KV Van der Staaij over uitwisseling van studenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Westelijk Halfrond
Afdeling Noord-Amerika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
3 februari 2003
Behandeld
C.B. Blankenburgh
Kenmerk
DWH/NM-20/2003
Telefoon
070-3484619
Blad
1/1
Fax
070-3485472
Bijlage(n)
E-Mail
fvg.bevort@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van het lid Van der Staaij over uitwisseling van
studenten
Graag bied ik u hierbij, mede namens de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen en de Minister voor Vreemdelingenzaken en
Integratie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door
het lid Van der Staaij over uitwisseling van studenten. Deze vragen
werden ingezonden op 5 december 2002 met kenmerk 2020304170.
De Minister van Buitenlandse Zaken
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, Minister van Buitenlandse
Zaken, mede namens de Ministers van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschappen en voor Vreemdelingenzaken en Integratie, op vragen van
het lid Van der Staaij (SGP) over de uitwisseling van studenten
Vraag 1
Is het waar dat de Canadese regering sinds kort niet meer studenten
vanuit Nederland accepteert dan er vanuit Canada naar Nederland komen?
Antwoord
Nee. Voor zover er sprake is van een reciprociteitsvereiste bij de
uitwisseling van studenten geldt dit slechts voor studenten c.q.
jongeren die gebruik willen maken van het (betaald)
werkvakantieprogramma (Working Holiday Program /WHP) en het
studenten/stagiairs uitwisselingsprogramma (Young Workers Exchange
Program/ YWEP). De reciprociteit is wederzijds overeengekomen in het
op 14 maart 2001 afgesloten Memorandum of Understanding met betrekking
tot het WHP/YWEP.
Vraag 2
Is het waar dat de procedures die doorlopen moeten worden om als
student vanuit Canada in Nederland stage te lopen of tijdelijk te
studeren veel omslachtiger, trager en duurder zijn dan de procedures
die in Canada worden toegepast ten aanzien van Nederlandse studenten?
Geldt dit ook met betrekking tot andere landen?
Antwoord
Canadese deelnemers aan het uitwisselingsprogramma voor
studenten/stagiairs (YWEP) dienen na aankomst in Nederland een
verblijfsvergunning aan te vragen bij de vreemdelingendienst, zich te
registreren bij de gemeente en een SoFi-nummer aan te vragen bij de
Belastingdienst. Daarnaast dient de Nederlandse werkgever te
beschikken over een tewerkstellingsvergunning. Het CWI toetst in het
geval van stage niet aan de arbeidsmarkt, zodat een beslissing
normaliter binnen de wettelijk gestelde termijn van 5 weken genomen
kan worden.
Nederland brengt sinds 1 januari 2003 een bedrag van EUR 430 in
rekening aan deelnemers aan het YWEP voor verkrijging van een
verblijfsvergunning. De Canadese autoriteiten hebben desgevraagd
laten weten de verhoogde leges als knelpunt te beschouwen. Het bedrag
van de leges voor deelnemers aan het YWEP-programma verschilt niet met
dat voor andere buitenlandse studenten en ziet dan ook niet specifiek
op Canadezen. Gelet hierop is er op dit moment geen reden alleen voor
deze categorie buitenlandse studenten een uitzondering te maken. Op de
problematiek van de recentelijk verhoogde leges in den brede zal in
antwoord op vragen van de vaste Commissie voor Justitie van 16 januari
jl. door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie separaat
worden ingegaan.
Ook deelnemers aan het werkvakantieprogramma (WHP) dienen na aankomst
in Nederland een verblijfsvergunning bij de vreemdelingendienst aan te
vragen, zich te registreren bij de gemeente, en een sofi-nummer aan te
vragen bij de Belastingdienst. De deelnemers aan het WHP kunnen
maximaal één jaar in Nederland verblijven en werken. Een
tewerkstellingsvergunning is niet vereist.
De IND heeft procedurele knelpunten geïdentificeerd bij het WHP en
terzake diverse maatregelen getroffen om de doorlooptijd van de
procedure te verkorten.
In Nederland zijn de leges voor een verblijfsvergunning voor Canadese
jongeren in het kader van het WHP per 19 november 2002 vastgesteld op
EUR 28 (ingaande 1 januari 2003). Dit laatste geldt ook voor
Australische en Nieuw-Zeelandse jongeren.
Nederlandse deelnemers aan het YWEP en het WHP genieten in Canada
vrijstelling van leges.
Australië en Nieuw-Zeeland kennen terzake van het WHP een legestarief
van resp. EUR 88 en EUR 50.
De procedures voor Nederlandse studenten die in Canada willen
studeren, werken of stagelopen in het kader van YWEP en WHP kunnen
binnen een beperkte tijd van vier tot zes weken via de Canadese
Ambassade te Berlijn worden afgehandeld.
Vraag 3
Deelt u de mening dat door de onaantrekkelijkheid van studiereizen
voor Canadese studenten naar Nederland in combinatie met het nieuwe
beleid van de Canadese regering, Nederlandse studenten worden
belemmerd in hun mogelijkheden voor het ondernemen van studiereizen
naar Canada?
Antwoord
Neen. Met de Canadese autoriteiten zijn onlangs afspraken gemaakt om
mogelijke procedurele knelpunten rond de uitwisselingsprogramma's waar
mogelijk weg te nemen.
Vraag 4
Vindt u dat het beleid van de regering geen belemmering mag vormen
voor het ondernemen van studiereizen naar het buitenland? In hoeverre
komt de bestaande regelgeving daaraan tegemoet? In hoeverre hebben
zich daarin recent ontwikkelingen voorgedaan?
Antwoord
Overheidsbeleid mag geen onnodige belemmeringen opleveren voor
studenten die in het buitenland willen studeren. Dat is ook het
uitgangspunt van het Nederlandse beleid terzake.
Vraag 5
Bent u bereid maatregelen te nemen door onder meer in overleg te
treden met de Canadese regering en zonodig de Nederlandse procedures
aan te passen, teneinde te bevorderen dat de geconstateerde
belemmeringen in de uitwisseling van studenten tussen Canada en
Nederland worden weggenomen? Bent u bereid om mogelijke vergelijkbare
belemmeringen ten aanzien van andere landen op dezelfde wijze tegemoet
te treden?
Antwoord
Uiteraard ben ik bereid om bij geconstateerde belemmeringen in overleg
met mijn collegae en eventuele andere betrokkenen te zoeken naar
mogelijke oplossingen.
Ten aanzien van de uitwisselingsprogramma's is onlangs met de Canadese
autoriteiten afgesproken om bestaande knelpunten zoveel als mogelijk
weg te nemen.