Partij van de Arbeid
Schriftelijke vragen over de huisstijl
11-02-2003
Aan de Gemeenteraad
De raadsleden B.C.J. Olij en dr. P.P.H.M. Klerks hebben de eer op
grond van art. 18 van het Reglement van Orde voor de Gemeenteraad, de
volgende schriftelijke vragen tot het College van Burgemeester en
Wethouders te richten:
1. Is het waar dat in het kader van de nieuwe gemeentelijke huisstijl
aan alle gemeentelijke onderdelen is voorgeschreven op de
enveloppen (zonder venster) geen retouradres van de betreffende
dienst of het stadsdeel te vermelden?
2. Heeft het college enig idee hoe lang het duurt voordat een
verkeerd bezorgde brief weer terug is bij de afzender als geen
retouradres op de envelop is vermeld?
3. Bij Port betaald zendingen wordt door TPG Post als voorwaarde
gesteld dat de adresgegevens van de afzender in de linkerbovenhoek
op de adreszijde of op de achterkant van de envelop worden
vermeld. Hebben zich reeds problemen voorgedaan met TPG Post bij
de aanbieding van Port betaald zendingen?
4. Heeft het college ervan gehoord of al gezien dat bij sommige
diensten uit practische overwegingen inmiddels illegaal met behulp
van stickers een retouradres op de envelop wordt vermeld?
5. Realiseert het college zich dat de besparing aan drukkosten die
wordt bereikt door te werken met één en dezelfde envelop voor de
hele gemeente wel eens te niet gedaan kan worden door het extra
werk aan stickers plakken?
6. Is het college het met vragenstellers eens dat met betrekking tot
de nieuwe huisstijl de centrale regie enigszins lijkt
doorgeschoten?
7. Durft het college het aan zonder nader onderzoek en met
onmiddellijke ingang te besluiten dat directeuren van diensten en
secretarissen van stadsdelen weer zelf mogen bepalen wel of geen
retouradres op hun enveloppen te vermelden?
B.C.J. Olij
P.P.H.M. Klerks
Bouwe Olij