Nederlands Centrum voor Dopingvraagstukken


Forse toename aantal bellers Doping Infolijn in 2002

Het aantal bellers naar de Doping Infolijn (0900 - 2001 000) is vorig jaar ten opzichte van 2001 met maar liefst 40 procent gestegen. In 2000 waren er 438 beller, in 2001 594 en in 2002 zijn er 835 geregistreerd. Er zijn verschillende verklaringen te geven voor de stijging van het aantal bellers.

Mogelijke verklaringen
De infolijn bestaat nog maar net drie jaar, maar wordt gelukkig steeds bekender. Uit onze cijfers blijkt dat men ons steeds vaker via internet weet te vinden; 33% geeft dat aan. Een deel van de bellers (13%) had de Doping Infolijn al eens eerder gebeld en belde afgelopen jaar dus weer. Opvallend is dat het aantal vrouwelijke bellers het afgelopen jaar steeg van 25 naar 31 procent. Ten opzichte van 2000 is het absolute aantal vrouwelijke bellers bijna verviervoudigd. Tenslotte zijn door een promotiecampagne gericht op topsporters de afgelopen maanden steeds meer topsporters gaan bellen.

Vele soorten bellers
Van alle sporters die bellen is ongeveer 60 procent sporter in een sportschool of fitnesscentrum, 40 procent is topsporter. Naast sporters bellen ook ouders, andere familieleden en partners van sporters, trainers/coaches, sportbonden en artsen. De gemiddelde leeftijd van de beller is 29 jaar, terwijl de leeftijd varieert van 13 tot 65 jaar. Het percentage mannelijke en vrouwelijke bellers was respectievelijk 70% en 30%.

Type vragen en middelen
Topsporters hebben vooral vragen over geneesmiddelen, met name of die op de dopinglijst staan. Het type vragen die breedtesporters stellen is geheel anders. Een groot deel daarvan belt om te weten hoe ze in relatief korte tijd een beter figuur kunnen krijgen met het gebruik van doping en/of voedingssupplementen. Van alle breedtesporters die bellen is 37 procent gebruiker, twijfelt 24 procent of het doping gaat gebruiken, 5% is ex-gebruiker en 34% gebruikt niet. Ten aanzien van de soorten middelen blijkt dat 60% gaat over anabole steroïden. Een percentage dat redelijk constant is gebleven de afgelopen jaren. Er kwamen afgelopen jaar veel vragen over beta2-agonisten, stimulantia, pro-hormonen en corticosteroïden. De meeste vragen (29%) betroffen de werking en risico's van middelen. Deze vragen worden voornamelijk door breedtesporters gesteld.