IP/03/144

Brussel, 30 januari 2003

Intellectuele eigendom: de Commissie stelt een richtlijn voor om namaak en piraterij krachtiger te bestrijden

De Europese Commissie heeft een voorstel ingediend voor een richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. Doel van het voorstel is de nationale wetgevingen over de middelen tot handhaving van intellectuele-eigendomsrechten te harmoniseren en een algemeen kader vast te stellen voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde nationale instanties. De voorgestelde richtlijn moet rechthebbenden in de EU een gelijk beschermingsniveau garanderen, de maatregelen tegen inbreukmakers versterken en namakers en piraten afschrikken. Het voorstel zal nu in het kader van de medebeslissingsprocedure aan het Europees Parlement en de Raad ter goedkeuring worden voorgelegd. Het voorstel completeert het recente voorstel voor een verordening om de inbeslagneming door de douane van nagemaakte goederen van buiten de EU te vergemakkelijken (zie IP/03/75).

Internemarktcommissaris Frits Bolkestein heeft gezegd: "Piraten en namakers beroven de rechthebbenden eigenlijk van de eerlijke beloning die ze voor hun werk verdienen. Als we dat kwaad niet uitroeien, zullen de stimulansen voor industriële innovatie en culturele creativiteit worden afgezwakt. Dat zou het Europese concurrentievermogen en de culturele diversiteit en dynamiek van Europa ondermijnen. Wij moeten deze piraten en namakers dus hard aanpakken en zorgen dat ze nergens in de EU een veilig onderkomen kunnen vinden. Hoe sneller we dit voorstel uitvoeren, des te beter zullen we ons tegen piraterij kunnen wapenen. Ik hoop dus dat het Europees Parlement en de Raad met ons zullen samenwerken om het er zo snel mogelijk door te krijgen."

Wat houdt de richtlijn in?

De voorgestelde richtlijn betreft inbreuken op alle binnen de EU geharmoniseerde intellectuele-eigendomsrechten (zowel auteursrecht als industriële-eigendomsrecht, zoals merken, tekeningen en modellen).

Aangezien het bijzonder belangrijk is kordaat op te treden tegen 'grote' inbreukmakers, gaat het in de voorgestelde richtlijn hoofdzakelijk om inbreuken die met commerciële bedoelingen zijn gepleegd of die de rechthebbenden aanzienlijke schade berokkenen. Het is niet alleen de bedoeling illegale activiteiten te bestrijden, maar ook de legitieme handel en de ontwikkeling van de informatiemaatschappij te bevorderen.

Het voorstel is gebaseerd op goede werkwijzen die reeds in nationale wetgeving te vinden zijn en hun nut al hebben bewezen. Tot de maatregelen die volgens het voorstel door alle lidstaten moeten worden genomen, behoren onder meer rechterlijke bevelen om de verkoop van namaak- of piraatgoederen tegen te houden, voorzorgsmaatregelen zoals het conservatoir beslag van de bankrekeningen van vermoedelijke inbreukmakers en de machtiging van de rechterlijke instanties om bewijsmateriaal te verzamelen en overtreders ertoe te dwingen rechthebbenden schadeloos te stellen voor gederfde inkomsten. De lidstaten dienen er ook voor te zorgen dat alle ernstige inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten (zowel met opzet als met commerciële bedoelingen) en elke poging tot, medeplichtigheid aan en aansporing tot dergelijke inbreuken worden behandeld als feiten waarop strafrechtelijke sancties, inclusief gevangenisstraffen, kunnen worden toegepast.

Het voorstel volgt een "TRIPS +"-benadering (TRIPS staat voor intellectuele-eigendomsrechten op het gebied van de handel). In de TRIPS-overeenkomst, die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is gesloten, zijn minimumbepalingen inzake de handhaving vastgelegd, die in alle lidstaten van de EU moeten worden nageleefd.

