1. De directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie (directeur DTe) kondigt het volgende aan.
2. Op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ (Stc. 2 april 2001, nr. 65, p. 8) heeft de Minister van Economische Zaken mandaat, volmacht en machtiging verleent aan de directeur DTe tot het nemen van besluiten en verrichten van overige handelingen die verband houden met artikel 68, tweede lid, van de Elektriciteitswet 1998.
3. Iedere producent of leverancier die per jaar gemiddeld 10 GWh of
meer levert, is verplicht eenmaal in elke twee jaar vóór 1 maart te
melden op welke wijze hij in de twee jaar voorafgaande aan het jaar
waarin de melding wordt verricht, uitvoering heeft gegeven aan zijn
taak bedoeld in artikel 68, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998.
Deze taak betreft het bevorderen dat elektriciteit door henzelf en
door afnemers op een doelmatige en milieuverantwoorde wijze wordt
geproduceerd of gebruikt.
4. De directeur DTe wijst partijen erop dat producenten en
leveranciers die per jaar gemiddeld 10 GWh of meer leveren verplicht
zijn de onder 3 genoemde melding over 2001 en 2002 vóór 1 maart 2003
te doen toekomen aan de directeur DTe.
5. Voor vragen over het vorenstaande kan contact worden opgenomen met
mevrouw drs. Y. Neef van de DTe, telefoonnummer 070 - 330 35.
6. Meldingen op grond van het vorenstaande zullen worden opgenomen in
dossiernummer 101518. Het verzoek is om bij toezending van de melding
dit dossiernummer te gebruiken.
7. Deze aankondiging is eveneens gepubliceerd in de Staatscourant van
5 februari 2003 (nummer 25, p42).
Den Haag, 4 februari 2003
ir. G.J.L. Zijl
Directeur van de Dienst uitvoering en toezicht Energie
Aan de inhoud van deze pagina's kunt u geen rechten ontlenen.