Deel 1
Risico-analyse
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 2
Versiebeheer
Versie Datum Korte beschrijving aanpassing
0.1 4 maart 2002 initiële versie
0.2 8 maart 2002 alle COPAFIJTH-aspecten benoemd
0.3 15 maart 2002 hoofdstukken 1, 3, 4, 5 en 7 aangevuld
0.4 21 maart 2002 hoofdstukken 4, 5, 7 aangevuld
0.5 26 maart 2002 commentaren betrokkenen verwerkt
0.6 28 maart 2002 versie opdrachtgever
0.7 2 april 2002 versie Raad van Bestuur
Datum : 2 april 2002
Versie : 0.7
Status : versie Raad van Bestuur
Auteur : Maarten Speet
Distributielijst : Leden Raad van Bestuur
Betty Bennink WALVIS (WG-PPS)
Hans Flick WALVIS (C-ICT)
Michel Hoogstraten Polisadministratie
Hans Korver WALVIS (WG-PPS)
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 3
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 4
Inhoud Pagina
Samenvatting..............................................................................................................................6 Leeswijzer ..................................................................................................................................8 Opzet rapportage ....................................................................................................................8 Leeswijzer deel 1 Risico-analyse..........................................................................................8 1. Inleiding .............................................................................................................................9 1.1 Aanleiding......................................................................................................................9 1.2 Opdrachtomschrijving....................................................................................................9 1.3 Afbakening onderzoek .................................................................................................10 1.4 Uitgangspunten en randvoorwaarden...........................................................................10 2. Wetsvoorstel WALVIS....................................................................................................12 2.1 Inleiding .......................................................................................................................12 2.2 Inhoud WALVIS..........................................................................................................12 2.3 Beoogd effect wetgever................................................................................................17 2.4 Actuele status en beoogde inwerkingtreding ...............................................................19 3. Kader voor de uitvoeringstoets ........................................................................................20 3.1 Inleiding .......................................................................................................................20 3.2 Het begrip risico...........................................................................................................20 3.3 COPAFIJTH-aspecten..................................................................................................20 3.4 Invloed..........................................................................................................................21 3.5 Oplossingsrichting........................................................................................................22 3.6 Prioritering ...................................................................................................................22 4. Risico-analyse ..................................................................................................................24 4.1 Inleiding .......................................................................................................................24 4.2 Risico's en oplossingen................................................................................................26 4.3 Samenvatting COPAFIJTH-aspecten...........................................................................50 4.4 Waardering COPAFIJTH-aspecten..............................................................................52 4.5 Conclusies risico-analyse.............................................................................................54 5. Samenhang.......................................................................................................................56 5.1 Inleiding .......................................................................................................................56 5.2 Risicoketens .................................................................................................................56 5.3 Centrale risico's............................................................................................................60 6. Kansen..............................................................................................................................61 6.1 Inleiding ......................................................................................................................61 6.2 WALVIS en de relatie tussen UWV en het ministerie van SZW ................................61 6.3 Verbetering rechtmatigheid..........................................................................................61 6.4 Maatschappelijk beeld van UWV................................................................................62 6.5 Administratieve Lastenverlichting...............................................................................63 6.6 Uitvoeringskosten.........................................................................................................65 7. Conclusies ........................................................................................................................67 8. Aanbevelingen..................................................................................................................68 8.1 Hoofdaanbevelingen.....................................................................................................68 8.2 Randvoorwaardelijke aanbevelingen m.b.t. de aanpak WALVIS-project...................69 8.3 Aanbevelingen m.b.t. de kansen die WALVIS biedt...................................................70
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 5
Samenvatting
Het wetsvoorstel WALVIS raakt alle primaire uitvoeringsprocessen van UWV. Het heeft
daarmee een impact op de uitvoeringsprocessen die zijn gelijke niet kent. Vanuit die perceptie
heeft de groepsraad op 29 januari 2002 de opdracht gegeven een uitvoeringstoets op het
wetsvoorstel WALVIS te doen.
De uitvoeringstoets brengt een groot aantal risico's aan het licht, samenhangend met de
voorgenomen invoering van WALVIS per 1 januari 2005. De belangrijkste risico's zijn de
volgende:
· Het risico dat UVW het WALVIS-project niet voldoende kan beheersen teneinde per 01-
01-2005 WALVIS volledig te hebben ingevoerd.
· Het risico dat er onvoldoende draagvlak bestaat bij werkgevers voor de invoering van
WALVIS, waardoor de effecten die WALVIS beoogt niet gerealiseerd kunnen worden.
Deze risico's kunnen beheersbaar worden gemaakt door de volgende vier initiële risico's tot
beheersbare proporties terug te brengen. Deze luiden:
· de wet- en regelgeving is niet stabiel;
· het verwachtingspatroon over de effecten van WALVIS bij het Ministerie van SZW is te
hoog;
· het big-bang-scenario voor implementatie van WALVIS bij werkgevers per
01-01-2005 is niet te beheersen;
· de personele consequenties van de invoering van WALVIS krijgen niet voldoende
aandacht.
De eerste drie hiervan zijn grote risico's, en het effect van het handelen van UWV op de
reductie ervan is moeilijk voorspelbaar.
Per saldo concluderen wij dat op basis van de huidige wetgeving en uitgangspunten er
onverantwoord grote risico's zijn verbonden aan de volledige invoering van WALVIS per
01-01-2005.
Aanbevelingen
Ter reductie van de gesignaleerde risico's doen wij de volgende aanbevelingen:
1. Ga in overleg met het Ministerie van SZW en breng daarin de relatie tussen UWV en het
Ministerie ter sprake:
· Bespreek de tot op heden beperkte invloed van uitvoeringstechnisch commentaar op
de wet en regelgeving;
· Bespreek de aard, omvang en de reductiemogelijkheden van de risico's die deze
uitvoeringstoets aan het licht heeft gebracht;
· Biedt aan dat UWV haar uitvoeringsexpertise in co-makership ter beschikking stelt ter
ondersteuning van de ontwikkeling van nadere wet- en regelgeving.
Het gemeenschappelijk existentieel belang van deze wijze van samenwerking ligt in de
uitvoerbaarheid van de verder te ontwikkelen wetgeving.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 6
2. Bespreek met het Ministerie van SZW de conclusies van de uitvoeringstoets en de
randvoorwaarden om tot een effectieve en haalbare invoering van WALVIS te komen.
3. Operationaliseer het vastgestelde model op basis waarvan de besturing van het programma
WALVIS plaatsvindt.
4. Stel voorafgaand aan de start van het WALVIS-programma de UWV-standaards vast voor
te hanteren methoden en technieken.
5. Beperk de investeringen in huidige systemen en processen tot het hoogst noodzakelijke;
6. Onderzoek in lijn met de vorige aanbeveling of de convergentiestrategieën die UWV
uitvoert een bijdrage leveren aan het vermogen van UWV om WALVIS te ontwikkelen;
7. Onderzoek of het mogelijk is bestaande systemen uit te breiden met functies welke die
systemen in staat stellen te werken conform de WALVIS dagloonvaststelling;
8. Bespreek met SZW op ambtelijk niveau de delen 1 en 2 van deze uitvoeringstoets;
9. Geef het WALVIS-project van alle veranderingstrajecten binnen UWV voortdurend de
hoogste prioriteit;
10. UWV heeft een besturingsmodel ontwikkeld, dat via inrichtings- en migratieplannen
geïmplementeerd wordt. Stel een datum vast waarop die implementatie voltooid moet
zijn;
11. Stel binnen het programma WALVIS het organisatiemodel UWV op (inclusief taken,
bevoegdheden, verantwoordelijkheden) zoals dat er na invoering van WALVIS uitziet.
12. Communiceer structureel en frequent het beleid van UWV in duidelijke taal over de volle
breedte en diepte van UWV;
13. Tref alle noodzakelijke voorbereidingen teneinde werkgevers, werknemers en derden over
(de gevolgen van) WALVIS te informeren direct nadat het wetsvoorstel door Tweede en
Eerste Kamer is aangenomen.
De invoering van WALVIS brengt niet alleen risico's met zich mee. De invoering van
WALVIS (op enig moment) biedt UWV ook een aantal kansen. Die kansen hebben
betrekking op de volgende thema's:
· het ontwikkelen van de relatie met SZW op het gebied van de uitwerking van nadere wet-
en regelgeving;
· het verbeteren van de rechtmatigheid door de vereenvoudiging van de regelgeving en de
toenemende actieve betrokkenheid van werkgevers en werknemers bij handhaving;
· het leveren van een bijdrage aan administratieve lastenverlichting door het faciliteren van
werkgevers op het gebied van gegevenslogistiek en uitvoering van bijkomende taken;
· het leveren van een positieve bijdrage aan het imago van UWV door een directere
betrokkenheid van klant bij de uitvoering, en door een betere kenbaarheid van de
wet-/regelgeving;
· Een verlaging van de uitvoeringskosten door vergaande automatisering van de processen
na invoering WALVIS, naast het versneld uitfaseren van systemen met betrekking tot
polis en premie.
Besluitvorming:
· Stem in met de aanbevelingen zoals geformuleerd in de paragrafen 8.1 en 8.2 van
deel 1 van deze uitvoeringstoets;
· Doe een uitspraak over de wenselijkheid van elk van de kansen zoals genoemd in
paragraaf 8.3 van deel 1 van deze uitvoeringstoets.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 7
Leeswijzer
Opzet rapportage
Het rapport "Uitvoeringstoets WALVIS" bestaat uit drie delen. Het eerste deel van het rapport
omvat de risico-analyse. Deel twee geeft een inzicht in het (uitvoeringstechnisch) commentaar
dat UWV, het Lisv, de uvi's, de Raad van State en de Advies Commissie Toetsing
Administratieve Lasten (Actal) op het wetsvoorstel WALVIS hebben gegeven. Het derde deel
is de verantwoording over de uitvoering van de uitvoeringstoets WALVIS.
De rapportage heeft een aantal doelgroepen. In het onderstaand overzicht is aangegeven welke delen van de rapportage bestemd zijn voor welke doelgeroep.
RAPPORT DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 risico analyse uitvoeringstechnisch verant- commentaar woording Onderdeel samen- volledige samen- volledige volledige vatting en tekst vatting tekst + tekst Doelgroep hfdst.6, 7, 8 diskette opdrachtgever X X X RvB, groepsraad X X regiecommissie X X programmaraad X X adviesgroep X X
Leeswijzer deel 1 Risico-analyse
Het voorliggende "Deel 1 Risico-analyse" is als volgt opgebouwd:
Hoofdstuk 1 leidt het rapport in. Het tweede hoofdstuk beschrijft de inhoud van het
wetsvoorstel WALVIS op hoofdlijnen. Vervolgens omvat hoofdstuk 3 het kader op basis
waarvan de uitvoeringstoets is gedaan.
Hoofdstuk 4 omvat de feiten en meningen omtrent de risico's en oplossingen voor elk van de
COPAFIJTH-aspecten, zoals die door de divisies en staven naar voren zijn gebracht. Het
vijfde hoofdstuk ordent deze waarnemingen door het schetsen van de onderlinge samenhang.
Naast risico's brengt de invoering van WALVIS ook kansen met zich mee. Die komen aan de
orde in hoofdstuk 6.
Hoofdstuk 7 bevat de conclusies. Ten slotte vermeldt hoofdstuk 8 aanbevelingen waarover
aan de Raad van Bestuur een beslissing wordt gevraagd.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 8
1. Inleiding
1.1 Aanleiding
Een belangrijk discussiepunt bij de sociale verzekeringen is vaak de complexiteit van het SV-
stelsel geweest. Deze complexiteit heeft een aantal gevolgen, waarvan de omvangrijke
administratieve verplichtingen die het stelsel met zich meebrengt, er één is. Sinds jaar en dag
wordt gezocht naar vereenvoudigingen in het SV-stelsel die ook voor administratieve
lastenverlichting zorgen. Het wetsvoorstel WALVIS is een concrete vertaling daarvan.
WALVIS raakt alle primaire uitvoeringsprocessen van UWV. De wijzigingen die als gevolg van WALVIS in de huidige uitvoeringsprocessen moeten worden doorgevoerd zijn omvangrijk en verstrekkend. Ook op organisatorisch gebied heeft WALVIS invloed.
De invoering van WALVIS is derhalve een complexe operatie. Het is de grootste inhoudelijke wetswijziging die de uitvoering van de werknemersverzekeringen ooit kreeg te verwerken.
Dit gegeven heeft de groepsraad UWV doen besluiten een uitvoeringstoets WALVIS uit te
laten voeren, teneinde een beeld te krijgen van de risico's van de invoering van WALVIS
onder de condities die nu gelden en van eventuele aanbevelingen om deze risico's beheersbaar
te maken.
1.2 Opdrachtomschrijving
Op 29 januari 2002 heeft de groepsraad UWV de opdracht gegeven tot het doen van een
uitvoeringstoets WALVIS.
De directeur WG, Theo Fransen is opdrachtgever. De directeur Polis is belast met het geven
van uitvoering aan deze uitvoeringstoets. De projectmanager WALVIS is verantwoordelijk
voor de feitelijke uitvoering van deze opdracht.
De hoofddoelstelling van de uitvoeringstoets luidt:
Het geven van inzicht in de risico's die samenhangen met de haalbaarheid van een verantwoorde implementatie van WALVIS per 1-1-2005, en het doen van aanbevelingen met betrekking tot het ondervangen van die risico's.
De uitvoering van de toets houdt rekening met reeds onderkende risico's zoals verwoord in de reacties van Lisv, uvi's en UWV op de diverse versies van het wetsvoorstel WALVIS.
De eindrapportage dient tevens ter ondersteuning van overleg tussen UWV en SZW over de
verdere ontwikkeling en invoering van WALVIS.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 9
1.3 Afbakening onderzoek
De uitvoeringstoets WALVIS is gericht op het onderkennen van risico's en knelpunten met
betrekking tot de invoering van WALVIS per 1 januari 2005.
Het onderzoek heeft betrekking op de primaire processen die UWV uitvoert in het kader van
de wettelijk verplichte werknemersverzekeringen. Daarbij zijn zowel de primaire
uitvoeringsprocessen als de ondersteunende processen in ogenschouw genomen.
Het onderzoek heeft geen betrekking op de uitvoeringsprocessen die voortvloeien uit de uitvoering van bedrijfstakeigen regelingen, en voor-, naast-, en bovenwettelijke regelingen. Het wetsvoorstel WALVIS raakt deze regelingen namelijk inhoudelijk niet. Er is wel beknopt aandacht besteed aan de samenhang in de uitvoering van verplichte werknemersverzekeringen en de daaraan verwante regelingen.
1.4 Uitgangspunten en randvoorwaarden
Deze uitvoeringstoets brengt in kaart welke risico's en knelpunten samenhangen met de
invoering van WALVIS per 1 januari 2005. Bij de risico-inventarisatie is uitgegaan van een
aantal uitgangspunten op drie gebieden, te weten:
· de UWV-organisatie;
· externe invloeden;
· de WALVIS-wetgeving.
Per gebied volgt hieronder een korte opsomming van de gehanteerde uitgangspunten.
1.4.1. De UWV-organisatie
De huidige situatie van UWV kenmerkt zich onder andere door de volgende eigenschappen:
· UWV heeft een besturingsmodel ontwikkeld, dat via inrichtings- en migratieplannen
geïmplementeerd wordt. Deze implementatie is op dit moment nog niet afgerond. Dat
betekent dat de organisatorische ophanging van medewerkers nog niet in de volle breedte
bekend is;
· UWV kent een aantal gelijksoortige werkprocessen die op verschillende manieren zijn
ingericht. De uitgangssituatie kenmerkt zich door een veelheid van oplossingen voor
gelijksoortige problemen;
· UWV heeft nog geen breed gedragen definitief beeld van de eindsituatie waar zij naar op
weg is. De eindsituatie is de stand van zaken na invoering van WALVIS. Op het moment
van beschouwen bestonden er bij de organisatieonderdelen plannen die uitgaan van, en
toewerken naar verschillende eindbeelden.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 10
1.4.2. Externe invloeden op de UWV organisatie
De UWV organisatie is onderhevig aan een groot aantal externe invloeden. De impact
daarvan heeft een zekere historie, de belangrijkste kernpunten daaruit zijn de volgende:
· UWV heeft in de afgelopen jaren een reeks veranderingen met een grote impact
meegemaakt. Die veranderingen hadden betrekking gehad op positionering (wel/geen
privatisering van de uitvoering), besturing (Lisv/Ctsv) en kernprocessen (stelselherziening
WW, privatisering ZW, wijziging WAO, WAZ/WAJONG). Deze veranderingen hebben
in delen van de organisatie hun sporen nagelaten.
· WALVIS is niet de enige grote verandering die UWV de komende periode zal meemaken.
Kernthema's voor de toekomst zijn in ieder geval de WAO (SER-advies), en de
besprekingen rond mogelijke overgang van (delen van) de collecterende functie naar de
fiscus. Het is niet ondenkbaar dat daarnaast de komende Tweede-Kamerverkiezingen
grote veranderingen voor UWV met zich meebrengen.
