Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Antwoord kamervragen medische spoedhulp in Zeeland
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-K-U-2350841
10 februari 2003
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib
(PvdA) over medische spoedhulp in de provincie Zeeland (201020305770).
De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
mr. A.J. de Geus
Medische spoedhulp in Zeeland
1.
Medische spoedhulp in Zeeland
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Arib over medische spoedhulp in de provincie
Zeeland (2020305770).
---
Vraag 1.
Hoe beoordeelt u het onderzoek, uitgevoerd door Cap Gemini Ernst en Young, waarin wordt
gesteld dat het zeer slecht gesteld is met de medische spoedhulp in de provincie Zeeland?
Antwoord
Het is een onderzoek van Cap Gemini Ernst & Young in opdracht van de provincie Zeeland
naar aanleiding van diverse ontwikkelingen in de Spoedeisende Medische Hulpverlening. Het
onderzoek brengt ontwikkelingen en knelpunten in kaart en draagt oplossingen aan. Ik vind
het een goede zaak dat onderzoek wordt gedaan naar knelpunten in de ambulancezorg.
Vraag 2.
Bent u op de hoogte van de misstanden bij de centrale post ambulancevervoer (cpa) in
Zeeland, inclusief het niet naleven van protocollen, onervarenheid van het personeel in de
meldkamer en verstoorde relaties met huisartsen en ziekenhuizen?
Antwoord
De kwaliteit van de Centrale Post Ambulancevervoer is niet optimaal. De Inspectie voor de
Gezondheidszorg is betrokken bij het opstellen van het rapport, zowel op regionaal als op
landelijk niveau. De misstanden in Zeeland worden volgens het rapport van Cap Gemini Ernst
& Young onder andere veroorzaakt door het ontbreken van een goed functionerend informa-
tiesysteem en het gebrek aan eenduidige sturing van de CPA. Daardoor is er sprake van mati-
ge overdracht waardoor inschattingsfouten kunnen worden gemaakt. Ook werd de CPA in het
verleden gedeeltelijk bemand door een niet-verpleegkundige. Dit veroorzaakt verstoorde ver-
houdingen in de zorgketen in Zeeland. Een ander probleem waar de CPA mee te maken heeft,
is de kleinschaligheid van de regio, waardoor het moeilijker is ten allen tijde een CPA-ver-
pleegkundige in te huren.
Het Rijksbeleid is dat de RAV-directeur verantwoordelijk is voor de wijze waarop de Regionale
Ambulancevoorziening de te verlenen zorg invult (kwaliteitscriteria in het perspectief van het
leveren van verantwoorde zorg conform de Kwaliteitswet Zorginstellingen). Met betrekking
tot de rol van de CPA is mijn beleid, afgestemd met de ambulancesector, dat de CPA bemand
moet worden door een verpleegkundige. Daarnaast is het beleid gericht op de vorming van
een Regionale Ambulance Voorziening (RAV). Het is dan ook goed dat Zeeland uitvoering gaat
geven aan dit beleid. Per 1 februari vormt Zeeland een RAV zodat de besturing duidelijker
wordt en de voordelen van schaalvergroting worden benut. Het rapport is besproken in het
bestuur van de CPA, de bestuurscommissie heeft laten weten de conclusies van het rapport
te onderschrijven. Daarop is besloten dat de CPA per 1 februari onder het bestuur van de
GHOR zal worden gebracht. Daardoor zal nu aan de kwalitatieve eisen die aan de CPA wordt
gesteld, o.a, het aanstellen van verpleegkundigen op de CPA, worden voldaan. Tevens heeft
de brancheorganisatie met Zorgverzekeraars Nederland afgesproken dat elke RAV onafhanke-
lijk en extern gecertificeerd is volgens het ambulance en certificatieschema zoals dat is vast-
gesteld door het College van Deskundigen van de Stichting HKZ te Utrecht. Daarin zijn de na-
dere kwaliteitseisen van de sector aangegeven.
2
Vraag 3.
Vindt u het acceptabel dat er als gevolg van deze misstanden ten minste vijf mensen onnodig
zijn gestorven? Zo neen, welke maatregelen bent u van plan te nemen om zulks in de toe-
komst te voorkomen?
Antwoord
Deze incidenten zijn niet gemeld bij de inspectie voor de gezondheidszorg door de betrokken
huisartsen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierover bij de huisartsen vragen om op-
heldering. Er worden thans maatregelen genomen die ertoe moeten leiden de geschetste pro-
blemen op te lossen. De Inspectie voor de Gezondheidszorg zal hierop toezien.
Vraag 4.
Deelt u de mening dat het feit dat een eerder rapport over de misstanden bij het cpa is "weg-
gemoffeld" duidt op het bestaan van een "doofpotcultuur" bij deze organisatie?
Antwoord
Of er sprake is van een "doofpotcultuur" kan ik niet beoordelen. Het is echter overduidelijk
dat op zeer korte termijn deze problemen moeten worden opgelost door het betreffende be-
stuur dat hier primair voor verantwoordelijk is.
Vraag 5.
Deelt u de aanbevelingen van het rapport? Zo ja, bent u van inziens er voor te zorgen dat de-
ze aanbevelingen ook daadwerkelijk worden uitgevoerd? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
De aanbevelingen uit het rapport voor verbeteringen op de CPA zijn conform het door mij ge-
steld beleid; het realiseren van een RAV, het aanstellen van een medisch leider en transpa-
rantie in besturing van de GHOR.
Per 1 februari 2003 is door het bevoegd gezag een functionaris aangesteld van buiten de pro-
vincie die de RAV operationeel gaat leiden.
Vraag 6.
Hoe beoordeelt u het advies dat als noodgreep het Rode Kruis en bedrijfskundige diensten
moeten worden ingezet?
Antwoord
Het rapport schetst problemen bij met name de CPA. Het betreffende bestuur in Zeeland gaat
de aanbevolen oplossingen voor verbeteringen op de CPA uitvoeren. Daarmee lijken noodop-
lossingen onnodig.
3
Vraag 7.
Bent u van plan om zelf maatregelen te nemen die leiden tot een meer structurele oplossing
van de misstanden bij de medische spoedhulp in Zeeland?
Antwoord
De minister van VWS moet zorgen voor duidelijke kaders waarbinnen zorginstellingen opti-
maal kunnen functioneren. Zorginstellingen zoals ambulancediensten zijn verantwoordelijk
voor een deugdelijke uitvoering van hun zorgtaken. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
voert hierop toezicht uit en heeft de middelen een dienst tot de orde te roepen. De problemen
worden door het bevoegde gezag aldaar thans onderkend en er wordt serieus gewerkt aan
een oplossing. Als dit niet het geval zou zijn, zou dit aanleiding zijn tot het geven van een
aanwijzing in het kader van de Kwaliteitswet.