De voorgestelde richtlijn wil deze minimumbepalingen completeren door:
* technische middelen te verbieden die worden gebruikt om beveiligheidsmiddelen te vervalsen en zo bij de consument de indruk te wekken dat de goederen echt zijn,
* brancheorganisaties en incassobedrijven (en ook de rechthebbenden zelf) het recht te geven gerechtelijke procedures in te leiden,
* de gerechtelijke instanties te machtigen om verkopers van piraat- of namaakgoederen ertoe te dwingen informatie te onthullen over de herkomst van de goederen, over de geproduceerde, geleverde en bestelde hoeveelheden en over de prijzen, alsook personen te identificeren die bij productie- en distributienetwerken betrokken zijn,

* rechterlijke uitspraken openbaar te maken,
* op de markt gebrachte litigieuze goederen op kosten van de inbreukmaker te elimineren.

De schadelijke gevolgen van namaak en piraterij

Door de alsmaar toenemende namaak en piraterij wordt steeds meer schade berokkend aan het bedrijfsleven (lagere investeringen, sluiting van kleine en middelgrote bedrijven), de samenleving (verlies van banen, veiligheid van de consument, bedreiging voor de creativiteit) en de regeringen (derving van belastinginkomsten).

Volgens een onafhankelijke studie^(1)
gaan er in de EU door piraterij en namaak jaarlijks meer dan 17 000 legitieme banen verloren. In sommige sectoren is het probleem bijzonder ernstig: in de softwarebranche wordt naar schatting 37% van de in de EU gebruikte software gepirateerd, wat neerkomt op een inkomstenderving van maar liefst 2,9 miljard euro(2); in 2001 heeft de muziekindustrie haar verkoopcijfers in de EU met gemiddeld 7,5% zien dalen(3); 22% van de verkoop van schoenen en kleding bestaat uit piraat- en namaakartikelen(4).

Vooral voor de culturele sector (muziek, films, video's, cd's, dvd's) en de softwarebranche is de situatie door de makkelijke toegang tot een mondiale markt via internet aanzienlijk verslechterd. Er zijn ook bewijzen van steeds nauwere banden tussen namaak en piraterij enerzijds en de georganiseerde misdaad en terroristische activiteiten anderzijds vanwege de hoge winsten en het tot dusver vrij beperkte risico om betrapt en ook gestraft te worden.

Waarom deze actie op EU-niveau?

Momenteel bestaan er aanzienlijke verschillen in de nationale wetgevingen met betrekking tot de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten. Piraten en namakers profiteren van deze verschillen door illegale activiteiten uit te oefenen in die lidstaten waar de handhavingsmechanismen doorgaans minder efficiënt worden toegepast. Door de nationale wetgevingen in de hele EU beter op elkaar af te stemmen en de lidstaten te verplichten zwaardere sancties op te leggen en betere verhaalmogelijkheden te bieden tegen inbreuken, zou de voorgestelde richtlijn namaak en piraterij moeten inperken.

Om een duidelijk beeld te krijgen van de situatie in de EU heeft de Europese Commissie in oktober 1998 met haar Groenboek over de bestrijding van namaak en piraterij in de interne markt een ruim debat op gang gebracht. Als gevolg van de reacties op het Groenboek heeft de Commissie op 30 november 2000 (zie IP/00/1385) een ambitieus actieplan gepresenteerd, waarin zij onder meer de indiening van een voorstel voor een richtlijn betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten aankondigt.

Zowel het Europees Parlement (resolutie van mei 2000) als het Europees Economisch en Sociaal Comité (advies van mei 2001) hebben de aanpak van de Commissie onderschreven.

De volledige tekst van het recentste voorstel van de Commissie is te vinden op:

http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/en/intprop/news/index.ht m

Zie ook MEMO/03/20

(1)
Economic Impact of Counterfeiting in Europe^, Global Anti-Counterfeiting Group, juni 2000.

(2)
6^th Global Report, Business Software Alliance, juni 2002.

(3)
Bron: IFPI International Federation of the Phonogram Industry.

(4)
The Economic Impact of Trademark, Counterfeiting and Infringement, International Trademark Association, 1998.