1.4.3. WALVIS
Het wetsvoorstel WALVIS raakt het gehele uitvoeringsproces en is daarmee bijzonder
omvangrijk in zijn implicaties. Bij deze uitvoeringstoets zijn ten aanzien van het wetsvoorstel
de volgende uitgangspunten gehanteerd:
· WALVIS is in zijn geheel ingevoerd per 01-01-2005 zowel voor collecteren als voor
distribueren;
· de werkgevers gaan per 01-01-2005 over op PANA volgens een big-bang-scenario;
· gegevenslevering vanuit werkgevers verloopt via één standaardbericht;
· gegevenslevering door werkgever sluit aan op zijn salarisbetalingtijdvak;
· UWV berekent premieafdracht volgens voortschrijdend cumulatief rekenen;
· gegevensaanlevering, premievaststelling en premie-inning over een salarisbetalingtijdvak
dat de werkgever hanteert gebeurt binnen het daaropvolgende salarisbetalingtijdvak
· premiegrondslag = uitkeringsgrondslag;
· de vereenvoudiging van het loonbegrip is doorgevoerd;
· de dagloonregels voor de materiewetten zijn gelijkgesteld;
· er zijn aparte dagloonregels voor starters en herintreders;
· historisch loon is uitgangspunt, dus geen extra uitvraag naar toekomstig loon;
· objectivering van zoveel mogelijk subjectieve beoordelingsmomenten is gerealiseerd;
· referteperiode is voor alle materiewetten 1 jaar, behoudens enkele uitzonderingen;
· de polisadministratie is de basis voor de collecterende en de distribuerende functie
· de polisadministratie bevat gegevens over werknemers, werkgevers, arbeidsverhoudingen,
verzekeringsverhoudingen, lonen, sv-dagen en uitkeringsverhoudingen;
· de polisadministratie genereert driemaandelijks een verzekeringsbericht voor elke
verzekerde;
· de verzekerde heeft een correctieplicht op het verzekeringsbericht;
· de polisadministratie is als authentieke registratie beschikbaar voor derden.
Op basis van deze uitgangspunten zijn de knelpunten en risico's geïnventariseerd. Waar mogelijk zijn suggesties voor oplossingsrichtingen gedaan. Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 11
2. Wetsvoorstel WALVIS
2.1 Inleiding
Deze paragraaf geeft een korte schets van WALVIS. Het doel daarvan is de in hoofdstuk 4
opgesomde risico's beter te kunnen duiden. Allereerst wordt ingegaan op de inhoud van
WALVIS. Vervolgens worden de effecten weergegeven zoals die door de wetgever met
WALVIS zijn beoogd. Daarna komt de stand van zaken van WALVIS aan de orde en de
beoogde inwerkingtredingdatum.
2.2 Inhoud WALVIS
Het wetsvoorstel WALVIS beschrijft een aantal aspecten van de werking van de werknemers-
verzekeringen, waarbij vereenvoudiging van wet- en regelgeving en administratieve lasten-
verlichting centraal staan. De vereenvoudiging die WALVIS voorstelt, heeft betrekking op:
· het loonbegrip
· de dagloonvaststelling
De huidige regelgeving ten aanzien van het premieloonbegrip en de vaststelling van het
dagloon is uiterst complex. Het maakt dat de uitvoering van werknemersverzekeringen
moeilijk kan voldoen aan het rechtmatigheidvereiste. Daarnaast maakt de ingewikkelde
regelgeving het SV-stelsel weinig inzichtelijk, leidt het tot hoge uitvoeringskosten en hoge
administratieve lasten bij werkgevers. Voor SZW lag hierin de aanleiding om het wetsvoorstel
WALVIS op te stellen.
Om optimaal profijt te hebben van de gewenste vereenvoudiging, is het noodzakelijk
wijzigingen in het administratieve proces aan te brengen. Dit raakt de onderdelen:
· uitkeringsadministratie
· premieafdrachtsystematiek
· polisadministratie
In paragraaf 2.2.2 wordt op de hier genoemde punten nader ingegaan. De voorstellen in het
wetsontwerp betekenen een doorbraak na een jarenlange discussie (zie paragraaf 2.2.1). Ze
zijn van wezenlijke betekenis voor de vereenvoudiging van de uitvoering en de vermindering
van administratieve lasten.
2.2.1 Historisch perspectief
De voorbereiding van WALVIS gaat terug tot in de jaren '80. Toen werd al nagedacht over
direct verwante thema's als uniformering premieloon/dagloon, uniforme premieafdracht-
systematiek en invoering van een polisadministratie (rapport "Tegen de stroom in" (TDSI)) en
vereenvoudiging informatiestromen (VIS). In die context is WALVIS de wettelijke
verankering van een gedachtegoed dat al decennia in ontwikkeling is.
Enkele varianten van de concepten die het wetsontwerp beschrijft, zijn op onderdelen geïmplementeerd. Zo is er door UWV-Bouwnijverheid, UWV-GUO en UWV-USZO ervaring Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 12
opgedaan met een met WALVIS vergelijkbare vorm van gegevensaanlevering en benutting
binnen het premievaststellingproces. Een deel van de uitzendbranche levert via Reflex
loongegevens aan als basis voor de uitkeringsverzorging. De voormalige uitvoerings-
instellingen (uvi's) hebben in de afgelopen jaren de kern van hun administratie in behoorlijke
mate in lijn gebracht met de verzekerdenadministratie-- (VZA)-specificaties die het
voormalige Lisv en de uvi's gezamenlijk hebben ontwikkeld.
Naast een beschrijving van de werking van het primaire proces van UWV, geeft WALVIS
verdere invulling aan de rol van de verzekerdenadministratie (VZA) als polisadministratie
voor de processen van UWV.
2.2.2 Thema's verder uitgewerkt
Hoewel het wetsontwerp WALVIS één geheel is, zijn uit de Memorie van Toelichting
afzonderlijke thema's te onderscheiden. Hieronder wordt daar nader op ingegaan.
Loonbegrip
Een belangrijke pijler van WALVIS is het principe premiegrondslag = uitkeringsgrondslag.
Er zijn op dit moment tal van regelingen en besluiten die het loonbegrip nader definiëren. Het loonbegrip waarop de uitkering wordt gebaseerd, verschilt van het premieloonbegrip. Daar waar premie over wordt geheven, wordt niet altijd meegenomen in het uitkeringsdagloon. Deze discrepantie, maar ook de gedetailleerdheid van de verschillende regelingen, betekent dat de uitvoering geen gebruik kan maken van de gegevens die werkgevers vaak al eerder hebben aangeleverd (in eerste instantie voor de premieheffing).
Een juiste premieheffing en dagloonvaststelling vereist voor de uitvoering diverse
uitvraagmomenten en voor werkgevers een forse stroom van gegevens richting UWV. Dit
betekent dat noodzakelijkerwijs veel mensen betrokken zijn bij het collecterende en
distribuerende proces. Door te bepalen dat alleen de loonbestanddelen waarover premie is
betaald, meegenomen worden in het dagloon, wordt voorkomen dat voor de
dagloonberekening extra uitvraag nodig is.
WALVIS bewerkstelligt daarnaast dat het loonbegrip wordt vereenvoudigd. De hoofdlijn
daarbij is te garanderen dat er sprake is van een voldoende inkomensbescherming. Het SV-
loon moet díe bestanddelen bevatten die een werknemer tot zijn normale welvaartsniveau
rekent.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 13
Loon is volgens WALVIS:
· een overeengekomen vaste, naar tijdsruimte en in geld vastgestelde uitkering, die de
werknemer ter vergoeding van zijn arbeid van zijn werkgever ontvangt;
· een tegenprestatie voor verplicht te verrichten, organisatorisch onontkoombare
werkzaamheden1;
· het geheel van die loonbestanddelen die in de wet als zodanig zijn aangemerkt.
Loonbestanddelen die in omvang beperkt zijn of incidenteel worden verstrekt (bijv.
gratificatie), zullen niet langer tot het SV-premieloon worden gerekend. Evenals
loonelementen die geen substantieel onderdeel van het reguliere loon vormen, maar die
administratieftechnisch en uitvoeringstechnisch bewerkelijk en complex zijn (bijv. loon in
natura).
De voorstellen betekenen dat bij een uitkeringsaanvraag niet langer een loongegevensuitvraag
bij de werkgever nodig is. Daarnaast vervallen meerdere beoordelingsmomenten voor
werkgever en UWV. Wel verschuift bij sommige loonbestanddelen de beoordeling of iets tot
het loon behoort van de dagloongrondslag naar de premiegrondslag.
De doorwerking van WALVIS naar het fiscale loonbegrip zal in de zogenoemde Aansluitingswet van het Ministerie van Financiën aan de orde komen.
Dagloonsystematiek
In WALVIS wordt voorgesteld de dagloonregels flink te vereenvoudigen en wel als volgt:
· Integratie en uniformering
Nu zijn er nog aparte dagloonregels voor ZW, WW en WAO. Deze zijn niet
gelijkluidend. Er is dus verschillende kennis in huis nodig: als je de WW-dagloonregels
kent, wil dat niet zeggen dat je ook een ZW-dagloon kunt berekenen. Bedoeling is te
komen tot één dagloonregeling . WALVIS benoemt ook zo min mogelijk uitzonderingen
---
op de hoofdregel. Nu kennen de dagloonregels nog aparte berekeningswijzen voor
musici/artiesten, seizoenwerkers, leerlingen etc. Deze komen te vervallen. Belangrijk, en
zeker ook niet zonder gevolgen, is het voornemen de zogenaamde bijzondere
dagloonbesluiten te laten vervallen. Op dit moment zijn er 46 bijzondere dagloonbesluiten
(sectorgericht/opgesteld door de voormalige bedrijfsverenigingen). Rekening houden met
bijzondere dagloonregels betekent nu voor de uitvoering vaak een afwijkende uitvraag en
aparte berekeningswijze. Dat is na invoering WALVIS niet meer nodig.
· Geen extra uitvraag
Omdat premieloon = uitkeringsloon, vervalt de aparte "loongegevensuitvraag" voor de
dagloonvaststelling. Waar premie over wordt betaald, zit ook in het dagloon. Om dat
uitgangspunt verder te onderstrepen, wordt in WALVIS ook afgestapt van het z.g.
dervingsprincipe (toekomstgericht) en wordt alleen nog maar uitgegaan van het
"historische loon".
1 Deze bepaling betreft het z.g. overwerk. Op basis van het advies van de Raad van State zou het zo kunnen zijn dat deze
bepaling komt te vervallen.
2 Zo kent de ZW nu bijvoorbeeld een referteperiode van 13 weken, de WW van 26 weken en de WAO van een jaar. Bedoeling
is de dagloonregels te uniformeren. Zo wordt de referteperiode voor alle wetten één jaar.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 14
· Objectiviteit
WALVIS schrapt of objectiveert zoveel mogelijk subjectieve beoordelingsmomenten. Op
dit moment wordt bijvoorbeeld alleen het loon meegenomen dat iemand in de
referteperiode in zijn gewoonlijk uitgeoefend beroep op normaal gewerkte dagen
verdiende. Eventueel vindt daarbij een z.g. evenredige vermindering plaats. Dat vergt nu
vaak een moeizame beoordeling en veel uitvraag. In WALVIS wordt al het in
referteperiode genoten loon gedeeld door 261 dagen.
· Aansluiting premiebetalingtijdvakken
In aanvulling op de reeds doorgevoerde wijziging van de dagloonregels per 1 januari 2001
worden de referteperiode en het mee te nemen loon nog meer afgestemd op de voor
werkgever gebruikelijke salarisbetalingtijdvakken
De Memorie van Toelichting bij WALVIS geeft de voorstellen op hoofdlijnen weer. De dagloonregels zelf moeten nog opgesteld worden in lagere regelgeving
Uitkeringsadministratie
De voorgestelde aanpassingen zorgen voor een éénduidige dagloonvaststelling voor de ZW,
WW en WAO met zeer beperkte uitzonderingen en beoordelingsmomenten. Dit heeft
gevolgen voor de uitkeringsadministratie. Omdat de dagloonberekening eenvoudiger wordt,
zullen er minder handelingen nodig zijn en minder beoordelings- en controlemomenten
ontstaan. Dit betekent een aanzienlijke reductie van de werklast. De uitkeringsadministratie
zal daarnaast het aantal gegevens dat een werkgever moet aanleveren, behoorlijk kunnen
reduceren. Dat betekent weer minder uitvoeringskosten en minder administratieve lasten.
Daarnaast houdt de dagloonvereenvoudiging een grotere kans op een hogere
rechtmatigheidscore in.
Premieafdracht
Er worden thans twee manieren van premieafdracht gehanteerd, te weten: het
voorschotsysteem en het systeem van premieafdracht op nominatieve aangifte achteraf
(PANA) . Bij het eerste systeem beschikt de uitvoering niet over actuele loongegevens van de
3
werkgever. Bij het tweede systeem wel.
Gelet op het uitgangspunt van WALVIS, is het nodig dat UWV op basis van gegevens uit een
polisadministratie de hoogte van het uitkeringsdagloon kan berekenen. Gesloten
bedrijfsvoering is het doel. Dus zowel voor de collecterende functie als voor de distribuerende
functie moet van dezelfde (loon)gegevens gebruik gemaakt worden, om extra en incidentele
uitvraag bij werkgevers te voorkomen. Dit kan door PANA in te voeren.
PANA sluit aan op de salarisbetalingcyclus van de werkgever: de werkgever levert over een
salarisbetalingstijdvak (maand of vier weken) de (loon)gegevens aan. Na afloop van zo'n
tijdvak stelt UWV de verschuldigde SV-premie vast op basis van een systematiek van
voortschrijdend cumulatief rekenen. UWV stuurt vervolgens een premienota die de werkgever
moet betalen. De gecumuleerde grondslag aan het einde van het kalenderjaar is dan gelijk aan
de totale grondslag. De werkzaamheden met betrekking tot de definitieve eindnota en
correcties komen te vervallen. Dit betekent -op termijn- een lastenverlichting.
---
3 Waarbij UWV- USZO een bijzondere positie inneemt: hanteert een tijdvakheffing.
4 Werkgevers moeten hiervoor wel hun systemen aanpassen of van handmatig berekenen naar een geautomatiseerde
loon/salarisadministratie overgaan.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 15
Het gehele proces van gegevensaanlevering, premievaststelling en premie-inning dient
volgens WALVIS binnen een salarisperiode te zijn voltooid.
Voor werkgevers die nu te maken hebben met de voorschotsystematiek vervalt de z.g. 5%- regeling (geen beoordeling meer nodig of voorschotnota moet worden aangepast). De daarbijbehorende werkzaamheden voor UWV vervallen ook.
UWV blijft verantwoordelijk voor de vaststelling van door de werkgever verschuldigde
premies. Bezien wordt of de werkgevers zelf de hoogte van de premies mogen berekenen voor
de premieafdracht . Een mogelijkheid is dat UWV daartoe softwarepakketten certificeert.
5
WALVIS geeft aan dat UWV zal worden gevraagd te onderzoeken of het mogelijk is gebruik
te maken van vooringevulde loonopgaven, waarbij werkgevers kunnen volstaan met opgave
van mutaties.
Naar de gevolgen van het overstappen naar PANA voor het liquiditeitstekort moet nog -door
SZW- onderzoek gedaan worden.
Polisadministratie
De genoemde voorstellen leiden niet tot optimale lastenverlichting indien niet een goede
polisadministratie door UWV is ingericht. De gegevens in de polisadministratie zijn leidend
voor het vaststellen van premies en uitkeringen. WALVIS geeft aan dat de polisadministratie
het scharnierpunt vormt tussen de collecterende en distribuerende functie (koppeling WW/AG
aan polis).
Uitgaande van de voorstellen moet de polisadministratie gegevens bevatten over werknemers,
werkgevers, arbeidsverhoudingen, verzekeringsverhoudingen, lonen, sv-dagen en
uitkeringsverhoudingen. Met uitzondering van de laatstgenoemde categorie verkrijgt UWV
deze gegevens van de werkgever via de periodieke loonopgave (PLO). Een werkgever kan er
ook voor kiezen de PLO uit te breiden met meerdere gegevens (bijv ziektedagen). Als een
werkgever dit consequent doet, hoeft UWV die gegevens niet uit te vragen bij een
uitkeringsaanvraag. Nog een mogelijkheid is dat de werkgever extra gegevens verstrekt voor
de premieheffing van bedrijfstakeigen regelingen. Of een zogenaamde vooraanmelding
dienstverbandenwordt geïntroduceerd in WALVIS is nog onzeker.
6
De werknemer wordt meer verantwoordelijk voor de gegevens in de polisadministratie. In
WALVIS wordt het registratiebericht en het statusoverzicht vervangen door een
verzekeringsbericht. Het verzekeringsbericht krijgt de verzekerde aan het begin van ieder
nieuw dienstverband en daarna om de drie maanden, toegestuurd. Hierop staan alle
geregistreerde gegevens (actueel over laatste drie maanden en cumulatief over de
referteperiode). De verzekerde moet deze gegevens controleren en onjuistheden melden bij
UWV. UWV stelt dan een nader onderzoek in en zo nodig wordt de werkgever om
aanvullende informatie gevraagd.
WALVIS besteedt expliciet aandacht aan de positie van de polisadministratie als authentieke
bron. De volgende twee citaten illustreren dat:
5 Dit op basis van een advies van ACTAL. Ook de Raad van State heeft dit geadviseerd.
6 Verplichting voor werkgevers om op eerste werkdag aan UWV door te geven dat er iemand in dienst is getreden. Dit vanuit het
oogpunt om premie/belastingontduiking, zwart en illegaal werk te voorkomen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 16
"Het belang van de polisadministratie gaat verder dan de interne informatiehuishouding van
het UWV. Er zijn vele publieke instanties die behoefte hebben aan betrouwbare en actuele
registratie van gegevens over dienstverbanden, loongegevens en SV-uitkeringen. De
polisadministratie kan voor deze onderwerpen een "authentieke registratie" gaan vormen. Dit
betekent dat de polisadministratie niet alleen ten dienste staat van de uitvoering van de SV en
andere taken van het UWV maar ook van (wettelijke) taken van andere (publieke) instanties
(...)."
