Ministerie van Justitie
Verzoek mevrouw Vroonhoven-Kok (CDA) om aanvullende brief over
ama-campus te Vught
11 februari 2003
Onderdeel Directie Jeugd en Criminaliteitspreventie
Directie Vreemdelingenbeleid
Datum 10 februari 2003
Ons kenmerk 5210267/03/DVB
Uw kenmerk 203-016
Naar aanleiding van het verzoek van mevrouw Vroonhoven-Kok (CDA)
tijdens het ordedebat op 6 februari 2003 om een aanvullende brief
inzake de ama-campus te Vught bericht ik u als volgt.
In mijn brief van 4 februari 2003, nr. 5207946/03/DVB heb ik Uw Kamer
bericht dat naar aanleiding van de weigering van een deel van de
populatie van de ama-campus te Vught om aan het dagprogramma deel te
nemen, door het COA zowel op het terrein van de bedrijfsvoering als op
het terrein van de toepassing van de methodiek maatregelen zijn
genomen.
Tevens heb ik in die brief aangekondigd nog diezelfde week een overleg
te zullen plannen met de besturen van het COA en de stichting Nidos.
Thans bericht ik u dat het door mij aangekondigde overleg op donderdag
6 februari jl. in een goede en constructieve sfeer heeft
plaatsgevonden. De resultaten van het overleg kunnen worden geordend
naar afspraken zowel op bestuurlijk niveau als op operationeel niveau.
Zij kunnen als volgt worden samengevat:
1. COA en Nidos zijn het eens over de uitgangspunten van het
ontwikkelde grootschalige model voor de ama-campus en de daarbinnen te
hanteren opvang- en begeleidingsmethodiek voor ama.s die in beginsel
dienen terug te keren naar het land van herkomst, een en ander
voortvloeiend uit het Kabinets- en Kamerbreed gedragen vernieuwde
ama-beleid, respectievelijk instemming van een meerderheid van uw
Kamer voor 2 pilot-projecten tijdens het Algemeen Overleg op 27
november jl .
2. Beide organisaties hebben nogmaals vastgesteld dat de door het
Kabinet aan het COA verstrekte opdracht een uiterst moeilijke opdracht
is, waarin zowel het COA als voogdij-instelling Nidos elk een rol
moeten vervullen die per definitie lastig is in een situatie waar
jongeren niet voor hebben gekozen.
3. Beide organisaties hebben onderschreven dat het relatief strakke
programma tegen bovengenoemde achtergrond bewust gekozen doelen dient,
te weten motiveren tot terugkeer maar binnen randvoorwaarden, zoals
ontwikkelingsmogelijkheden, maar ook bescherming van de minderjarigen.
Wederzijds is onderschreven dat het tegengaan van verveling van
jongeren daarbinnen van essentieel belang is.
4. Vastgesteld is dat de directies van COA en Nidos terzake de
toepassing van het programma en de daaraan ten grondslag liggende
methodiek op 4 februari jl. overeenstemming hebben bereikt over een
aantal aanpassingen, ook op het terrein van de bedrijfsvoering, als
gevolg waarvan vertrouwen is ontstaan in de uitvoering ervan voor de
nabije toekomst. Ik voeg hier aan toe dat een deel van de ontstane
problemen kunnen worden gekenschetst als aanloopproblemen.
5. Voorts is afgesproken dat op operationeel niveau een gezamenlijk wekelijks managementoverleg zal plaatsvinden, waarin uitgaande van individueel respect voor jongeren, ondermeer zal worden uitgewerkt in welke situaties en op welke wijze de voogd vanuit zijn gezagsfunctie en toezichthoudende rol dient op te treden, gegeven de dagelijkse verantwoordelijkheid van het COA voor de opvang en begeleiding.
6. Afgesproken is dat COA en Nidos mij binnenkort over de gezamenlijke
uitwerking zullen rapporteren. Mocht daartoe aanleiding zijn, dan zal
ik over de nadere uitwerking een besluit nemen en u hierover
informeren.
Tenslotte bericht ik u dat voor een twintigtal jongeren die afgelopen
vrijdag 7 februari jl. niet terug wilden naar de ama-campus te Vught
(en waaraan in een Nova-uitzending aandacht werd besteed) in goed
overleg tussen COA en Nidos, door Nidos een tijdelijke time-out-plek
is gevonden.
In samenwerking met betrokken partijen zal zo spoedig mogelijk worden
getracht de jonge afgewezen minderjarige asielzoekers terug te
plaatsen naar (één van de) grootschalige opvangcentra van het COA.
Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben
geïnformeerd.
De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,