De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk 2020305570 AV/CAM/2003/3890
Onderwerp Datum
Kamervragen Bussemaker 3 februari 2003
over de horeca-CAO
./. Hierbij doe ik u toekomen de beantwoording van de vragen van het kamerlid Bussemaker (PvdA)
over de recent afgesloten CAO voor de horeca. Deze vragen heeft u mij toegezonden bij brief van
15 januari 2003, met bovenvermeld kenmerk.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
Vraag 1
Kent u de nieuwe Horeca CAO die vanaf 1 januari 2003 van kracht is, waarin staat dat er alleen
nog loonsverhoging en compensatie plaatsvindt indien een medewerker op of onder het salaris
volgens functietabel zit?
Antwoord 1
Ik heb kennis genomen van de bedoelde afspraak in het akkoord zoals dat tot stand is gekomen in
de horeca. De CAO is inmiddels ook aangemeld bij de Arbeidsinspectie.
Vraag 2
Klopt het dat het overgrote deel van de horecamedewerkers een inkomen boven functietabel-
niveau verdient en hierdoor geen recht heeft op loonsverhoging of compensatie?
Antwoord 2
De feitelijke bezetting van de diverse salarisschalen is mij niet bekend. Bij de aanmelding van de
CAO bij de Arbeidsinspectie dienen partijen bij de CAO een toelichting te geven op de
kostenmutaties die voortvloeien uit de afspraken. Uit die toelichting valt af te leiden dat de
loonmutatie juist wel van toepassing is op het overgrote deel van de werknemers.
Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat het merendeel van de werkenden in de horeca niet in aanmerking komt
voor een loonsverhoging of compensatie als gevolg van het algemeen verbindend verklaren van een
nieuwe CAO.
Vraag 4
Komt het vaker voor dat werkgevers de CAO en de wet op het algemeen verbindend verklaren
gebruiken om loonsverhogingen binnen een sector tegen te gaan. Zo ja, wat zijn de mogelijkheden
om dit tegen te gaan en hoe verhoudt zich dat tot artikel 8 van de Wet op het algemeen verbindend
verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en het door de minister geroemde
"level playing field" in het overleg tussen werkgevers en werknemers.
Antwoord 3 & 4
De loonvorming is nadrukkelijk primair de verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers.
Dat geldt ook voor de wijze waarop loonsverhogingen worden vastgesteld. De groep werknemers
die meer verdient dan de CAO voorschrijft, zou op basis van de afspraken in dit akkoord geen
aanspraak maken op een loonsverhoging. Dat wil echter niet zeggen dat er ook feitelijk aan deze
groep geen loonsverhoging zal worden toegekend.
---
In het algemeen geldt de beloning zoals die in een CAO wordt overeengekomen als een minimaal
gegarandeerde beloning. Dit is ook in de horeca het geval. Het staat de werkgever tenzij de CAO
dat expliciet anders heeft bepaald- echter vrij om méér te betalen dan de CAO voorschrijft. In het
onderhavige geval kan de individuele werkgever beslissen om de bedoelde werknemers wel
degelijk een loonsverhoging toe te kennen. Noch de CAO als zodanig, noch een eventueel besluit
tot algemeenverbindendverklaring staan met andere woorden een loonsverhoging voor deze groep
in de weg.
Ook deze afspraak is tot stand gekomen in vrije onderhandelingen tussen werkgevers en
werknemers. In dit licht en gegeven het primaat van sociale partners ten aanzien van de
arbeidsvoorwaardenvorming in het algemeen en de loonvorming in het bijzonder, zie ik in de
onderhavige afspraak geen enkele aanleiding om het beleid ten aanzien van de collectieve
arbeidsovereenkomst of de algemeenverbindendverklaring, te wijzigen.