"Hoewel de polisadministratie hiermee voor de ziekenfondsen de facto gaat fungeren als
"authentieke registratie" van dienstverbandgegevens, is het nu te vroeg om dit begrip
wettelijk vast te leggen. Dit zal t.z.t. gebeuren in het kader van het interdepartementale
programma Stroomlijning Basisgegevens dat de gehele overheidsinformatievoorziening
omvat. Op dit moment kan worden volstaan met het benoemen van de ambitie om uit te
groeien tot "authentieke registratie". Wat in ieder geval geregeld zal worden, is de
beschikbaarheid van de gegevens in de polisadministratie voor extern gebruik. Het UWV zal
verplicht dan wel bevoegd zijn om de gegevens aan bepaalde instanties, voor bepaalde
doeleinde te verstrekken. Deze algemene regels zijn in SUWI opgenomen (...)." (Memorie van
Toelichting).
De wetgever geeft hiermee duidelijk blijk van zijn ambitie ten aanzien van de rol van de
polisadministratie in het publieke domein.
Ten slotte kan nog opgemerkt worden dat binnen het programma Stroomlijning
Basisgegevens, dat een (her)ordening van de gegevenshuishouding van de publieke sector tot
doel heeft, WALVIS invulling geeft aan de werking van de polisadministratie als authentieke
registratie van een aantal kerngegevens op het gebied van dienstverbanden. Het programma
Stroomlijning Basisgegevens wordt uitgevoerd in opdracht van de Minister van Grote Steden
en Integratiebeleid.
2.3 Beoogd effect wetgever
De beoogde vereenvoudiging dient -in onderlinge samenhang - de volgende doelen te
bewerkstelligen:
a. vergroting van de inzichtelijkheid van het stelsel;
b. verhoging van de rechtmatigheid van de uitkeringsvaststelling;
c. verlaging van de uitvoeringskosten van het UWV;
d. verlaging van de administratieve lasten voor werkgevers;
e. verbetering van de handhaving.
Hiertoe worden het SV-loonbegrip en de dagloonvaststelling vereenvoudigd. Daarnaast
worden de premieafdrachtsystematiek en de polisadministratie gewijzigd.
Dit heeft de navolgende effecten voor werkgevers, werknemers en UWV:
Gevolgen voor werkgevers en werknemers
De vereenvoudiging en uniformering van het SV-loonbegrip en de dagloonvereenvoudiging
betekent voor werkgevers op een aantal punten een administratieve lastenverlichting:
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 17
1. De werkgevers hoeven allerlei incidentele beloningen niet langer te betrekken in de
premieheffing werknemersverzekeringen. Dit betekent dat een werkgever over deze
loonbestanddelen niet langer hoeft te beoordelen óf deze aan premieheffing onderhevig
zijn en zo ja, hoe deze elementen gewaardeerd moeten worden. De werkgever kan
derhalve in het merendeel van de salarisperioden uitgaan van het reguliere loon.
2. Uniformering van het SV-premieloon en het SV-uitkeringsloon betekent dat er bij het
vaststellen van een uitkering niet langer gegevensuitvraag bij werkgevers hoeft plaats te
vinden ten aanzien van de verstrekte loonbestanddelen. Het UWV heeft deze gegevens
immers in de eigen administratie beschikbaar.
3. Als gevolg van de nieuwe dagloonsystematiek vindt er vooral een sterke reductie van het
aantal benodigde gegevens dat een werkgever moet leveren bij het vaststellen van een
uitkering. Gegevens met betrekking tot bijvoorbeeld het beroep, het aantal normaal
gewerkte dagen en het "plegen" te werken, maar ook met betrekking tot de algemene en
individuele loonontwikkelingen zijn niet langer noodzakelijk voor het vaststellen van een
uitkering.
Voor de werknemers betekent dit:
1. Dat geen premieheffing meer plaatsvindt over loonbestanddelen waarover geen uitkering
wordt verstrekt. Dit bevordert de inzichtelijkheid van het stelsel en verstrekt het
verzekeringskarakter van de werknemersverzekeringen.
2. Dat het stelsel van werknemersverzekeringen inzichtelijker wordt.
De voordelen voor werkgevers van een uniforme systematiek van premie-afdracht op aangifte
achteraf, in combinatie met de invoering van de polisadministratie, zijn de volgende:
1. De eerdergenoemde gegevensuitvraag bij het vaststellen van een uitkering kan
daadwerkelijk achterwege kan blijven.
2. Werkgevers gaan per salarisperiode de premies afdragen. Voor die werkgevers die dit
thans al doen heeft dit nauwelijks gevolgen. Voor die werkgevers, die thans de premies op
voorschotbasis afdragen en beschikken over een geautomatiseerde salarisadministratie (bij
hen zelf dan wel via een administratiekantoor) betekent de overgang een eenmalige
aanpassing van de systemen. Voor die werkgevers, die thans op voorschotbasis werken en
de salarisadministratie (nog) handmatig uitvoeren, heeft de overgang grotere gevolgen.
Dit betreft veelal kleinere werkgevers met een stabiel personeelsbestand. Zij dragen thans
periodiek hetzelfde bedrag aan premies af en ondervinden geen last van de
eerdergenoemde 5%-regeling. Na afloop van het jaar wordt voor deze werkgevers het
feitelijk verschuldigde bedrag vastgesteld. In de nieuwe systematiek zullen deze
werkgevers per salarisperiode de loongegevens moeten doorgeven. Bij een stabiel
personeelsbestand is dit evenwel geen aanzienlijke lastenverzwaring, zeker niet als wordt
overgegaan op geautomatiseerde aanlevering.
3. Werkgevers zullen niet langer een afzonderlijke aanmelding van een dienstverband
hoeven in te sturen. Deze gaat samen met de eerste Periodieke loonopgave (PLO).
4. Het streven is om ook de VerzekeringsVerklaring Werkgever (VVW) voor de ZFW te
laten vervallen.
Werknemers krijgen ten slotte als gevolg van het verzekeringsbericht een beter inzicht in hun
verzekeringspositie.
Gevolgen voor UWV
Voor UWV betekent de vereenvoudiging van het loonbegrip en dagloonsystematiek en de
nieuwe premiesystematiek het volgende:
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 18
1. Een verschuiving van de gegevensuitvraag rond lonen van collecteren en distribueren naar
de polisadministratie en een grote toename van berichten per salarisperiode
2. De noodzakelijke gegevensuitvraag bij werkgevers voor de uitkeringsverzorging kan fors
worden gereduceerd.
3. De vereenvoudiging van de dagloonsystematiek betekent een aanzienlijke reductie van de
werklast bij het vaststellen van de hoogte van de uitkering.
4. De rechtmatigheid van de uitkeringsvaststelling zal toenemen. De belangrijkste bron voor
de onrechtmatigheid van een vaststelling, de complexiteit van de dagloonregels, komt
immers te vervallen.
5. De handhavingsmogelijkheden nemen toe. De administratie van UWV zal als gevolg van
het systeem van premie-afdracht achteraf altijd actueel zijn. Dat betekent dat het UWV
eerder kan signaleren of een werkgever steeds de juiste gegevens heeft doorgegeven (en
dus ook het juiste bedrag aan verschuldigde premies heeft afgedragen
2.4 Actuele status en beoogde inwerkingtreding
Hieronder volgt voor het wetsvoorstel WALVIS het wetgevingtraject dat inmiddels is
afgelegd.
Datum Actie
17 november 2000 Ministerie SZW biedt WALVIS aan Lisv aan voor uitvoeringstoets
31 januari 2001 Lisv stuurt uitvoeringstechnisch commentaar naar SZW
7 juni 2001 Ministerie SZW biedt WALVIS aan ACTAL aan voor toets op
administratieve lasten
3 juli 2001 ACTAL stuurt commentaar naar SZW
juli 2001 Bespreking in de Ministerraad
23 juli 2001 Ministerie SZW biedt WALVIS aan de Raad van State aan
23 november 2001 Raad van State stuurt advies aan SZW
januari 2002 Ministerie van Financiën stuurt Aansluitingswet WALVIS naar Raad
---
van State
5 februari 2002 Ministerie SZW stuurt wetsvoorstel WALVIS naar Tweede Kamer
Op dit moment ligt het wetsvoorstel dus bij de Tweede Kamer. Het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid (SZW) rekent erop dat WALVIS niet meer vóór de verkiezingen
behandeld wordt. De planning is dat WALVIS in de tweede helft van 2002 in de Tweede
Kamer wordt behandeld en in het eerste kwartaal 2003 in de Eerste Kamer. Over de
inwerkingtredingsdatum wordt in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel WALVIS
het volgende opgemerkt.
" (...) Gezien het voorgaande wordt thans voorzien om het onderhavige wetsvoorstel,
alsmede het wetsvoorstel aangaande de uniformering van het fiscale loonbegrip en het SV-
loonbegrip, per 1 januari 2005 in werking te laten treden."
7 De Aansluitingswet WALVIS behandelt het nieuwe loonbegrip voor de fiscus. In deze wet wordt aansluiting gezocht bij de voorstellen rond het premieloon uit WALVIS. Daarmee wordt zoveel mogelijk voorkomen dat werkgevers (hoewel niet meer voor het premieloon SV), toch loonelementen moeten registreren t.b.v. het fiscale loon. Dit zou de beoogde administratieve lastenverlichting beperken. Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 19
3. Kader voor de uitvoeringstoets
3.1 Inleiding
Het doel van de uitvoeringstoets is:
Het geven van inzicht in de risico's die samenhangen met de haalbaarheid van een
verantwoorde implementatie van WALVIS per 1-1-2005, en het doen van
aanbevelingen met betrekking tot het ondervangen van die risico's.
Bij de uitvoering van deze uitvoeringstoets is een kader gehanteerd dat in dit hoofdstuk kort
aan de orde komt.
3.2 Het begrip risico
De uitvoeringstoets beoogt inzicht te geven in risico's. Het begrip risico heeft betrekking op
de schade die het gevolg is van het optreden van een gebeurtenis. Daarbij zijn twee aspecten
van belang, te weten:
· kans
het aspect kans heeft betrekking op de waarschijnlijkheid dat een gebeurtenis optreedt.
· schade
het aspect schade heeft betrekking op de omvang van de schade die het gevolg is van het
optreden van een gebeurtenis.
Op basis van deze aspecten is het begrip risico te definiëren als het product van kans en
schade. Een risico is groot wanneer het product van kans en schade relatief gezien groot is.
Los van deze "formule" is vaak ook tentatief vast te stellen of een risico groot is of niet.
Bij de risico-analyse worden de Kans en de Schade ingeschat. De schatting "groot" en klein
zijn subjectief. Indien bijvoorbeeld werkgevers allemaal 1 maand later de premies afdragen,
heeft dat grote gevolgen voor de kaspositie van de fondsen. De kaspositie kan aanzienlijker
lager uitkomen. De schade is echter beperkt; de fondsen moeten wellicht geld lenen om een
kastekort aan te vullen. Hiervoor betalen de fondsen rente. Het bedrijfsleven heeft een
rentevoordeel. Per saldo is de schade beperkt.
3.3 COPAFIJTH-aspecten
Deze uitvoeringstoets belicht de risico's en knelpunten samenhangend met de invoering van
WALVIS. Deze risico's en knelpunten zijn aspectgewijs in kaart gebracht en geanalyseerd.
Bij deze analyse is gebruik gemaakt van het kader dat het COPAFIJTH model biedt.
De afkorting COPAFIJTH is samengesteld uit de eerste letters van een negental aspecten dat in het kader van de uitvoeringstoets is belicht. Hieronder komen die aspecten kort aan de orde.
Communicatie
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 20
Communicatie heeft betrekking op de communicatie over WALVIS naar onze externe relaties
(werknemers, werkgevers, derden). Daarnaast omvat communicatie ook de interne
communicatie over WALVIS.
Organisatie
Het aspect organisatie heeft betrekking op de organisatiestructuur en -cultuur.
Personeel
Met personeel worden zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve personeelsaspecten
aangeduid.
Administratieve organisatie
De term administratieve organisatie verwijst naar de organisatie van de administratieve
processen en de procedures die daarop van toepassing zijn.
Financiën
In UWV termen duidt het begrip financiën op de grote geldstroom, de kleine geldstroom
(inclusief veranderkosten), en de fondsen.
Informatie(-systemen)
Informatie(-systemen) doelt op de samenstelling, omvang en werking van de
informatiesystemen die UWV hanteert om haar processen uit te voeren.
Juridisch
Het juridische aspect verwijst naar het wettelijk kader waarbinnen UWV dient te opereren,
alsmede de wet- en regelgeving die in de uitvoering van de SV-wet- en regelgeving van
toepassing is op de klanten van UWV.
Techniek
Met techniek wordt geduid op het volledige scala aan technische hulpmiddelen dat UWV
nodig heeft voor de uitvoering van haar processen.
Huisvesting
Huisvesting tenslotte verwijst naar de omvang, opbouw en samenstelling van de locaties waar
de processen worden uitgevoerd en/of ondersteund.
3.4 Invloed
Zoals hiervoor is aangegeven geeft de rapportage per aspect aan of er sprake is van een groot
of een klein risico. Per risico is daarnaast vast te stellen of UWV veel of weinig invloed heeft
op de reductie ervan.
Evenals het begrip `risico`, verdient ook de term `invloed` enige toelichting. De mate van
invloed op de reductie van een risico neemt toe, naarmate de voorspelbaarheid van de
resultaten van het handelen ter reductie van dat frisco toeneemt.
Op basis van deze definitie heeft UWV veel invloed op een risico als UWV met zekerheid kan voorspellen dat haar acties het risico sterk zullen doen afnemen. Dit zal met name het Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 21
geval zijn bij risico's waarvan de oorzaak intern ligt, en waar menselijk gedrag een beperkte
invloed heeft.
De invloed van UWV op de omvang van een risico neemt af naarmate de oorzaken van het
ontstaan van het risico buiten UWV liggen, en/of wanneer er sprake is van een grote invloed
van menselijk gedrag.
3.5 Oplossingsrichting
In het voorgaande is aangegeven dat risico's zich onderscheiden naar omvang en naar invloed
op de reductiemogelijkheden van het risico. Ten aanzien van de omvang zijn de begrippen
kans en schade geïntroduceerd. Deze begrippen zijn met name van belang bij de vaststelling
van maatregelen die leiden tot de beperking van risico. De toepassing van de geschetste
tweedeling maakt dat er twee typen maatregelen zijn te onderscheiden die beiden
risicobeperkend werken.
Het eerste type maatregel is gericht op het beperken van de kans dat een gebeurtenis zich
voordoet. Deze maatregelen zijn vooral van belang bij de beperking van risico's waarbij
sprake is van een grote kans. Deze maatregelen bevinden zich in de sfeer van
controlemechanismen, terugkoppelingen, en het creëren van extra ingrijpingsmogelijkheden
in een voortgaand proces.
Het tweede type maatregel richt zich veel meer op het reduceren van de schadelast. Dergelijke
maatregelen zijn van belang bij risico's die zich kenmerken door een grote schade.
Schadebeperking kan bereikt worden door de omvang van de gebeurtenis die de schade
veroorzaakt te beperken, door processen of ketens op te knippen in delen zodat binnen een
procesgang afhankelijkheden afnemen.
3.6 Prioritering
Uit het voorafgaande kan een beperkt stelsel van categorieën risico's opgebouwd worden, dat
ondersteunend is bij het prioriteren van activiteiten ter reductie van de vastgestelde risico's.
Dat stelsel is opgebouwd langs twee lijnen:
· risico's zijn op basis van kans en schade in te delen in termen van groot en klein;
· risico's zijn in te delen naar invloed op de reductie ervan: veel of weinig invloed.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 22
Uitgezet in een kleine matrix ontstaat het volgende beeld:
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Deze verdeling in vier categorieën kan UWV ondersteunen in de wijze waarop UWV omgaat
met reductie van de geschetste risico's.
De nummering in de matrix geeft de volgorde in prioriteit van reductie aan:
1. Grote risico's waar UWV veel invloed op heeft hebben potentieel een hoog rendement waar het gaat om de inspanning die UWV levert ter reductie van die risico's. De omvang van het risico, in samenhang met de mogelijke effectiviteit van ondernomen activiteit geven deze categorie de hoogste prioriteit.
2. Grote risico's waar het UWV weinig invloed op heeft hebben een lager rendement als
het gaat om de reductie van die risico's. De omvang van het risico maakt het
noodzakelijk dat UWV er ondanks het lagere rendement actie op onderneemt,
bijvoorbeeld in de vorm van het afgeven van signalen naar derden die meer invloed
kunnen uitoefenen.
3. Kleine risico's binnen de invloedssfeer van UWV kunnen rendement opleveren, het
effect op de totale risicoreductie is beperkt.
