---

Ministerie van Defensie



---

foto: Ongeval Abadan, foto 1 (Koninklijke Marine)

Programma herbegrafenis slachtoffers vliegramp 1958

05-02-2003

De herbegrafenis van de stoffelijke resten van de tien bemanningsleden die in 1958 met hun Martin Mariner vliegtuig in Iran verongelukten, vindt vrijdag (7 februari) plaats in Katwijk. Na een herdenkingsdienst op het Marinevliegkamp Valkenburg vindt de begrafenis van de stoffelijke resten plaats op de Algemene Begraafplaats "Duinrust" in Katwijk. De plechtigheid wordt met militair ceremonieel uitgevoerd en muzikaal opgeluisterd door de Marinierskapel.

In overleg met de nabestaanden is besloten de stoffelijke resten van de tien bemanningsleden in één kist te begraven. Het programma vrijdag voorziet in een herdenkingsdienst in hangaar 7 van het Marinevliegkamp Valkenburg. Hierbij worden onder andere toespraken gehouden door de Hoofdvlootpredikant, de Vlagofficier Marineluchtvaartdienst en de heer Gevers, zoon van de toenmalige Nederlandse ambassadeur in Perzië. Tot slot van de dienst wordt het Wilhelmus gespeeld. Na de herdenkingsdienst verplaatsen de nabestaanden en andere genodigden zich naar de begraafplaats. De plechtigheid bestaat daar uit een toespraak van de Hoofdvlootpredikant, eresalvo's van de gewapende wacht en een zogenoemde fly-by van een P-3C Orion maritiem patrouillevliegtuig. Hierbij wordt één van de vier motoren van het toestel in de vaanstand gezet als bijzonder eerbetoon. Ook ontvangen de nabestaanden een vlag voor ieder van de tien slachtoffers. De plechtigheid begint om elf uur en duurt tot omstreeks twee uur.

De Martin Mariner verongelukte op 10 september 1958 kort na de start van het vliegveld Abadan. Aan boord waren tien personeelsleden van de Koninklijke Marine. Naast de bemanning ging het hier ook om onderhoudspersoneel. Volgens de regels in het toenmalige Perzië werden de slachtoffers binnen 24 uur begraven op het grondgebied van de raffinaderij waarbij het toestel was neergekomen. Tijdens de Iraans-Iraakse oorlog in de jaren tachtig is de raffinaderij vernield en raakten de graven ernstig in verval. Na vele pogingen is de marine er vorig jaar in geslaagd toestemming van de Iraanse autoriteiten te krijgen om de stoffelijke resten op te graven en naar Nederland te brengen voor een herbegrafenis (foto's: Koninklijke Marine). foto: Ongeval Abadan, foto 2 (Koninklijke Marine)