteit is na de afsluiting zal er worden gemeten wanneer de
afsluiting een feit is. Naar aanleiding van de opmerking over de
lantarenpalen antwoordt spreker dat hij begrijpt dat dit voor
burgers onbegrijpelijk is, maar dat men te maken heeft met
procedures die ervoor zijn. Spreker zegt toe dit punt persoonlijk
nog een keer aan te kaarten. Naar aanleiding van de vraag van de
heer Vermaat over de drempels en de nood- en hulpdiensten
antwoordt spreker dat in de notitie stond dat er in Nieuweland
ervaringen waren opgedaan over een bepaald soort drempels die
werden voorgesteld in dit stuk. De evaluatie van het gebruik
daarvan zou in het eerste kwartaal van dit jaar bekend zijn. Er
blijken bepaalde ervaringen te zijn opgedaan die niet helemaal
voldoen. Dit is een punt van aandacht. Spreker merkt op dat hij
het aandachtspunt van de heer Vermaat deelt dat men zich bij het
aanleggen van verkeersdrempels op verzoek van bewoners moet
realiseren dat dit in noodgevallen juist een belemmering kan zijn
voor de nood- en hulpdiensten. Naar aanleiding van de opmerking
van de heer Vermaat over de collegebevoegdheid antwoordt spreker
dat hij deze opvatting inmiddels deelt, omdat het iets van het
dualisme is. Naar aanleiding van de opmerking over de capaciteit
van de rondweg antwoordt spreker dat deze, ook als het gaat over
de afwikkeling van het verkeer van de Middeldijk, voldoende is.
Het punt zit hem vooral in de Kilweg; dat is een aandachtspunt.
De heer Kleinjan
merkt op dat hij op de rondweg, vanaf het Nieuwelandplein naar de
Voordijk toe, heel vaak veel verkeer ziet staan. Ook de laatste
tijd nog. Als de fly-over al open is, is de rondweg zijns inziens
niet groot genoeg.
De heer Van Vugt
antwoordt dat nog niet alle fly-overs open zijn.
De voorzitter
concludeert dat alleen de VVD-fractie van mening is dat de
Middeldijk open moet blijven voor het verkeer en dat de overige
fracties het advies afgeven om het voornemen van het college, om
de Middeldijk voor alle verkeer af te sluiten, te volgen. Spreker
is van mening dat het college er goed aan zou doen om, naast de
opmerkingen en de aandachtspunten van de commissieleden, ook de
zienswijzen en de aandachtspunten van de diverse insprekers in
haar afwegingen te betrekken.
7. Rondvraag
Er wordt door niemand gebruik gemaakt van de rondvraag.
8. Eventuele agendapunten volgende vergadering
Er worden geen agendapunten voor de volgende vergadering naar voren
gebracht.
De voorzitter
sluit de vergadering.
Vastgesteld door de raadscommissie Grondgebied op 1 april 2003,
de griffier, de voorzitter,
C. de Kreek. W.S. Batenburg-van Veen.
Gemeente Barendrecht