4. Kleine risico's waarop het UWV weinig invloed heeft krijgen in de reductie de laagste
prioriteit: de kans dat het handelen van UWV een betekenisvol effect heeft op de
risicoreductie is gering.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 23
4. Risico-analyse
4.1 Inleiding
Dit hoofdstuk bevat een geordende opsomming van de risico's die tijdens de uitvoering van
deze toets vastgelegd. Deze risico's zijn naar voren gekomen tijdens een UWV-brede brown
papersessie op 26 februari 2002, en in de weken daarna aangevuld tijdens interviews met
vertegenwoordigers van de divisies en de staven. Alle geïnventariseerde risico's zijn hier
gegroepeerd naar aard weergegeven. Daarmee heeft de opsomming het karakter van een
waarneming. In het kader van dit hoofdstuk heeft geen beoordeling en filtering van de risico's
plaatsgevonden.
De risico's zijn in dit hoofdstuk gerangschikt naar aspect, waarbij gebruik is gemaakt van het
COPAFIJTH-model dat in hoofdstuk 3 is geïntroduceerd. Daarbinnen zijn de risico's verdeeld
over de vier categorieën die hiervoor zijn beschreven. Voor elk van de risico's zijn
oplossingsrichtingen opgenomen voor zover die tijdens de analyse naar voren zijn gekomen.
De oplossingsrichtingen zijn op dezelfde wijze als de risico's gerangschikt.
Per aspect ontstaat daarmee het volgende beeld:
Risico's en oplossingen
Nr. Omschrijving risico Kans Schade Nr. Omschrijving oplossingsrichting
klein/ klein/
groot groot
· · · ·
1 1
· ·
2 2
· ·
3 3
· ·
4 4
Risico's en oplossingsrichtingen zijn hiermee per aspect in prioriteitsvolgorde inzichtelijk
gemaakt. Hoofdstuk 4 vormt daarmee een weergave van basismateriaal, dat dient als input
voor de conclusies en aanbevelingen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 24
Gedurende de periode waarover de uitvoeringstoets heeft plaatsgevonden hebben zich op
diverse terreinen ontwikkelingen voorgedaan, die mogelijk invloed hebben op de actuele
perceptie van de risico's die zijn geïnventariseerd. Dit geldt met name voor de volgende
aandachtsgebieden:
· de ontwikkeling en invoering van het besturingsmodel UWV;
· de ontwikkeling en invoering van het besturingsmodel voor het programma WALVIS;
· de ontwikkelingen rond de beleidsuitgangspunten ten aanzien van de collecterende
functie.
Bij het formuleren van de aanbevelingen is hier rekening mee gehouden.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 25
C O P A F I J T H
4.2 Risico's en oplossingen
4.2.1 Risicomatrix communicatie
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade klein/ klein/ groot groot 1 · · ·
· Te hoog verwachtingspatroon wekken door SZW bij wkg/wn: · groot · groot
In de voorlichting zou het zo kunnen zijn dat de situatie mooier
2 wordt voorgedaan dan hij is. Naast de informatie uit de
polisadministratie zoals beschreven in WALVIS, bestaat
bijvoorbeeld voor de WW behoefte aan gegevens over uren.
· Onvoldoende draagvlak: zowel bij grote en kleine werkgevers
Imago schade.
· groot · groot
en werknemers.
· Onvoldoende begrip voor uitvoeringsconsequenties bij SZW. · groot · groot
· Onbekendheid WALVIS bij derden (SVB/CVZ/GSD/CWI). · klein · klein
3 · Teveel beloven door UWV en te hoog verwachtingspatroon · klein · groot
wkg/wn: In de voorlichting zou het zo kunnen zijn dat de
situatie mooier wordt voorgedaan dan hij is. Imago schade.
· Te weinig aandacht voor communicatie WALVIS in UWV. · klein · groot
· Externe en interne communicatie niet tijdig. · klein · groot
· Communicatie onvoldoende toegespitst op partijen met · klein · groot
verschillende belangen.
· Communicatie onvoldoende toegespitst op veel veranderingen · klein · klein
(waarvan WALVIS er één is) tegelijkertijd.
4 · · · Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 26
C O P A F I J T H
4.2.2 Oplossingsmatrix communicatie
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
1 ·
· SZW en UWV stemmen voorlichting onderling af. Hierbij aandacht schenken aan
behoefte aan gegevens rond uren voor de WW en mogelijkheden die gegevens
2 structureel of ad hoc aan te leveren.
· Doelgroep analyse en segmenteren. Voorlichting daarop afstemmen: brieven, folders,
bijeenkomsten, faciliteren. Afstemmen met handhavingscommunicatie, en
· werkgeversorganisaties activeren.
· Regulier overleg op ambtelijk niveau.
· Informatie verstrekken aan derden (na doelgroepanalyse betrekken in
Communicatieplan).
3 · Duidelijke voorlichting, met daarin een boodschap en propositie die waarheidsgetrouw
is. Dus waarin helder wordt aangegeven wat de voor- én de nadelen zijn en rechten én
plichten.
· Infobijeenkomsten, nieuwsbrief, intranet etc.
· Communicatieplan opstellen met tijdpad.
· Doelgroepanalyse. Communicatie daarop afstemmen.
· In communicatie de samenhang tussen verschillende veranderingen benadrukken.
4 ·
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 27
C O P A F I J T H
4.2.3 Risicomatrix organisatie
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· UWV Organisatie (incl. taken/bevoegdheden/ · groot · groot
verantwoordelijkheden) is niet stabiel.
1 · De UWV-missie is niet expliciet genoeg. · groot · groot
· Onderlinge afhankelijkheid divisies/afdelingen neemt toe · groot · groot
terwijl de organisatie daar niet voldoende op is ingericht.
· Verantwoordelijkheden verschuiven van WW/AG naar WG · groot · groot
-> Onduidelijkheid taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden.
· Veranderbereidheid UWV te beperkt voor WALVIS . · groot · groot
· UWV is onvoldoende voorbereid op mogelijke verschuiving · groot · groot
van kernprocessen naar belastingdienst (heffing, inning,
2 · Veranderingsvermogen UWV overbelast door andere wettelijke · groot · groot
looncontrole, polis).
en organisatorische veranderingen.
· Omvang en structuur programmaorganisatie remt de voortgang · klein · groot
3 van invoering WALVIS.
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 28
C O P A F I J T H
4.2.4 Oplossingsmatrix organisatie
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Helderheid bieden over en stabiel houden van het gekozen organisatiemodel (incl.
taken/bevoegdheden/verantwoordelijkheden).
1 · Missie expliciteren: operational excellence versus klantconcept.
· Coördinatie organiseren, raakvlakken taken/bevoegdheden/verantwoordelijkheden
expliciet maken, sturen op samenhang.
· Horizontale afstemming tussen divisies organiseren, kaders bieden,
taken/bevoegdheden/verantwoordelijkheden expliciteren, Service Level agreements
(SLA's) vaststellen.
· Informeren medewerkers over het belang van invoering van WALVIS.
· Helderheid bieden: afstemming vanuit UWV met SZW en Financiën over dit onderwerp en over eventuele tijdlijnen (3 , 5, 10 jaar, "nooit"). 2 · SZW wijzen op het belang van nieuwe wettelijke ontwikkelingen in relatie de
haalbaarheid van de realisatie van WALVIS.
· Heldere programmaorganisatie met korte besluitvormingslijnen en duidelijke sturing.
3
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 29
C O P A F I J T H
4.2.5 Risicomatrix personeel
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· Mogelijke omvangrijke wijzigingen in werklast, zowel bij · groot · klein
collecteren als bij distribueren.
1 · Demotivatie medewerkers door wijzigingen in functies en door · groot · groot
de totale veranderende structuur.
· Veranderende eisen aan capaciteiten van medewerkers. · groot · groot
· Als gevolg van doelstelling kostenreductie vloeit personeel af · klein · groot
dat juist voor WALVIS hard nodig is.
·
2
· Onvoldoende afstemming tussen management en COR. · klein · groot
3
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 30
C O P A F I J T H
4.2.6 Oplossingsmatrix personeel
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Tijdig voorzien in personeelsplanning geredeneerd vanuit de situatie na invoering
WALVIS.
1 · Medewerkers tijdig informeren over en intensief betrekken bij de veranderingen, en
· tijdig, parallel ontwikkelen/implementeren van personeelsbeleid en -instrumenten.
· Tijdig voorzien in opleidingsplannen en opleidingscapaciteit.
· Wees selectief in het vaststellen van de plaats waar kostenreductie plaatsvindt.
·
2
· Tijdig en op de juiste wijze afstemmen met de COR.
3
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 31
C O P A F I J T H
4.2.7 Risicomatrix administratieve organisatie deel 1
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· UWV houdt bij inrichting processen te weinig rekening met · groot · groot
mogelijke overheveling van taken naar de Belastingdienst.
· Doorlooptijd (1 maand) voor de verwerking van de · groot · groot
aangeleverde gegevens is te kort om collecterende functie uit te
1 · Benodigde kwaliteit en tijdigheid van gegevens ten behoeve
voeren.
· groot · groot
van de collecterende functie komt niet overeen met de eisen van
· Hogere eisen aan gegevens door de distribuerende functie leidt · groot · klein
de distribuerende functie.
tot een toename van administratieve werkzaamheden.
· Driemaandelijkse verzekeringsberichten leidt tot · groot · klein
correctiemoeheid verzekerde.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 32
C O P A F I J T H
4.2.8 Oplossingsmatrix administratieve organisatie deel 1
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Processen modulair en afzonderbaar ontwerpen, in samenwerking met de
Belastingdienst.
· Werkgevers stimuleren tijdig gegevens aan te leveren, en
· processen inrichten op snelle massale gegevensverwerking.
1 · Werkgevers stimuleren tijdig hoogwaardige gegevens aan te leveren, en
· processen inrichten op snelle massale gegevensverwerking.
· Voldoende kwaliteitsborgende maatregelen incorporeren in polisadministratie en in
gegevensaanlevering werkgevers.
· Intensieve structurele informatiecampagne gericht op het belang van verzekerden.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 33
C O P A F I J T H
4.2.9 Risicomatrix administratieve organisatie deel 2
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· Onbeheersbaarheid van invoering "big bang" per 1-1-2005. · groot · groot
· Uitvoering bedrijfstakeigen-regelingen met afwijkende · groot · klein
· Rekenregels premieberekening zijn niet duidelijk genoeg
dagloonbegrippen wordt complexer.
· klein · groot
· Complexiteit uitvoering neemt toe, door compromissen rond
(dag/tijdvak/franchise/deeltijdfactor).
· groot · groot
2 · Veel uitval en extra administratieve handelingen bij invoering
WALVIS in de politieke besluitvorming.
· groot · groot
WALVIS door (te) lage kwaliteit gegevens.
· Het respecteren van bestaande rechten leidt tot de noodzaak · groot · klein
twee uitkeringsprocessen operationeel te houden.
· Het kort-cyclische karakter van het uitvoeringsproces vergroot · groot · groot
de impact van ontduiking/ontwijking door werkgever;
Premieloon = uitkeringsloon = maatmanloon: onrechtmatigheid · groot · klein
in het premieloon werkt door in het gehele proces.
· Werknemers en werkgevers hebben te weinig belang bij juiste
aanlevering gegevens, wat kan leiden tot extra uitvraag van · groot · groot
gegevens.
· Aantal thema's niet meegenomen in WALVIS (WAZ/
WAJONG, knipperbollen, maatmanloon), kan leiden tot · groot · groot
uitzonderingen op uitvoeringsprocessen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 34
C O P A F I J T H
4.2.10 Oplossingsmatrix administratieve organisatie deel 2
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Gefaseerde invoering vooruitlopend op de wettelijke invoeringsdatum.
· Stimuleer sociale partners bedrijfstakeigen-regelingen te enten op WALVIS, en
· stimuleer sociale partners bedrijfstakeigen-regelingen zelf uit te voeren.
· SZW wijzen op het belang van tijdige beschikbaarheid van nadere regelgeving, en
· SZW wijzen op de relatie tussen inhoud wetgeving en complexiteit uitvoering.
· Waar mogelijk relaties met politiek inzetten om eenvoud wetsvoorstel te bewaren.
· Werkgevers voor en bij invoering faciliteren en stimuleren kwalitatief goede gegevens
2 · SZW wijzen op de relatie tussen inhoud wetgeving en complexiteit uitvoering.
aan te leveren.
· Adequate controle inrichten, en
· SZW wijzen op het belang van handhaving en het belang van beperken gevolgschade
bij onrechtmatigheid, in de ontwikkeling nadere regelgeving, en
· administratieve procedures inrichten met het oogmerk handhaving, en beperking van
gevolgschade bij onrechtmatigheid.
· SZW wijzen op de relevantie van het belang dat verzekerden en werkgevers hebben bij
de kwaliteit van de gegevens in de polisadministratie, het belonen van gewenst gedrag
en/of sanctioneringsmechanismen opnemen in nadere regelgeving naast mogelijke
realisatie in eigen administratieve procedures.
· SZW wijzen op de relatie tussen inhoud wetgeving en complexiteit uitvoering, en
· als de genoemde thema's daadwerkelijk leiden tot uitzonderingen, dan:
· Processen inrichten met minimale extra gegevensuitvraag.
· Communicatie met werkgevers als sprake is van extra gegevensuitvraag.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 35
C O P A F I J T H
4.2.11 Risicomatrix administratieve organisatie deel 3
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· Procesafhankelijkheid tussen polisadministratie en · klein · groot
collecteren/distribueren leidt tot hoger afbreukrisico van het
3 · Keuze welke gegevens op voorraad en welke gegevens ad hoc
uitvoeringsproces.
· klein · groot
op te vragen blijft te lang uit (bijv. uren t.b.v. WW).
· Uniform binnen UWV gehanteerde methoden en technieken · klein · groot
blijven te lang onduidelijk.
4 · · ·
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 36
C O P A F I J T H
4.2.12 Oplossingsmatrix administratieve organisatie deel 3
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Ontwerp processen zodanig dat afhankelijkheden het uitvoeringsproces niet
belemmeren. Dat kan door inbouwen van noodprocedures, door het bieden van de
3 · Definieer snel criteria op basis waarvan keuzen gemaakt kunnen worden.
mogelijkheid tot het nemen van ad hoc maatregelen etc.
· Kies een stelsel van methoden en technieken ter ondersteuning van analyse/ ontwerp van bedrijfsprocessen, dat bedrijfsbreed wordt gehanteerd. Kernthema's: betrokkenheid gebruikers en aansluitbaarheid op huidige werkwijzen.
4 ·
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 37
C O P A F I J T H
4.2.13 Risicomatrix financieel
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· Ontstaan (tijdelijk) liquiditeitsgat door verschuiving · groot · klein
premiebetalingsmoment.
1 · Te hoge verwachting van SZW t.a.v. realisatie reductie
· groot · groot
uitvoeringskosten als gevolg van WALVIS (moment èn
omvang) en te hoge verwachting ten aanzien van reductie van
administratieve lasten, dit geldt zeker als veel "uitzonderingen"
ontstaan.
· · ·
2
· Benodigde financiële middelen t.b.v. WALVIS-project niet · klein · groot
tijdig aanwezig.
3
· Mogelijk financieringstekort sociale fondsen door grootschalig · klein · klein
te laat betalen door werkgevers.
4 · Economisch zwakke werkgevers kunnen door vervroeging van · klein · klein
afdrachtmoment premie niet betalen.
· Wijziging in macro-premiegrondslag en/of macro · klein · klein
uitkeringsgrondslag a.g.v. wijziging dagloon.
· Wijzigingen in WALVIS terwijl al gebouwd wordt. Meerkosten · groot · klein
in verband met aanpassingen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 38
C O P A F I J T H
4.2.14 Oplossingsmatrix financieel
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Eenmalige premieverhoging of financiering uit vermogen op basis van bestaande
procedures, of in overleg met SZW vaststellen of financiering uit overschotten in de
1 · SZW onderbouwd inzichtelijk maken dat WALVIS de reductie van uitvoeringskosten
sociale fondsen mogelijk is.
als gevolg van WALVIS mogelijk lager uitpakt dan SZW veronderstelt.
·
2
· SZW wijzen op de noodzaak van separate voorfinanciering (temporale financiering)
van WALVIS.
3
· Markt tijdig voorbereiden op wijzigingen in afdrachtsystematiek.
Eventueel kastekort bestrijden via bestaand financieringsarrangement met het
4 · Markt tijdig voorbereiden op wijzigingen in afdrachtsystematiek.
Ministerie van Financiën.
· Onderzoek of het zinvol en mogelijk is de premiestelling voorafgaand aan invoering
WALVIS aan te passen.
· SZW inzichtelijk maken op welke aannames gebouwd wordt en inzichtelijk maken dat
wijzigingen kunnen leiden tot toename van kosten.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 39
C O P A F I J T H
4.2.15 Risicomatrix informatiehuishouding deel 1
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· Premie, WW en AG lukt het vanwege interne redenen niet om · groot · groot
hun informatie/ gegevensbehoefte tijdig aan Polisadministratie
1 · Doorlooptijd nieuwbouw en aanpassingen is te lang, ook als
duidelijk te maken.
· groot · groot
redelijk snel tot aanpak kan worden besloten.
· Personeelscapaciteit voor WALVIS tezamen met andere · groot · groot
noodzakelijke systeemaanpassingen te klein.
· Complexiteit huidige situatie brengt een groot afbreukrisico · groot · groot
met zich mee (veel verschillende systemen en veel onderlinge
afhankelijkheden).
· Complexiteit huidige situatie brengt hoge aanpassingskosten · groot · groot
met zich mee.
