Nederland ondertekent protocol tegen internet-racisme
Op 28 januari 2003 heeft de Nederlandse regering het Aanvullend
protocol ter bestrijding van racisme en vreemdelingenhaat, dat werd
opgesteld door de Raad van Europa, ondertekend. Het protocol is een
toevoeging aan het zogenaamde Cybercrime-verdrag uit 2001, dat staten
verplicht om maatregelen te nemen tegen misdrijven die via internet en
computersystemen worden begaan. Een aanvullend protocol voor de
bestrijding van racisme was noodzakelijk omdat de Verenigde Staten,
een van de ondertekenaars van het Cybercrime-verdrag, geen maatregelen
willen nemen tegen discriminerende hate speech. De Amerikaanse
Grondwet geeft een bijna onbeperkte voorrang aan de vrijheid van
meningsuiting boven de bescherming tegen racistische uitingen. Nu
hebben de VS de keus om het aanvullend protocol te laten voor wat het
is, terwijl Europese landen deze aanvulling wel kunen ondertekenen.
Inmiddels hebben 11 landen dit gedaan.
Het Protocol eist van de ondertekenende staten dat zij het verspreiden
van racistisch materiaal via het internet strafbaar stellen. Hieronder
wordt onder meer begrepen de ontkenning of bagatellisering van de
holocaust en genocide. De Raad van Europa benadrukt dat de vrijheid
van meningsuiting, die in het Europees verdrag voor de bescherming van
de rechten van de mens (EVRM) is gewaarborgd, niet wordt ingeperkt. De
werkingssfeer betreft zowel een harmonisatie van de wetgeving in de
lidstaten als het bevorderen van de samenwerking op dit terrein tussen
landen.
In Nederland is op grond van onder andere de artikelen 137c tot 137g
van het wetboek van Strafrecht de racistische belediging van groepen
mensen al strafbaar gesteld. Ook het internet valt onder de werking
van deze wet.