Gouda, 7 februari 2003
Bouwprojecten in nevenaanneming vaak onnodig vertraagd Bouwprojecten die worden uitgevoerd in nevenaanneming leveren in de praktijk veel onnodige problemen op, die het proces vertragen. Als de opdrachtgever vooraf goed heeft nagedacht over de afstemming tussen gelijkwaardige bouwcontractpartners wordt oponthoud beperkt. De onderzoeksstichting van BouwNed, RRBouw, heeft de praktijk van nevenaanneming in kaart gebracht, knelpunten getraceerd en aanbevelingen geformuleerd voor verbeteringen. De resultaten van dit onderzoek zijn verwerkt in een rapport. Zowel opdrachtgevers als uitvoerende partijen kunnen hun voordeel doen met deze publicatie.

Van nevenaanneming is sprake als de opdrachtgever de bouwopdracht in delen opknipt en voor elk van de delen een afzonderlijke aannemingsovereenkomst sluit met de uitvoerende partij. Bedrijven die een dergelijke overeenkomst met de opdrachtgever afsluiten, zijn ten opzichte van elkaar nevenaannemers. De praktijk leert, dat de opdrachtgever meestal de bouwkundig aannemer vraagt om de uitvoeringscoördinatie te verzorgen.

Bedrijven die als coördinerend nevenaannemer optreden of optraden, beoordelen die positie als risicovol. De uitvoeringscoördinatie brengt veel taken en verantwoordelijkheden met zich mee, terwijl zij nauwelijks bevoegdheden krijgen om op te treden naar de andere contractanten van de opdrachtgever. Dat maakt de positie van de coördinator vaak ongemakkelijk en krachteloos. Daarbij komt dat de financiële compensatie voor de uitvoering van de coördinatie vaak onvoldoende wordt geacht.

Als één van de belangrijkste knelpunten voor de coördinerend nevenaannemer signaleert het BouwNed-onderzoek een overdaad aan regelgeving. Menig aannemer verdwaalt in het bos van contracten en overeenkomsten en de juridische verhoudingen. Niet zelden is hij ook de dupe van een gebrekkige onderlinge afstemming tussen de deelbestekken en de bestektekeningen.

De adviezen die het rapport aanreikt komen neer op het maken en adequaat vastleggen van heldere afspraken. Opdrachtgever en nevenaannemers zijn gebaat bij een duidelijk onderscheid tussen ontwerpcoördinatie en uitvoeringscoördinatie. Wat de coördinatieovereenkomst betreft, bepleit het rapport dat alle partijen zich hieraan binden, dus óók de andere nevenaannemers. Verder pleit men ervoor om alle bepalingen onder te brengen in één document en niet in verschillende deelbestekken. Op basis van de adviezen uit het rapport is een checklist opgesteld die een leidraad biedt voor goede onderlinge afspraken.

De publicatie 'Bouwpraktijk van nevenaanneming; onderzoek naar de effecten van uitvoeringscoördinatie bij nevenaanneming in de bouwpraktijk van alledag' kan worden besteld bij BouwNed via b.cuijpers@bouwned.nl (prijs 18 ex. verzendkosten, gratis voor leden).