· Kwaliteit gegevensaanlevering PANA laat te wensen over. · groot · groot
2 · Door het uitblijven van tijdige duidelijkheid in · groot · groot veranderingstrajecten die in de publieke sector lopen over architecturen voor gegevensaanlevering (mid office), worden UWV-beslissingen hierover belemmerd. Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 40
C O P A F I J T H
4.2.16 Oplossingsmatrix informatiehuishouding deel 1
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Tijdig inventariseren gegevensbehoefte WG, AG en WW => afstemmen met
Polisadministratie.
1 · Bouw niet meer dan nodig, gebruik bestaande voorzieningen waar dat kan.
· Geef WALVIS topprioriteit, en
· beperk aanpassingen huidige systemen tot het hoogstnoodzakelijke, en
· huur tijdig capaciteit in waar nodig.
· Planning en coördinatie centraal, uitvoering waar mogelijk decentraal, werk modulair,
werk parallel op basis van raakvlakspecificaties. Gebruik de "landkaarten van
systemen" uit Millennium- en Euro-projecten t.b.v. analyse afhankelijkheden. Gebruik
Euro- ervaringen bij het managen van conversie van systemen, processen, etc., en
· start binnen het Infrastructuurprogramma ICT een programma voor de
verwerkingsinfrastructuur die voor de implementatie van WALVIS nodig zal zijn.
· Integreer systemen voor het doorvoeren van WALVIS aanpassingen, hanteer bij
integratiebeslissingen de netto toegevoegde waarde voor WALVIS als criterium.
· Faciliteren proefaanleveringen, werkgevers tijd geven om te leren, werkgeverspopulatie gefaseerd invoeren. 2 · Breng voortdurend in de richting van SZW in beeld welke externe onzekerheden besluitvorming verhinderen of slechts suboptimale besluitvorming binnen UWV mogelijk maken, en kwantificeer de effecten daarvan in tijd en geld.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 41
C O P A F I J T H
4.2.17 Risicomatrix informatiehuishouding deel 2
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· Coördinatieproblemen in de aanpak van het ICT-aspect brengt · klein · groot
afbreukrisico's met zich meer door het domeinoverschrijdende
3 · Beleid voor wat betreft technische infrastructuur wordt te laat
karakter van WALVIS.
· klein · groot
bekend.
· Eisen die gesteld worden aan techniek worden te laat · klein · groot
geïnventariseerd.
· Niet tijdige systeemaanpassingen bij gegevensleveranciers. · klein · groot
4 · Door het niet tijdig opleveren door de rijksoverheid van een
· groot · klein Public Key Infrastructure (PKI) en een Elektronische Nederlandse Identiteitskaart (ENIK) is er, indien UWV beveiligingsbehoefte heeft i.v.m. invoering WALVIS, geen mogelijkheid tot kostenreductie op dit punt.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 42
C O P A F I J T H
4.2.18 Oplossingsmatrix informatiehuishouding deel 2
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
· Planning en coördinatie centraal, uitvoering waar mogelijk decentraal, werk modulair,
werk parallel op basis van raakvlakspecificaties.
3 · Tijdig het beleid voor wat betreft de technische infrastructuur vaststellen.
· In elk deelprojectplan m.b.t. de invoering van WALVIS een ICT-paragraaf opnemen.
· Salaris/servicebureau's tijdig informeren. Certificering salarispakketten overwegen, en 4 · faciliteren systeemondersteuning bij gegevensleveranciers. · SZW vragen afspraken te maken met BZK en UWV over afstemming trajecten.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 43
C O P A F I J T H
4.2.19 Risicomatrix juridisch
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· · ·
1
· Onvoldoende invloed vanuit UWV op de administratieve · groot · groot
consequenties, de uitvoerbaarheid van WALVIS.
2 · Wetgeving en lagere regelgeving niet tijdig definitief.
· groot · groot
· Wetgeving wijzigt op laatste moment: uitzonderingen, · groot · groot
franchise, dagloon/tijdvak.
· Correcties a.g.v. looninspecties mogen alleen nominatief · groot · groot
verwerkt worden.
· Vooraanmelding leidt tot administratieve lastenverzwaring voor · groot · groot
de werkgever -> verminderd draagvlak bij werkgevers.
· Invloed andere wetgeving (bijv. WAO) op inhoud en · groot · groot
implementatie WALVIS.
·
3
· Geen aansluiting fiscaal loon. · klein · groot
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 44
C O P A F I J T H
4.2.20 Oplossingsmatrix juridisch
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
·
1
· Op bestuurlijk niveau afstemming over de wijze waarop SZW met UWV afstemt.
Opmerkingen vanuit het verleden zijn in het merendeel van de gevallen door SZW
2 · SZW wijzen op de noodzaak van tijdige beschikbaarheid en volledigheid van stabiele
zonder opgaaf van reden terzijde geschoven.
uit te voeren wetgeving.
· SZW wijzen op de noodzaak van tijdige beschikbaarheid en volledigheid van stabiele
uit te voeren wetgeving.
· SZW wijzen op risico's en waar mogelijk consequenties van de wijze waarop
correcties (a.g.v. onder andere looncontrole) in de polisadministratie worden
doorgevoerd, onderscheidt naheffing en bijstelling verzekerd bedrag van boetes
WALVIS.
· Het Ministerie van SZW wijzen op de consequenties van de invoering van de
vooraanmelding.
· SZW wijzen op de invloed van andere wetgeving op de inhoud en implementatie van
WALVIS.
·
3
· Aansluitingswet WALVIS van Ministerie van Financiën.
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 45
C O P A F I J T H
4.2.21 Risicomatrix techniek
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· · ·
1
· · ·
2
· · ·
3
· · ·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 46
C O P A F I J T H
4.2.22 Oplossingsmatrix techniek
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
·
1
·
2
·
3
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 47
C O P A F I J T H
4.2.23 Risicomatrix huisvesting
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving risico Kans Schade
klein/ klein/
groot groot
· · ·
1
·
2
· Huisvesting sluit niet aan op de voorziene inrichting na · klein · klein
invoering van WALVIS.
3 · Ontwikkelingen rond arbeid (tijd-/plaatsonafhankelijk werken, · klein · klein
cafetaria CAO) lopen samen met de veranderingen die
WALVIS met zich meebrengt .
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 48
C O P A F I J T H
4.2.24 Oplossingsmatrix huisvesting
Invloed UWV
Veel invloed Weinig invloed
Omvang
Risico
Groot risico 1 2
Klein risico 3 4
Nr. Omschrijving oplossingsrichting
·
1
·
2
· Bij herinrichting van processen en organisatie expliciet aandacht geven aan
huisvesting, en
3 · stel een UWV huisvestingsplan 2005 op dat dient als richtsnoer bij het nemen van
huisvestingsbeslissingen.
· Houd bij planning rekening met ontwikkelingen rond arbeid, plan vanuit een visie op
de wijze van werken die UWV voorstaat als organisatie.
·
4
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 49
4.3 Samenvatting COPAFIJTH-aspecten.
In deze paragraaf wordt samenvattend aandacht besteed aan de plaats van risico's binnen de
vier segmenten, opdat snel gezien kan worden op welke COPAFIJTH-aspecten inspanningen
van UWV veel of weinig invloed hebben. Ter herinnering, op de segmenten 1 en 3 hebben
inspanningen van UWV veel invloed, op de segmenten 2 en 4 heeft UWV weinig invloed.
Communicatie.
De risico's en oplossingsrichtingen rond communicatie vallen hoofdzakelijk in:
· segment 2, grote risico's waarop communicatie door UWV weinig invloed heeft. Deze
risico's hangen samen met het creëren van een te hoog verwachtingspatroon over de
effecten van WALVIS door SZW en onvoldoende participatie in de communicatie over
WALVIS door SZW;
· segment 3, kleine risico's waarop de communicatie door UWV veel invloed heeft. Deze
risico's betreffen onvoldoende, onvoldoende tijdige, dan wel onvoldoende op doelgroepen
toegesneden communicatie door UWV.
Organisatie
De risico's en oplossingsrichtingen rond organisatie vallen in:
· segment 1, grote risico's rond de organisatie waarop UWV veel invloed heeft. Het betreft
hier het risico dat UWV organisatorisch als nog niet stabiel wordt beschouwd, het risico
dat als gevolg van WALVIS taken en verantwoordelijkheden zullen gaan schuiven binnen
UWV en het risico dat de veranderbereidheid binnen UWV beperkt is;
· segment 2, grote risico's rond de organisatie waarop UWV weinig invloed heeft. Deze
risico's betreffen mogelijke verschuiving van kernprocessen naar de Belastingdienst en
overbelasting van het verandervermogen van UWV door andere wettelijke en
organisatorische veranderingen;
· segment 3, kleine risico's waarop het UWV veel invloed heeft. Dit risico betreft
voortgang van de ontwikkeling van WALVIS door de omvang van en de gelaagdheid in
de structuur van de programmaorganisatie.
Personeel
De risico's en oplossingsrichtingen voor het aspect personeel vallen hoofdzakelijk in:
· segment 1, grote risico's waarop UWV veel invloed heeft. De risico's betreffen het als
gevolg van kostenreductie doen afvloeien van voor WALVIS benodigd personeel,
demotivatie van medewerkers door wijzigingen in functies en veranderende eisen aan de
capaciteiten van medewerkers;
· segment 3, als kleine risico waarop UWV veel invloed heeft is onvoldoende afstemming
met de COR genoemd.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 50
Administratieve organisatie
De risico's en oplossingsrichtingen voor de administratieve organisatie liggen in:
· segment 1, grote risico waarop UWV veel invloed heeft. De risico's zijn dat UWV te
weinig rekening houdt met eventuele overgang van taken naar de Belastingdienst, het
uiteenlopen van de benodigde kwaliteit van gegevens tussen collecteren en distribueren en
correctiemoeheid bij verzekerden naar aanleiding van de driemaandelijkse
verzekeringsberichten;
· segment 2, grote risico's waarop UWV weinig invloed heeft. De risico's betreffen onder
andere het big-bang-scenario, het niet duidelijk zijn van rekenregels, toename van de
complexiteit door politieke besluitvorming, veel uitval en extra administratieve
handelingen door een te lage gegevenskwaliteit, uitzonderingen op uitvoeringsprocessen
vanwege niet meenemen aantal thema's (WAZ/WAJONG, knipperbollen, maatmanloon)
in WALVIS;
· segment 3, kleine risico's waarop het UWV veel invloed heeft. Dit betreft risico's voor de
uitvoeringsprocessen vanwege afhankelijkheid van de polisadministratie, het te lang
uitblijven van de keuze welke gegevens op voorraad moeten worden nagestreefd dan wel
ad hoc moeten worden opgevraagd en het te lang uitblijven van de keuze rond in UWV te
hanteren methoden en technieken.
Financiën
Risico's en oplossingsrichtingen voor het aspect financiën komen voor in:
· segment 1, grote risico waarop UWV veel invloed heeft. De risico's betreffen het ontstaan
van een liquiditeitsgat en een vroegtijdige koppeling van WALVIS aan reductie van
uitvoeringskosten;
· segment 3, kleine risico's waarop het UWV veel invloed heeft. Dit is alleen het risico dat
benodigde financiële middelen voor Walvis gerelateerde projecten niet tijdig aanwezig
zijn;
· segment 4, kleine risico's waarop UWV weinig invloed heeft. Het gaat onder andere om
mogelijke financieringstekorten bij de fondsen en om wijzigingen in macro-premie- dan
wel uitkeringsgrondslag.
Informatiehuishouding
Voor de informatiehuishouding komen risico's in de volgende segmenten voor:
· segment 1, grote risico waarop UWV veel invloed heeft. De risico's betreffen het om
interne redenen niet tijdig definiëren van de informatiebehoefte door Premie, AG en WW
aan de polisadministratie, de doorlooptijd voor nieuwbouw en aanpassingen is te lang, de
personeelscapaciteit voor WALVIS is tezamen met andere trajecten te klein, de
complexiteit van de bestaande situatie (veel verschillende systemen en veel onderlinge
afhankelijkheden) brengt een groot afbreukrisico en hoge aanpassingskosten met zich
mee;
· segment 2, grote risico's waarop UWV weinig invloed heeft. De risico's in dit segment
zijn het te wensen overlaten van de kwaliteit van de gegevensaanlevering en de
belemmering van UWV-beslissingen op het gebied van architecturen voor
gegevensaanlevering door het uitblijven van tijdige duidelijkheid daarover in de
veranderingstrajecten die op dit moment in de publieke sector lopen;
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 51
· segment 3, kleine risico's waarop UWV veel invloed heeft. Het betreft de risico's dat
coördinatieproblemen die eventueel ontstaan in de aanpak van het ICT-aspect negatieve
gevolgen heeft vanwege het domeinoverschrijdende karakter van WALVIS, dat de eisen
die aan de techniek gesteld worden te laat worden geïnventariseerd en dat het beleid voor
wat betreft de technische infrastructuur te laat bekend wordt;
· segment 4, kleine risico's waarop UWV weinig invloed heeft. Dit betreft het niet tijdig
aanpassen van systemen door gegevensleveranciers en het niet tijdig opleveren door de
rijksoverheid van een Public Key Infrastructure (PKI) en een Elektronische Nederlandse
Identiteitskaart (ENIK) die een mogelijkheid tot kostenreductie op het gebied van
beveiliging bieden.
Juridisch
Het merendeel van de risico's valt in het segment 2, grote risico's waarop UWV weinig
invloed heeft. Deze risico's betreffen onvoldoende invloed van UWV op het
wetgevingsproces in relatie tot de uitvoerbaarheid van WALVIS, correcties als gevolg van
looncontrole mogen alleen op nominatief niveau worden verwerkt, niet tijdig tot stand komen
van wet- en regelgeving, wijzigingen op het laatste moment, onvoldoende draagvlak bij
werkgevers vanwege invoering vooraanmelding, invloed van andere wetgeving (bijvoorbeeld
WAO) op inhoud en implementatie van WALVIS.
In segment 4, als klein risico waarop UWV weinig invloed heeft is genoemd het ontbreken
van aansluiting met het fiscale loon.
Techniek
Risico's ten aanzien van de techniek zijn op dit moment niet geconstateerd.
Huisvesting
De risico's rond huisvesting vallen in segment 3, kleine risico's waarop het UWV veel
invloed heeft. De risico's zijn dat de huisvesting niet aansluit op de voorziene inrichting na
invoering van WALVIS en dat ontwikkelingen rond arbeid (tijd-/plaatsonafhankelijk werken,
cafetaria CAO) samenlopen met de veranderingen die WALVIS met zich mee brengt.
4.4 Waardering COPAFIJTH-aspecten
De risico's die in dit hoofdstuk zijn geïnventariseerd, zijn te waarderen naar belangrijkheid en
naar consequenties. De waardering is in deze paragraaf per COPAFIJTH-aspect beschreven.
Op deze manier wordt inzichtelijk wat in het geheel van risico's de knelpunten en potentiële
knelpunten zijn.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 52
Communicatie
Communicatie vormt een wezenlijk onderdeel voor het doen slagen van WALVIS. Dit geldt
voor een groot aantal belanghebbenden:
· werkgevers, tussenpersonen en pakketleveranciers;
· verzekerden;
· Ministerie van SZW;
· andere externe partijen, zoals gegevensafnemers van UWV;
· medewerkers van UWV.
Organisatie
De onderlinge afhankelijkheden tussen bedrijfsonderdelen binnen UWV nemen als gevolg
van WALVIS toe. Dit creëert de behoefte aan horizontale afstemming tussen de divisies.
De organisatiestructuur wordt als onduidelijk en instabiel ervaren, dit bemoeilijkt het
veranderingsproces.
De kans bestaat dat er kernactiviteiten worden overgedragen aan de Belastingdienst. Dit
brengt grote organisatorische gevolgen met zich mee.
Administratieve organisatie
De wetgeving in zijn huidige vorm, en het uitgangspunt dat WALVIS in één keer ingevoerd
moet worden brengt een aantal risico's met zich mee voor de administratieve organisatie:
· de beschikbare tijd voor de realisering van WALVIS is zeer beperkt;
· de administraties van de gegevensaanleveraars moeten aangepast worden aan WALVIS.
Ook dit kost veel tijd;
· het is denkbaar dat processen verschuiven naar de Belastingdienst. Dit stelt specifieke
eisen aan de wijze van procesontwerp.
Financiën
Het belangrijkste risico op het gebied van financiën is de voorfinanciering van de kosten die
invoering met WALVIS met zich meebrengt.
De financiële risico's van de invoering van WALVIS voor de fondsen (liquiditeitsgat en
achterblijven ingaande geldstroom) worden klein geacht.
Informatiehuishouding
Ten aanzien van informatiehuishouding zijn de belangrijkste risico's de volgende:
· inzicht in de informatiebehoefte van UWV-afdelingen ten aanzien van de
polisadministratie is nog niet voorhanden;
· het vermogen van gegevensaanleveraars om tijdig de juiste gegevens aan te leveren staat
niet vast;
· de beschikbare bouwtijd voor de aanpassing van de informatiehuishouding is beperkt.
Juridisch
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 53
· In het verleden is door Lisv en uvi's, Raad van State en ACTAL commentaar geleverd op
verschillende versie van WALVIS. Dat commentaar vanuit Lisv en uvi's dan wel UWV is
meestal niet door SZW verwerkt in de wetgeving, wat heeft geleid tot een wetsvoorstel dat
niet eenvoudig uitvoerbaar is.
· De wetgeving is nog niet stabiel, dat maakt voorbereiding op de invoering ervan moeilijk.
Het nemen van maatregelen om de onduidelijkheden het hoofd te bieden is kostbaar
(flexibiliteit inbouwen, verschillende opties open houden, en dergelijke).
