KV Dittrich over het inkoopbeleid van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Financieel Economische Zaken
Afdeling Financieel en Informatiemanagement
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
3 februari 2003
Behandeld
Jeroen Gankema
Kenmerk
FEZ 017/03
Telefoon
070-3485386
Blad
1/3
Fax
Bijlage(n)
1
E-Mail
jeroen.gankema@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Dittrich (D66) over het inkoopbeleid
van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor
Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door het lid Dittrich (D66). Deze vragen werden
ingezonden op 24 december 2002 met kenmerk 2020305170.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer de Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens mevrouw van Ardenne-van der Hoeven,
Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid
Dittrich (D66) over het inkoopbeleid van Buitenlandse Zaken
Vraag 1
Is het u bekend dat bij de behandeling van de begroting Buitenlandse
Zaken de motie De Graaf is aangenomen waarin gepleit wordt voor een
verantwoord inkoopbeleid?
Antwoord
Ja.
Vraag 2
In hoeverre is rekening gehouden met de motie De Graaf bij het
vaststellen van de overeenkomst tussen het ministerie van Buitenlandse
Zaken en IPA waarin de voorwaarden zijn vastgelegd voor de inkoop van
goederen?
Antwoord
Bij het vaststellen van de overeenkomst is niet specifiek rekening
gehouden met de motie De Graaf. De overeenkomst tussen IPA en het
ministerie van Buitenlandse Zaken betreft een raamovereenkomst voor de
inkoop van goederen en het geven van adviezen op het gebied van
inkoopactiviteiten. De betreffende raamovereenkomst is geen
uitvoeringsovereenkomst voor een te starten activiteit, maar
beschrijft de contractuele voorwaarden met de financiële vergoedingen
indien het IPA wordt ingeschakeld door het Ministerie van Buitenlandse
Zaken.
Dit houdt in dat budgethouders op het departement en op de posten
gebruik kunnen maken van de expertise van IPA wanneer zij diensten of
goederen gaan inkopen. De budgethouder behoudt daarbij de
eindverantwoordelijkheid voor het opstellen van het Programma van
Eisen en de randvoorwaarden waaraan de uiteindelijke leverancier moet
voldoen.
Vraag 3
Op welke wijze gaat het ministerie van Buitenlandse Zaken invulling
geven aan een verantwoord inkoopbeleid?
Antwoord
Door het ministerie van Buitenlandse Zaken wordt per afzonderlijke
inkoopactiviteit aandacht geschonken aan duurzaamheid en aanverwante
voorwaarden. Het inkoopbeleid is erop gericht om alleen met
betrouwbare leveranciers overeenkomsten aan te gaan. Per
inkoopactiviteit wordt bekeken welke risico's aanwezig zijn omtrent de
betrouwbaarheid van potentiële leveranciers.
Mijn ambtsgenoot van Economische Zaken heeft in het begrotingsdebat
met de Tweede Kamer toegezegd dat hij "Ter vergroting van de
kennisoverdracht en het draagvlak voor maatschappelijk verantwoord
inkopen en aanbesteden een plan van aanpak zal laten opstellen door
een interdepartementale werkgroep. Aan deze werkgroep zullen zowel
beleidsmedewerkers als inkopers deelnemen. Ik verwacht dat dit plan
halverwege 2003 gereed zal zijn en ik zal u daarvan vanzelfsprekend op
de hoogte stellen". Ambtenaren van BZ zullen aan deze werkgroep
deelnemen.
Vraag 4
Waarom staat er in het persbericht over de raamovereenkomst geen woord
over de milieurandvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden waarmee bij
het inkoopbeleid rekening moet worden gehouden?
Antwoord
Het persbericht is gepubliceerd om externe partijen te informeren aan
wie de opdracht voor inkoopadviezen gegund is. Het rekening houden met
milieurandvoorwaarden en arbeidsomstandigheden wordt pas relevant bij
een te starten inkoopactie door het Ministerie van Buitenlandse Zaken.