· De onderlinge samenhang van wetswijzigingen en de wijzigingen die de invoering van
WALVIS met zich meebrengt, maakt invoering van WALVIS complexer.
· Tot 01-01-2005 geldt een kortere referteperiode. Invoering van een referteperiode van een
jaar als basis voor de uitkeringsverzorging per 01-01-2005 betekent gedurende het jaar
2005:
· een toename van de administratieve lasten van werkgevers, omdat gegevensuitvraag
door UWV nodig blijft naast de periodieke loonopgave door de werkgever;
· toename van de werkzaamheden van UWV.
Dit leidt ertoe dat de doelstellingen van WALVIS ten aanzien van de uitkeringsverzorging
niet in 2005 realiseerbaar zijn.
Technisch
Technische risico's zijn vooralsnog niet voorzien.
Huisvesting
De risico's op het gebied van huisvesting zijn beperkt en oplosbaar.
4.5 Conclusies risico-analyse
Uit de inventarisatie van de risico's kan geconcludeerd worden dat aan de invoering van
WALVIS veel risico's verbonden zijn. De kans op het optreden van die risico's en de
potentiële schade die teweeg wordt gebracht indien de als risico omschreven situatie of
gebeurtenis daadwerkelijk plaatsvindt, zijn veelal als groot geclassificeerd.
Op een groot aantal risico's heeft UWV veel invloed en bestaan dus mogelijkheden voor
UWV deze risico's door eigen handelen te verminderen. Grote risico's waarvan de kans van
het optreden van het risico en de potentiële schade groot is komen voor bij organisatie,
personeel, administratieve organisatie, financiën en informatiehuishouding, oftewel 5 van de 9
COPAFIJTH-gebieden.
Op een aantal risico's heeft UWV weinig invloed. Er bestaat dus een gerede kans dat deze
risico's blijven bestaan nadat maatregelen zijn genomen de risico's te verminderen. Indien de
kans op het optreden van het risico klein is en de verwachte schade als gevolg van het risico
klein is, is dat niet zo erg.
Indien de kans op het optreden van het risico groot is en de verwachte schade groot is, is
sprake van een zorgwekkende situatie. Bij communicatie, organisatie, administratieve
organisatie, informatiehuishouding en juridisch, oftewel 5 van de 9 COPAFIJTH-aspecten, is
sprake van dergelijke risico's.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 54
Onderstaand zijn de COPAFIJTH-gebieden waarvoor grote risico's bestaan, de kans van het
optreden groot is en de potentiële schade voor UWV groot is, in tabelvorm weergegeven.
Grote kans op risico Com Org Pers AO Fin Info Jur Tech Huis Veel invloed UWV X X X X X Weinig invloed UWV X X X X X
In de navolgende tabel zijn de COPAFIJTH-gebieden waarvoor grote risico's bestaan, de kans
van het optreden klein is en de potentiële schade voor UWV groot is, in tabelvorm
weergegeven.
Kleine kans op risico Com Org Pers AO Fin Info Jur Tech Huis
Veel invloed UWV X X X X X X
Weinig invloed UWV X X
In de hieronder weergegeven tabel zijn beide voorgaande tabellen gecombineerd
weergegeven.
Com Org Pers AO Fin Info Jur Tech Huis
Grote kans op risico
Veel invloed UWV X X X X X
Weinig invloed UWV X X X X X
Kleine kans op risico
Veel invloed UWV X X X X X X
Weinig invloed UWV X X
Geconcludeerd kan worden dat invoering van WALVIS per 1-1-2005 grote risico's voor
UWV met zich mee brengt. Dit wordt met name veroorzaakt door de grote risico's waarop
inspanningen van UWV weinig invloed hebben. De uitkomst van inspanningen van UWV op
deze gebieden is immers onzeker.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 55
5. Samenhang
5.1 Inleiding
De risico's die beschreven zijn in hoofdstuk 4 staan niet op zichzelf. Er bestaan veel
afhankelijkheden tussen de verschillende risico's. Dat betekent dat oplossingen voor een
bepaald risico veelal een positief effect hebben op de beheersbaarheid van een aantal risico's.
Voor de belangrijkste risico's beschrijven wij in dit hoofdstuk de onderlinge samenhang. Het
inzicht dat deze samenhang verschaft maakt het mogelijk prioriteiten te stellen bij de reductie
van risico's.
5.2 Risicoketens
Onduidelijkheid definitieve wetgeving en nadere regelgeving
Het wetsvoorstel WALVIS is nog niet stabiel. Het moet nog door de Tweede en de Eerste
Kamer worden behandeld. De kans op amendementen op het wetsvoorstel is groot.
Het risico bestaat dat de wetgeving niet tijdig stabiel is voor UWV. Het veranderingstraject WALVIS voor UWV is een complexe operatie die veel inspanning zal vergen. Indien de wetgeving laat definitief wordt, neemt het risico toe dat de invoering van WALVIS per 01-01- 2005 voor UWV onbeheersbaar wordt. De beheersbaarheid van dit traject hangt niet alleen af van een stabiele wetgeving, maar ook van het moment van bekend zijn van nadere regelgeving. Deze is immers mede bepalend voor de complexiteit van de uitvoering en van de informatiesystemen die de uitvoering ondersteunen.
Het laat beschikbaar komen van definitieve wet- en regelgeving kan de periode waarin UWV
werkgevers informeert over de gevolgen van WALVIS te kort maken om hen deugdelijk van
deze gevolgen te doordringen. Het risico bestaat dat er onvoldoende draagvlak gecreëerd kan
worden bij werkgevers.
Het risico dat onvoldoende draagvlak resulteert in een lagere kwaliteit van de
gegevensleveringen aan UWV is groot. Deze lagere kwaliteit van gegevens brengt risico's
met zich mee op het gebied van de administratieve organisatie van UWV.
Zo zal het risico van uitval van aangeleverde gegevens toenemen. Dit betekent dat er extra personeelscapaciteit nodig is om deze uitval binnen de daarvoor beschikbare tijd te verwerken, met het risico dat deze personeelscapaciteit onvoldoende aanwezig is. De uitval moet verwerkt zijn binnen een salarisbetalingperiode omdat na afloop van deze periode de volgende gegevensaanleveringen bij UWV ter verwerking binnenkomen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 56
Daarnaast kan de lagere kwaliteit van gegevens tot gevolg hebben dat UWV - teneinde haar
distribuerende functie goed te vervullen - zich genoodzaakt ziet om zelf gegevens uit te
vragen bij de werkgever. Ook voor de collecterende functie bestaat dit risico. De uitvraag
brengt op zijn beurt het risico met zich mee dat het draagvlak voor WALVIS bij de
werkgevers extra wordt ondermijnd. Er is dan dus een situatie ontstaan waarbij de
verschillende effecten elkaar versterken.
Te hoog verwachtingspatroon over effecten WALVIS
Afgaand op de ervaring van UWV (en haar voorgangers) uit contacten met het Ministerie van
SZW over WALVIS, is de inschatting van UWV dat het Ministerie van SZW op een aantal
punten een te positief beeld heeft van de effecten van WALVIS.
Dit brengt het risico met zich mee dat bij werkgevers een te hoog verwachtingspatroon wordt geschapen over de effecten van de invoering van WALVIS. Het is niet ondenkbeeldig dat de werkelijke effecten van WALVIS tot gevolg hebben dat het draagvlak van werkgevers voor WALVIS vermindert. Ook deze risicoketen kan in analogie met de hiervoor beschreven risicoketens dus leiden tot een situatie waarbij verschillende effecten elkaar versterken.
Imagoschade UWV
Zoals hiervoor is aangegeven bestaat er een risico dat de hiervoor beschreven risicoketens
leiden tot een situatie waarbij de verschillende effecten elkaar versterken. Het is denkbaar dat
het beeld over UWV bij werkgevers door de tegenvallende effecten van de invoering van
WALVIS negatief wordt.
Dit op zijn beurt brengt het risico met zich mee dat het moeilijk wordt de situatie van elkaar
versterkende effecten te doorbreken. Bovendien ontstaat het risico dat het negatieve beeld
over UWV doorwerkt in haar verdere taakuitoefening nadien.
Invoering van WALVIS volgens Big-bang-scenario wordt onbeheersbaar Het feit dat de wetgever er op dit moment van uitgaat dat WALVIS voor alle werkgevers gelijktijdig wordt ingevoerd, brengt extra risico's met zich mee. De complexiteit van het veranderingstraject neemt door het hanteren van het big-bang-scenario per 01-01-2005 toe. Dit brengt inherente projectrisico's met zich mee: de beheersbaarheid komt door de complexiteit en door het relatief snelle invoeringsmoment onder druk te staan.
Het risico dat UWV niet tijdig gereed is voor de invoering van WALVIS kan leiden tot een negatief beeld over UWV bij werkgevers. Het risico bestaat dan dat zij het vertrouwen in UWV verliezen. Dit kan resulteren in een verminderd draagvlak bij werkgevers voor de implementatie van WALVIS door UWV. Waartoe onvoldoende draagvlak bij werkgevers kan leiden hebben wij bij de beschrijving van de eerste twee risicoketens aangegeven: de kwaliteit van de gegevensleveringen is onvoldoende, wat het risico van extra gegevensuitvraag aanzienlijk doet toenemen, wat op zijn beurt weer leidt tot minder draagvlak bij werkgevers. Ook hier is sprake van een situatie waarbij de verschillende effecten elkaar versterken.
De effecten van WALVIS op de interne organisatie worden onderschat De invoering van WALVIS raakt de processen van UWV bedrijfsbreed. WALVIS zal als consequentie hebben dat de inhoud van functies veranderen en ook dat taken zullen verschuiven van de distribuerende functie en de collecterende functie naar de polisadministratie van UWV. De eisen die UWV stelt aan het functioneren van de medewerkers en aan de omvang van het personeelsbestand zullen veranderen. Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 57
Het risico bestaat dat de personele consequenties van de invoering van WALVIS onvoldoende
aandacht krijgen. Dit kan leiden tot afnemende motivatie bij het personeel of zelfs tot
personeelsverloop. Dit heeft weer effect op de beheersbaarheid van het veranderingstraject
WALVIS.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 58
Schema
De risicoketens zijn als volgt in een schema weer te geven:
Wet- en regelgeving
niet stabiel
Te hoog verwachtingspatroon
Big-bang-scenario over effecten WALVIS bij
Ministerie van SZW
Personele consequenties
WALVIS krijgen
onvoldoende aandacht
Informatieperiode t.b.v.
werkgevers te kort
Afnemende motivatie
personeel, personeelsverloop Te hoog verwachtingspatroon over
effecten WALVIS bij werkgevers
Onbeheersbaar Onvoldoende/Afnemend
project draagvlak werkgevers
Beeldvorming over UWV
wordt negatief Lagere kwaliteit
gegevensaanleveringen
Uitval aangeleverde Gegevensuitvraag door UWV
gegevens bij werkgever noodzakelijk
Onvoldoende personeel
beschikbaar
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 59
5.3 Centrale risico's
In de risicoketens zijn - zoals uit het schema blijkt - twee centrale risico's te onderkennen:
1. Het risico dat UVW het WALVIS-project niet voldoende kan beheersen teneinde per 01-
01-2005 WALVIS volledig te hebben ingevoerd.
2. Het risico dat er onvoldoende draagvlak bestaat bij werkgevers voor de invoering van
WALVIS, waardoor de effecten die met de WALVIS beoogd worden niet gerealiseerd
kunnen worden.
Deze risico's zijn grote afbreukrisico's voor een tijdige en succesvolle invoering van
WALVIS.
Het schema laat zien wat de belangrijkste oorzaken zijn van het bestaan van de centrale
risico's (het bovenste deel van het schema). Om de centrale risico's te verkleinen en
beheersbaar te maken dienen met name de vier initiële risico's (de risico's zonder ingaande
pijl in het schema) te worden verkleind. Indien de centrale risico's beheersbaar zijn, zullen
ook de risico's die direct en indirect veroorzaakt worden door de centrale risico's zijn
verkleind. Dit laatste is belangrijk omdat in het laatste deel van de risicoketens (het onderste
gedeelte van het schema) de risico's elkaar kunnen versterken (gerepresenteerd als lussen in
het schema).
In het beheersbaar maken van de vier initiële risico's ligt dus de sleutel tot het verkleinen van
het geheel aan risico's dat met de invoering van WALVIS onder de huidige condities gepaard
gaat. De aanbevelingen in hoofdstuk 8 zijn dan ook met name gericht op het beheersbaar
maken van juist die risico's.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 60
6. Kansen
6.1 Inleiding
Naast de risico's die de invoering van WALVIS met zich meebrengt, biedt de invoering van
WALVIS ook kansen aan UWV. Deze kansen dienen het belang van UWV, dan wel een
groter maatschappelijk belang. Bij het in beeld brengen van de kansen is er van uitgegaan dat
UWV in staat is WALVIS zoals bedoeld in de memorie van toelichting vorm te geven. Dit
hoofdstuk heeft het karakter van een waardevrije inventarisatie: het bevat geen uitspraak over
de wenselijkheid van het benutten van één of meer genoemde kansen, noch over de momenten
waarop UWV deze kansen zou moeten benutten.
De afwegingen daaromtrent zijn beleidsmatig van aard. De Raad van Bestuur zal deze
afwegingen moeten maken, rekening houdend met het zich ontwikkelende beleid zoals dat in
de komende jaren tot uitvoering zal komen.
6.2 WALVIS en de relatie tussen UWV en het ministerie van SZW
6.2.1 Invloed op de te ontwikkelen nadere regelgeving
Het wetsvoorstel WALVIS bevat een groot aantal bepalingen die verder uitgewerkt moeten worden in nadere regelgeving. Dit biedt de kans voor SZW en UWV om meer in gezamenlijkheid te werken aan de ontwikkeling van nadere wet- en regelgeving, met het oogmerk te komen tot een betere uitvoerbaarheid van de regelgeving, hetgeen een gemeenschappelijk belang is van beide organisaties.
6.3 Verbetering rechtmatigheid
6.3.1 Vereenvoudiging
WALVIS brengt een forse vereenvoudiging van de primaire werkzaamheden met zich mee.
Als gevolg van deze vereenvoudiging ontstaan met name rond de administratieve processen
rond de uitkeringsverzorging mogelijkheden de prestaties op het gebied van rechtmatigheid te
verbeteren. Op basis van de polisadministratie zullen uitkeringen dan wel voorschotten snel
kunnen worden verstrekt. De verbeteringen rond de snelheid van het kunnen verstrekken van
(voorschotten op) uitkeringen en een verbetering van de rechtmatigheid kunnen bijdragen aan
een verbetering van het imago van UWV.
6.3.2 Vergroting handhaafbaarheid
Binnen WALVIS krijgen zowel werkgever als verzekerde een grotere rol in de
handhaafbaarheid van het stelsel. De werkgever krijgt een grotere rol doordat hij frequenter
gegevens aanlevert, waardoor het actuele inzicht in de stand van zaken met betrekking tot
arbeidsverhoudingen in Nederland aanmerkelijk vergroot.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 61
De verzekerde krijgt via het verzekeringsbericht een directer inzicht in de status van zijn
werknemersverzekeringen. Daarnaast biedt WALVIS de verzekerde de mogelijkheid invloed
te nemen op het signaleren en oplossen van eventuele onjuistheden in de gegevens.
6.4 Maatschappelijk beeld van UWV
6.4.1 Imago UWV
WALVIS biedt de mogelijkheid om het maatschappelijk imago van UWV te verbeteren.
Hiervoor is al opgemerkt dat werkgevers en verzekerden meer invloed krijgen op de gegevens
die UWV over hen registreert. Door de kortere cyclus die het uitvoeringsproces onder
WALVIS kenmerkt krijgt UWV de kans om een organisatie te worden die haar cliënten juist
en tijdig informeert op basis van actuele gegevens. Daarnaast kan UWV zich ontwikkelen tot
een organisatie die luistert naar haar klanten als het gaat om de correctheid van die gegevens.
Met gebruikmaking van hedendaagse technologie kan het ontsluiten van gegevens ten
behoeve van de cliënten, evenals het innemen en verwerken van reacties naar aanleiding
daarvan, sterk bijdragen aan de verbetering van het beeld dat de maatschappij van UWV
heeft.
6.4.2 WALVIS en kenbaarheid van wet en regelgeving
De sociale zekerheidswetgeving wordt ervaren als complex en omvangrijk. WALVIS vereenvoudigt een deel van die complexe wetgeving, Als gevolg daarvan zal ook de uitvoering verregaand vereenvoudigen. Dit draagt bij aan een beter inzicht dat de maatschappij heeft in de processen en de werking van UWV. Dit doet zich voor doordat de regelgeving inzichtelijker en begrijpelijker wordt. Daarmee levert WALVIS de mogelijkheid de appreciatie voor het presteren van UWV te vergroten.
De vereenvoudiging die WALVIS biedt geeft bovendien de mogelijkheid om cliënten beter te
informeren over de werking van het stelsel. Het is (bijvoorbeeld) denkbaar dat UWV op
termijn informatiediensten biedt die de verzekerde en de werkgever in staat stellen de werking
van het stelsel voor hun situatie te simuleren: "Wat zijn de inkomenseffecten indien u (of uw
personeel) werkloos/arbeidsongeschikt raakt". Inzet van dergelijke diensten vergroot voor de
cliënten de voorspelbaarheid van de werking van het stelsel, en dat draagt bij aan het beeld
van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 62
6.5 Administratieve Lastenverlichting
6.5.1 Polisadministratie als authentieke registratie dienstverbandgegevens
voor derden
Tijdens de voorbereiding van de behandeling van de nota "impact analyse WALVIS globaal"
(november 2001) is de vraag gerezen in hoeverre de doelstelling operational excellence het
uitbouwen van de positie van de polisadministratie als authentieke bron ten behoeve van
afnemers buiten het UWV omvat. Ten aanzien van het thema authentieke registratie is toen
gesteld:
"Een aantal voordelen zijn van een hogere orde dan de nadelen: die voordelen
hebben betrekking op algemene maatschappelijke belangen (rechtmatigheid,
lastenverlichting), de nadelen blijven beperkt tot het institutionele niveau;
Hèt voordeel op institutioneel niveau is de versteviging van de positie van het UWV
als professionele uitvoeringsorganisatie. Dit vraagt wel om de bereidheid om bij het
maken van keuzes (ook) te luisteren naar andere organisaties. Dit lijkt een paradox:
om sterker te worden moet het UWV meer naar anderen luisteren.
Het UWV kan geen "blanco cheque" afgeven op het thema authentieke registratie.
Het lijkt daarom gepast met SZW in overleg te treden over de omgang met de
consequenties van de uitbouw van de rol van de polisadministratie in het publieke
domein, zowel in termen van de mogelijke toename van externe invloed op het UWV,
als in termen van kosten en opbrengsten. Samengevat: ondersteunen van de uitbouw
van de polisadministratie tot authentieke registratie, met betrokkenheid en
commitment van SZW als conditie daaronder."
Met de keuze de positie van UWV als houder van de authentieke bron voor gegevens over arbeidsverhoudingen uit te bouwen verstevigt UWV haar positie, met name door de toename van haar vermogen administratieve lasten te verlichten.
6.5.2 Faciliteren van de aanlevering van gegevens aan UWV
De invoering van WALVIS leidt tot een toename van de omvang van de gegevensaanlevering
aan UWV, immers, waar nu jaarlijks loongegevens worden aangeleverd zal dat na invoering
van WALVIS eens per loonperiode zijn. Om de aanlevering van gegevens te faciliteren kan
wellicht een aantal in ontwikkeling zijnde voorzieningen worden benut. Het betreft met name
de volgende voorzieningen:
· EHD/IDEA
Elektronische Heerendiensten (EHD) en Interchange of Data between Enterprises and
Administrations (IDEA) zijn voorzieningen die de aanleveraar in staat stellen op
eenvoudige wijze geautomatiseerd gegevens vanuit zijn administratie te onttrekken en in
elektronische standaardberichten te verzenden. Als de administratie op orde is vindt
aanmaak en verzending van berichten geautomatiseerd plaats, met de spreekwoordelijke
"druk op de knop". UWV participeert al in de verdere ontwikkeling van EHD/IDEA;
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 63
· Mid-office-functie
Een mid office faciliteert de gegevensaanlevering van werkgevers aan verschillende
instanties, onder andere door routering van berichten. Een mid-office-functie kan via
programmatuur, zoals bijvoorbeeld voorzien binnen hiervoor genoemde EHD/IDEA,
worden vervuld. Een mid-office-functie kan ook door een organisatie worden ingevuld.
UWV met WALVIS beschikt over geverifieerde persoonsgegevens, en
werkgevergegevens die op termijn onderhouden worden aan de hand van het Basis
BedrijvenRegister, en authentieke dienstverbandgegevens. UWV zou daarmee de
routering en screening van berichten rond arbeidsverhoudingen kunnen uitvoeren. Indien
dit als een wenselijke richting wordt beoordeeld geldt ook hier dat overleg met SZW rond
dit thema gewenst is en dat het oppakken van een dergelijke functie slechts mogelijk is
met betrokkenheid en commitment van SZW.
Beide voorzieningen zijn overigens onderwerp van aandacht in de commissie ICT en
administratieve lasten, een interdepartementale commissie die de verlaging van
administratieve lasten tot doel heeft. UWV heeft zitting in deze commissie.
6.5.3 Doorleveren van gegevens
Wanneer UWV gegevens heeft ontvangen legt UWV die gegevens vast voor eigen gebruik.
Daarnaast is het mogelijk die gegevens door te leveren aan derden, bijvoorbeeld aan de
zorgverzekeraars in het kader van de uitvoering Ziekenfondswet.
Het is daarnaast denkbaar dat UWV gegevens ten behoeve van de uitvoering van de loonbelastingwetgeving gaat vergaren en doorleveren aan de Belastingdienst. Op die wijze zou voor werkgevers één informatiestroom met betrekking tot werknemersverzekeringen, loonbelasting en premie volksverzekeringen ontstaan. De gegevens rond heffing loonbelasting en premieheffing volksverzekeringen zouden zowel in deze optie als in de optie beschreven onder 5.5.2 mid-office aan de Belastingdienst ter beschikking kunnen worden gesteld.
6.5.4 WALVIS en andere taken
Als gevolg van WALVIS komt een belangrijk accent van de werkzaamheden van UWV te
liggen op het voeren van de polisadministratie. Hiervoor is aangegeven dat het faciliteren van
gegevensaanlevering en het doorleveren van gegevens aan derden een bijdrage leveren aan
administratieve lastenverlichting. Een andere mogelijkheid om lastenverlichting te bereiken
biedt de uitvoering van andere taken, naast de verplichte werknemersverzekeringen door
UWV.
Het is denkbaar in het kader van de uitvoering van andere taken activiteiten te ontplooien
gericht op het garanderen van de kwaliteit van door te leveren gegevens. Dat kan door middel
van de uitvoering van validatie en verificatieprocessen. UWV waarborgt op deze wijze de
kwaliteit van de doorgeleverde gegevens mede door het gebruik van de polisadministratie als
authentieke registratie.
Een verdergaande optie is om naast verificatie en validatieprocessen, ook de andere taken zelf
uit te voeren. Dan is er daadwerkelijke sprake van de (volledige) uitvoering van andere taken.
Voorbeelden daarvan zijn de bedrijfstakeigen regelingen en andere voor-, naast-, en
bovenwettelijke trajecten.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 64
Van belang bij de gehele of gedeeltelijke uitvoering van andere taken is het volgende: in de
memorie van toelichting is aangegeven dat de uitvoering van andere taken geen gevaren mag
opleveren voor de uitvoering van wettelijke taken van UWV. In overleg met de
opdrachtgevers van andere taken is te bezien of er voor regelingen met kenmerken die zich
minder goed verhouden met de uitvoering van wettelijke taken, aanleiding is om:
· de administratieovereenkomst met UWV te beëindigen, hierdoor zouden risico's ten
aanzien van wettelijke taken worden verminderd;
· de uitvoering van de andere taak op SV-leest te schoeien, ook hiermee zouden risico's ten
aanzien van de wettelijke taken worden verminderd.
Een uitgebreidere invulling aan de uitvoering van andere taken ligt bij het uitvoeren van
processen in het kader van het heffen van de loonbelasting en de premieheffing
volksverzekeringen door UWV voor zover betrekking hebbend op personeel in dienst bij
werkgevers. Deze heffingen zijn ten opzichte van het voeren van de polisadministratie en het
premievaststellingproces werknemersverzekeringen relatief eenvoudige taken. UWV kan
vervolgens de belastingdienst ten behoeve van de uitvoering van de (negatieve)
inkomstenbelasting de gegevens ter beschikking stellen. Ten aanzien van betalingen is te
overwegen de incasso in handen van de belastingdienst te geven. Werkgevers betalen immers
ook andere belastingvormen, waardoor voor werkgevers één instantie ontstaat die zich
bezighoudt met het incasseren van geld. Indien gekozen zou worden voor één of beide
mogelijkheden, levert UWV een bijdrage aan het verminderen van de administratieve lasten
van werkgevers, hetgeen kan leiden tot een beter imago op dit punt. Indien dit als een
wenselijke richting wordt beoordeeld, geldt dat overleg met SZW rond dit thema gewenst is
en betrokkenheid en commitment van SZW, het ministerie van financiën en de
Belastingdienst nodig is.
6.6 Uitvoeringskosten
6.6.1 WALVIS in relatie tot kostenbesparingsdoelstellingen
WALVIS brengt een forse vereenvoudiging van de primaire werkzaamheden rond
premievaststelling en uitkeringsverzorging met zich mee. Extra aandacht en inspanningen
zullen de processen rond gegevensvergaring, gegevensopslag en gegevens ter beschikking
stelling vragen. Als gevolg van WALVIS worden de premievaststellingprocessen en de
administratieve processen rond de uitkeringsverzorging in hoge mate formaliseerbaar. Dit
biedt mogelijkheden deze processen meer dan thans met geautomatiseerde middelen te
ondersteunen dan wel uit te voeren. Indien wordt gekozen voor verdergaande automatisering
zullen besparingen met betrekking tot thans nog handmatige werkzaamheden kunnen worden
gerealiseerd.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 65
6.6.2 WALVIS in relatie tot kostenbesparingsdoelstellingen en legacy-stemen
Bij de onderzoeken die in het eerste halfjaar van 2001 in het kader van het ICT-programma
UWV zijn uitgevoerd is onder meer geconstateerd dat:
· Geen geschikte systemen beschikbaar zijn als basis voor een UWV-polisadministratie
conform WALVIS
· Geen geschikte systemen beschikbaar zijn als basis voor een UWV-
premieheffingsysteem conform WALVIS
Deze constateringen nopen tot het bouwen van een UWV-polisadministratie en een UWV-
premievaststellingsysteem ten behoeve van de uitvoering van WALVIS.
De noodzaak tot nieuwbouw legt druk op UWV om nieuwe systemen te realiseren
die 1-1-2005 ter beschikking zullen moeten staan. Deze nieuwe systemen maken het
waarschijnlijk mogelijk eerder dan in een situatie zonder WALVIS bestaande systemen uit te
faseren en daarmee kostenbesparingen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 66
7. Conclusies
Op basis van paragraaf 4.5, paragraaf 5.3 en hoofdstuk 6 zijn de volgende conclusies te
trekken:
1. Aan de invoering van WALVIS per 01-01-2005 zijn veel grote risico's verbonden. Veel
van deze risico's zijn risico's waarop de inspanningen van UWV weinig invloed hebben,
omdat de uitkomst van de inspanningen op deze risicogebieden onzeker is.
2. Er zijn twee centrale risico's te onderkennen, te weten:
· Het risico dat UVW het WALVIS-project niet voldoende kan beheersen teneinde per
01-01-2005 WALVIS volledig te hebben ingevoerd.
· Het risico dat er onvoldoende draagvlak bestaat bij werkgevers voor de invoering van
WALVIS, waardoor de effecten die met de WALVIS beoogd worden niet gerealiseerd
kunnen worden.
Deze risico's kunnen beheersbaar worden gemaakt door de vier initiële risico's
beheersbaar te maken. Deze luiden:
· De wet- en regelgeving is niet stabiel.
· Te hoog verwachtingspatroon over de effecten van WALVIS bij het Ministerie van
SZW.
· Het big-bang-scenario voor implementatie van WALVIS bij werkgevers per
01-01-2005.
· De personele consequenties van de invoering van WALVIS krijgen onvoldoende
aandacht.
De eerste drie hiervan zijn grote risico's waarop de inspanningen van UWV weinig
invloed hebben.
Slotconclusie
Per saldo concluderen wij dat op basis van de huidige wetgeving en uitgangspunten er
onverantwoord grote risico's zijn verbonden aan de invoering van WALVIS per
01-01-2005. Dat laat onverlet dat de invoering van WALVIS (op enig moment) UWV ook
kansen biedt.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 67
8. Aanbevelingen
Op basis van de conclusies van deze uitvoeringstoets, zijn in dit hoofdstuk een aantal
aanbevelingen geformuleerd.
Paragraaf 8.1 bevat de hoofdaanbevelingen. Paragraaf 8.2 beschrijft aanbevelingen rond
voorwaarden voor de aanpak van het WALVIS-programma. Paragraaf 8.3 tenslotte, bevat
aanbevelingen met betrekking tot de kansen die WALVIS UWV biedt.
8.1 Hoofdaanbevelingen
1. Ga in overleg met het Ministerie van SZW en breng daarin de relatie tussen UWV en het
Ministerie ter sprake:
· Bespreek de ervaringen van het Lisv, de uvi's en UWV met betrekking tot het
uitvoeringstechnisch commentaar dat is geleverd op het wetsvoorstel WALVIS. Het
Ministerie heeft het merendeel van het commentaar niet verwerkt;
· Bespreek de aard, omvang en de reductiemogelijkheden van de risico's die deze
uitvoeringstoets aan het licht heeft gebracht;
· Biedt aan dat UWV gaarne bereid is in de toekomst op basis haar uitvoeringsexpertise
in co-makership haar bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van nadere wet- en
regelgeving. Het gemeenschappelijk existentieel belang van deze wijze van
samenwerking ligt in de uitvoerbaarheid van de verder te ontwikkelen wetgeving.
2. Bespreek met het Ministerie van SZW de conclusies van de uitvoeringstoets en de
randvoorwaarden om tot een effectieve en haalbare invoering van WALVIS te komen.
Deze randvoorwaarden zijn:
· Duidelijkheid omtrent wetgeving en de nadere regelgeving, alvorens UWV
daadwerkelijk systeembouwprojecten kan starten om WALVIS te implementeren in
haar organisatie;
· Een zekere bescheidenheid in de ontwikkeling van andere wetgeving die UWV in de
periode tot invoering van WALVIS raakt, omdat het veranderingsvermogen van UWV
zijn grenzen kent;
· Voorfinanciering van het programma WALVIS, zodat UWV terstond kan aanvangen
met het treffen van de voorbereidingen voor de invoering van WALVIS (zogeheten
temporale financiering);
· Hoge prioritering van WALVIS op de departementale agenda.
Binnen het voorgaande kan voor keuzes die nu nog voorliggen en betrekking hebben op
het wetsvoorstel (bijvoorbeeld: sv-dagenbeginsel vs. tijdvakheffingen), in het gesprek
worden aangegeven, dat UWV elke keuzeoptie wil ontwikkelen tegen meerkosten welke
het Ministerie zal dragen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 68
3. Bespreek met SZW op ambtelijk niveau het uitvoeringstechnisch commentaar van UWV
op het wetsvoorstel WALVIS, de keuzeopties die nu nog voorliggen met betrekking tot
het wetsvoorstel (bijvoorbeeld: sv-dagenbeginsel vs. tijdvakheffingen) en de
oplossingsrichtingen van de onderkende risico's uit de uitvoeringstoets, waarin het
Ministerie een rol zou moeten spelen. Belangrijke thema's in dit gesprek zijn het big-
bang-scenario (alle werkgevers gaan tegelijk op WALVIS over), de invoering van de
volledige WALVIS-systematiek (collecteren en distribueren) in één keer en de
vooraanmelding.
4. Geef het WALVIS-project van alle veranderingstrajecten binnen UWV voortdurend de
hoogste prioriteit. Dat betekent dat er gedurende het hele invoeringstraject voldoende
beschikking is over middelen, menskracht en kennis om WALVIS uit te voeren.
5. UWV heeft een besturingsmodel ontwikkeld, dat via inrichtings- en migratieplannen
geïmplementeerd wordt. Stel een datum vast waarop het besturingsmodel
geïmplementeerd moet zijn, en waarop taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden
feitelijk geoperationaliseerd zijn.
6. Stel binnen het programma WALVIS het organisatiemodel UWV op (inclusief taken,
bevoegdheden, verantwoordelijkheden) zoals dat er na invoering van WALVIS uitziet.
Dat stelt UWV in staat om tijdig en beheerst van de huidige situatie naar de gewenste
situatie na invoering WALVIS toe te gaan.
7. Communiceer structureel en frequent het beleid van UWV in duidelijke taal over de volle
breedte en diepte van UWV, zodat de UWV organisatie voldoende op de hoogte is van
beleidsvoornemens die sterk bepalend zijn voor de wijze waarop UWV functioneert.
8. Tref alle noodzakelijke voorbereidingen teneinde werkgevers, werknemers en derden over (de gevolgen van) WALVIS te informeren direct nadat het wetsvoorstel door beide kamers is aangenomen. Dit zodat alle belanghebbenden zich terdege kunnen voorbereiden op de veranderingen die hen als gevolg van WALVIS zullen raken.
8.2 Randvoorwaardelijke aanbevelingen m.b.t. de aanpak WALVIS-project
9. Operationaliseer het vastgestelde model op basis waarvan de besturing van het programma
WALVIS plaatsvindt, zodat op korte termijn sprake is van integrale sturing op de
ontwikkeling van het programma WALVIS.
10. Stel voorafgaand aan de start van het WALVIS-programma de UWV-standaards vast voor
te hanteren methoden en technieken, zodat de tussen- en eindproducten die gedurende het
programma WALVIS worden opgeleverd tussen divisies en staven communiceerbaar zijn.
11. Beperk de investeringen in huidige systemen en processen tot het hoogst noodzakelijke,
zodat een zo groot mogelijk deel van de beschikbare (mens)capaciteit ter beschikking
staat van het programma WALVIS.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 69
12. Onderzoek in lijn met de vorige aanbeveling of de huidige convergentiestrategieën die
UWV uitvoert een bijdrage leveren aan het vermogen van UWV om WALVIS te
ontwikkelen.
13. WALVIS stelt dat bestaande uitkeringsrechten gewaarborgd blijven. Onderzoek in dat
verband of het mogelijk is om bestaande systemen uit te breiden met functies die
bestaande systemen in staat stellen te werken conform de WALVIS dagloonvaststelling.
Als dat niet mogelijk blijkt zal UWV gedurende lange tijd twee typen uitkeringssystemen
(voor en na WALVIS) gelijktijdig operationeel moeten houden.
8.3 Aanbevelingen m.b.t. de kansen die WALVIS biedt
14. In hoofdstuk 6 is een aantal kansen geformuleerd dat de invoering van WALVIS voor
UWV met zich meebrengt. Doe voor elke van deze kansen een richtinggevende uitspraak
over de wenselijkheid ervan. Voor de kansen die als wenselijk worden gezien moet
vervolgens onderzocht worden of de kansen realiseerbaar zijn en zo ja, welke
inspanningen daarmee gemoeid zijn.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 70
Uitvoeringstoets WALVIS
Deel 2
Uitvoeringstechnisch commentaar
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 72
Versiebeheer
Versie Datum Korte beschrijving aanpassing
0.1 4 maart 2002 initiële versie
0.2 28 maart 2002 ter reactie aangeboden aan opdrachtgever
0.3 2 april 2002 versie Raad van Bestuur
Datum : 2 april 2002
Versie : 0.3
Status : versie Raad van Bestuur
Auteurs :
Betty Bennink WALVIS (PPS WG)
Hans Flick WALVIS (C-ICT)
Hans Korver WALVIS (PPS WG)
Maarten Speet WALVIS (PPS WG)
Distributielijst : Leden Raad van Bestuur
Michel Hoogstraten Polis
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 73
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 74
Inhoud
Pagina
Samenvatting............................................................................................................................77
Leeswijzer ................................................................................................................................78
Opzet rapportage ..................................................................................................................78
Leeswijzer deel 2 Uitvoeringstechnisch commentaar.........................................................78
1. Inleiding ...........................................................................................................................79
2. Tijdpad en traject wetsvoorstel WALVIS........................................................................80
3. Leeswijzer overzicht opmerkingen WALVIS..................................................................81
3.1 Inleiding .......................................................................................................................81
3.2 Kolommen....................................................................................................................81
3.3 Rijen.............................................................................................................................82
4. Conclusie..........................................................................................................................83
5. Overzicht "Opmerkingen WALVIS"..............................................................................85
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 75
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 76
Samenvatting
In januari 2001 heeft het Lisv het gezamenlijke uitvoeringstechnisch commentaar van Lisv en
toenmalige uitvoeringsinstellingen (uvi's) op het wetsvoorstel WALVIS aan de
Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gestuurd.
SZW heeft de opmerkingen -in een latere versie van WALVIS- al dan niet verwerkt.
In het overzicht dat bij dit onderdeel is gevoegd, staat vermeld welke opmerkingen er op het
wetsvoorstel zijn gemaakt en wat er met die opmerking door SZW is gedaan (verwerkt, niet
verwerkt of deels verwerkt).
Geconcludeerd kan worden dat het merendeel van de opmerkingen van Lisv/uvi's niet is
verwerkt. Dit is een belangrijke conclusie voor deze risicoanalyse. Het niet verwerken van
opmerkingen in WALVIS kan immers een risico betekenen voor UWV.
Naast het wetsvoorstel WALVIS moet nog een aantal zaken in lagere regelgeving (AMvB's,
besluiten etc.) worden uitgewerkt. Mogelijk kunnen de nu nog niet verwerkte opmerkingen
daarin worden meegenomen. Ingeschat wordt dat dat voor ongeveer de helft van de niet
verwerkte opmerkingen kan gelden. UWV kan trachten daarop nog invloed uit te oefenen.
In deel 1 wordt aanbevolen met SZW in overleg te treden. Het overzicht kan daarbij van
dienst zijn.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 77
Leeswijzer
Opzet rapportage
Het rapport "Uitvoeringstoets WALVIS" bestaat uit drie delen. Het eerste deel van het rapport
omvat de risico-analyse. Deel twee geeft een inzicht in het (uitvoeringstechnisch) commentaar
dat UWV, het Lisv, de uvi's, de Raad van State en de Advies Commissie Toetsing
Administratieve Lasten (Actal) op het wetsvoorstel WALVIS hebben gegeven. Het derde deel
is de verantwoording over de uitvoering van de uitvoeringstoets WALVIS.
De rapportage heeft een aantal doelgroepen. In het onderstaand overzicht is aangegeven welke delen van de rapportage bestemd zijn voor welke doelgeroep.
RAPPORT DEEL 1 DEEL 2 DEEL 3 risico analyse uitvoeringstechnisch verant- commentaar woording Onderdeel samen- volledige samen- volledige volledige vatting en tekst vatting tekst + tekst Doelgroep hfdst.6, 7, 8 diskette opdrachtgever X X X RvB, groepsraad X X regiecommissie X X programmaraad X X adviesgroep X X
Leeswijzer deel 2 Uitvoeringstechnisch commentaar Deel 2 kent naast de inleiding een viertal hoofdstukken. Het tweede hoofdstuk beschrijft het tijdpad en het traject van de ontwikkeling van het wetsvoorstel WALVIS. Hoofdstuk 3 bevat de leeswijzer van het bijgevoegde overzicht opmerkingen WALVIS. In hoofdstuk 4 zijn de conclusies geformuleerd. Hoofdstuk 5 ten slotte bevat een overzicht van alle opmerkingen die gedurende de ontwikkeling van het wetsvoorstel WALVIS zijn gemaakt.
Naast dit document omvat deel 2 een diskette waarop het overzicht opmerkingen WALVIS
volledig is uitgeschreven. De papieren versie is om praktische redenen in omvang beperkt
gehouden.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 78
1. Inleiding
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) heeft eind 2000 het
wetsvoorstel WALVIS voor uitvoeringstechnisch commentaar aan het Lisv en de uvi's
voorgelegd. Hij verzocht daarbij een oordeel te geven over de uitvoerbaarheid en een
inschatting te geven van de gevolgen voor de uitvoeringskosten. Ook wees de staatssecretaris
er op dat een deel van de toen voorliggende voorstellen te zijner tijd wordt uitgewerkt in
lagere regelgeving. Deze lagere regelgeving zou in een later stadium voor
uitvoeringstechnisch commentaar (aan UWV) worden voorgelegd. Het Lisv heeft in januari
2001 het officiële uitvoeringstechnisch commentaar aan SZW gestuurd. Medio 2001 is op een
latere versie van WALVIS door Lisv en uvi's informeel commentaar gegeven.
In het kader van de risicoanalyse is het van groot belang te weten welke opmerkingen van
Lisv/uvi's zijn verwerkt en welke niet. De niet verwerkte opmerkingen kunnen namelijk een
knelpunt opleveren. Niet voor niets is immers de opmerking aan SZW doorgegeven. Vandaar
dat in het overzicht dat in dit onderdeel is opgenomen, staat aangegeven welke opmerkingen
zijn gemaakt op het wetsvoorstel WALVIS en of deze opmerkingen door SZW zijn
meegenomen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 79
2. Tijdpad en traject wetsvoorstel WALVIS
Voor de beeldvorming volgt hieronder in het kort welke routing het wetsvoorstel WALVIS
inmiddels heeft doorlopen. Aangegeven is daarbij op welke momenten er door wie op dit
wetsvoorstel commentaar is gegeven en welke status dat commentaar had.
Datum Actie
17 november 2000 Ministerie SZW biedt WALVIS (versie 1) aan Lisv aan voor
uitvoeringstoets
31 januari 2001 Lisv stuurt uitvoeringstechnisch commentaar naar SZW
27 maart 2001 Lisv stuurt aanvullend sectoraal commentaar naar SZW
7 juni 2001 Ministerie SZW biedt WALVIS (versie 2) aan ACTAL aan voor
toets op administratieve lasten
3 juli 2001 ACTAL stuurt commentaar naar SZW
23 juli 2001 Ministerie SZW biedt WALVIS (versie 3) aan de Raad van State aan
7 september 2001 Lisv stuurt ambtelijk SZW onofficieel commentaar van Lisv en uvi's
op WALVIS, versie 2 en 3
23 november 2001 Raad van State stuurt advies aan SZW
januari 2002 Ministerie van Financiën stuurt Aansluitingswet WALVIS naar Raad
van State
5 februari 2002 Ministerie SZW stuurt wetsvoorstel WALVIS (versie 4) naar
Tweede Kamer
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 80
3. Leeswijzer overzicht opmerkingen WALVIS
3.1 Inleiding
Het bijgevoegde overzicht geeft weer welke opmerkingen er zijn gemaakt op het
wetsvoorstel WALVIS door Lisv, uitvoeringsinstellingen, Actal en Raad van State en wat de
status daarvan is. Deze opmerkingen zijn in 6 onderdelen verdeeld: "Premieloon",
"Dagloon", "Pana/Polis", "Actal", "Raad van State" en "Onderzoek". Dit laatste onderdeel
vermeldt de nog te onderzoeken zaken zoals die in WALVIS staan aangegeven. Hierbij is in
een aantal gevallen een taak weggelegd voor UWV.
3.2 Kolommen
A) Kolom A vermeldt van wie de opmerking afkomstig was. Dat kan zijn:
· Lisv ( i.s.m. de uvi's, naar aanleiding van de uitvoeringstoets begin 2001). Dit is het
officiële commentaar richting SZW geweest op WALVIS versie 1.
· UWV: in 2001 is door de uitvoeringsinstellingen separaat en vooruitlopend op de
vorming van UWV een bundeling van opmerkingen gestuurd naar SZW.
· Uvi's: dit is het niet-officiële commentaar dat door de verschillende uvi's is gegeven
op WALVIS, versies 2 en 3. Dit commentaar is gebundeld door Lisv aan ambtelijk
SZW gestuurd.
· Actal
· Raad van State
· SZW zelf
B) Kolom B geeft aan op welke versie van WALVIS de opmerking betrekking had. Dit kan
versie 1, 2 of 3 zijn. Bij de opmerkingen van SZW staat WALVIS versie 4 vermeld,
omdat dat de versie is die naar de Tweede Kamer is gegaan.
C) Kolom C vermeldt de volledige gemaakte opmerking per onderwerp (deze kolom is alleen
zichtbaar in de electronische versie).
D) Kolom D vermeldt de verkorte opmerking per onderwerp.
E) Kolom E geeft de status van de opmerking aan. Is de opmerking door SZW geheel of gedeeltelijk verwerkt of niet verwerkt? Vaak wordt daarbij nog een verduidelijking gegeven. De reden van niet verwerkte opmerkingen is niet altijd bekend.
F) In kolom F wordt aangegeven of de opmerking betrekking had op iets wat in lagere regelgeving moet worden uitgewerkt. Dit kunnen besluiten of regelingen van SZW of UWV zijn. Bijvoorbeeld de dagloonregels. Hierop kan het uitoefenen van invloed door het UWV nog mogelijk zijn. Hierbij moet echter wel bedacht worden dat de hoofdlijnen in de Memorie van Toelichting bij het wetsontwerp WALVIS staan. De lagere regelgeving zal op die hoofdlijnen moeten aansluiten, indien WALVIS tot wet wordt verheven.
G) t/m J) De kolommen G tot en met J geven aan of er sprake is van een groot of klein risico en of er sprake is van weinig of veel invloed die door UWV kan worden uitgeoefend. Een X staat dan aangegeven in de relevante kolom. Dit correspondeert met de matrix in het deel 1 van het rapport. Indien er sprake is van nadere uitwerking in lagere regelgeving dan is - Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 81
conform de toezegging van SZW- ervan uitgegaan dat UWV daarbij wordt betrokken en er
dus sprake is van "veel invloed". Deze kolommen zijn beperkt tot de opmerkingen van Lisv
en uvi's.
K) Kolom K vermeldt of er sprake is van een groot of klein risico. Dit correspondeert eveneens
met de matrix in deel 1 van het rapport. Deze kolom is beperkt tot de opmerkingen van Lisv
en uvi's.
L) Kolom L vermeldt of er sprake is van een grote of kleine schadelast indien de gemaakte
opmerking niet wordt verwerkt in bijvoorbeeld lagere regelgeving. Deze kolom is beperkt tot
de opmerkingen van Lisv en uvi's.
M) In kolom M, ten slotte, staan eventuele opmerkingen bij de kolommen G tot en met L
vermeld. Ook deze kolom is beperkt tot de opmerkingen van Lisv en uvi's.
3.3 Rijen
Is de rij waarin de opmerking is geplaatst groen, dan is er sprake van een opmerking die door
SZW in een latere versie van WALVIS is verwerkt. Als een opmerking is verwerkt, wil dat
echter niet altijd zeggen dat deze dus geen knelpunt meer zal opleveren.
Een opmerking van Lisv of uvi kan wel door SZW zijn meegenomen in die zin dat de
opmerking in de Memorie van Toelichting is weergegeven, maar SZW hoeft niet perse tot
aanpassing van het wetsvoorstel zijn overgegaan. Ook kan een opmerking door SZW wel tot
aanpassing hebben geleid, maar niet op een manier zoals dat UWV voor ogen staat. In het
overzicht zijn dat soort zaken kort (in kolom E) aangegeven.
Is de rij waarin de opmerking is geplaatst oranje/rood, dan is er sprake van een opmerking die door SZW in een latere versie van WALVIS gedeeltelijk is verwerkt of geheel niet is verwerkt. De reden van niet verwerking is niet vaak door SZW aangegeven. Een niet verwerkte opmerking behoeft niet perse te leiden tot een knelpunt. Sommige opmerkingen die niet zijn verwerkt, kunnen mogelijk nog in lagere regelgeving meegenomen worden (de rij is dan licht oranje gekleurd). De niet/deels verwerkte opmerkingen waarbij de inschatting is dat er geen uitwerking in lagere regelgeving meer mogelijk is, zijn aangegeven in oranje/rood.
N.b.: Deze kleuren zijn alleen in de digitale versie te zien. In dit rapport is het overzicht in zwart/wit opgenomen, waarbij de grijze rijen opmerkingen weergeven die zijn verwerkt. Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 82
4. Conclusie
Hieronder volgt per onderdeel "Premieloon", "Dagloon" en "Pana/Polis" welk deel van de
opmerkingen door SZW is verwerkt danwel niet verwerkt. Van de niet/deels verwerkte
opmerkingen is tevens aangegeven hoeveel daarvan nog -naar inschatting- in lagere
regelgeving zouden kunnen worden verwerkt.
Premieloon aantal aantal percentage percentage
Inhoudelijke/verschillende 36 100
opmerkingen
Verwerkt 13 36
Niet of deels verwerkt 23 64
Waarvan lagere regelgeving 7 30
Dagloon aantal aantal percentage percentage
Inhoudelijke/verschillende 47 100
opmerkingen
Verwerkt 25 53
Niet of deels verwerkt 22 47
Waarvan lagere regelgeving 16 73
Pana/Polis aantal aantal percentage percentage
Inhoudelijke/verschillende 31 100
opmerkingen
Verwerkt 7 23
Niet of deels verwerkt 24 77
Waarvan lagere regelgeving 14 58
Totaal aantal aantal percentage percentage
Inhoudelijke/verschillende 114 100
opmerkingen
Verwerkt 45 39
Niet of deels verwerkt 69 61
Waarvan lagere regelgeving 37 53
Uit het overzicht blijkt dat door SZW zo'n 1/3 deel van de opmerkingen van Lisv en uvi's is
verwerkt. 8
In iets meer dan de helft van de niet of deels verwerkte opmerkingen wordt ingeschat dat er
sprake is van uitwerking in nadere regelgeving. Hierop zou UWV invloed kunnen uitoefenen.
Dus in iets minder dan de helft van de niet of deels verwerkte opmerkingen wordt ingeschat
dat UWV weinig invloed kan uitoefenen, omdat er geen sprake is van lagere regelgeving.
8 Van de opmerkingen van Actal en de Raad van State is een groter deel van de opmerkingen door SZW
verwerkt.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 83
Zoals in hoofdstuk 3 al is aangegeven, wil het feit dat een opmerking is verwerkt niet perse
zeggen dat er geen sprake is van een knelpunt. Andersom wil een niet verwerkte opmerking
ook niet altijd zeggen dat er wél sprake is van een knelpunt, maar het risico is daarbij wel
meer aanwezig. In sommige gevallen kan verwerking in lagere regelgeving nog uitkomst
bieden. Hierbij moet wel bedacht worden dat de hoofdlijnen in de Memorie van Toelichting
bij het wetsontwerp WALVIS staan. De lagere regelgeving zal op die hoofdlijnen moeten
aansluiten, indien WALVIS tot wet wordt verheven.
In hoofdstuk 8 van deel 1 wordt aanbevolen in overleg met SZW te treden. Het bijgevoegde
overzicht kan daarbij van dienst zijn. Het kan ook SZW in één oogopslag laten zien welke
opmerkingen zijn gemaakt en welke niet zijn meegenomen. Wellicht zijn sommige daarvan
nog openstaande punten, die in lagere regelgeving kunnen worden verwerkt en daarmee
onderwerpen van gesprek kunnen zijn.
Het overzichtsonderdeel "Onderzoek" geeft inzicht in welke kwesties SZW heeft toegezegd
nog nader onderzoek te zullen doen en waarbij een taak is weggelegd voor UWV. Ook dit kan
in het gesprek met SZW worden meegenomen.
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 84
5. Overzicht "Opmerkingen WALVIS"
Hierna volgt het overzicht "Opmerkingen WALVIS".
Uitvoeringstoets WALVIS/d.d. 03-02-03 85