Koninklijke bibliotheek

Depot collectie > Dossiers

Watersnoodramp 1 februari 1953

De Ramp

Storm over Nederland

Oosterschelde windkracht 10 / Jan Terlouw

Een helicopter daalde / Aleid van Rhijn

Watersnood / H. Vandersmissen, 1995

Stavenisse : de kroniek van een verdronken dorp / J. Broersen en T. Koopman, 1953

Literatuur


* Titels Eerste boeken over de Ramp

* Titels over andere stormvloeden

* Titels Latere herdenkingsuitgaven

* Titels Deltawerken

* Titels fictie

* Titels Kinderboeken over Watersnoodramp 1953
Een lagedrukgebied verplaatste zich van Schotland richting Denemarken op zaterdag 31 januari 1953, en ongelukkigerwijs viel in die nacht van zaterdag op zondag een zeer krachtige noord-westen storm samen met springtij. Reeds op zaterdagmiddag gingen er waarschuwingen uit omdat men voorzag dat aan de Nederlandse kust het peil van gevaarlijk hoogwater overschreden kon worden. Inderdaad werd daar in veel plaatsen omstreeks twee uur 's nachts de noodklok geluid. Waakzame lieden hadden de situatie in de gaten gehouden en maatregelen genomen om overstromingen te voorkomen, op sommige plaatsen met succes. Maar dat gebeurde niet overal. Een groot aantal dijkdoorbraken in Zeeland, Zuid-Holland en elders in Nederland en België deden zich voor. Binnen enkele uren stonden zo'n 150.000 ha polderland onder water. Ongeveer 1850 mensen waren daarbij om het leven gekomen, zo bleek in de daarop volgende dagen, toen langzaam het nieuws uit het rampgebied binnenkwam. Vele duizenden huizen raakten onbewoonbaar, wegen en spoorlijnen waren niet meer te gebruiken, men kon het vee niet meer verzorgen, kortom de ontreddering was groot.

Snel kwam de hulpverlening op gang. Talloze vrijwilligers uit eigen land snelden te hulp. Alles wat kon varen en vliegen werd gemobiliseerd om slachtoffers uit de nood te redden of van voedsel en drinken te voorzien. Grote aantallen militairen werden ingeschakeld. Natuurlijk Nederlandse militairen en soldaten uit Frankrijk, België, Noorwegen, Engeland en er kwamen in West-Duitsland gelegerde Amerikaanse troepen.

Natuurlijk rees de vraag: hadden de verantwoordelijke bestuurders bijtijds maatregelen genomen, toen duidelijk werd dat er een extreem gevaarlijke situatie kon ontstaan? Enkelen beseften dat op dat moment misschien wel, maar werden toch verrast door deze omvang. Anderen hadden gemeend dat het misschien wel zou meevallen.

Nadat de storm was geluwd stond Nederland, in 1953 volop bezig met de wederopbouw na de Tweede wereldoorlog, voor een volgende krachtsinspanning: het herstellen van de dijken, het opvangen van tienduizenden geëvacueerden, het droogleggen van het ondergelopen gebied en het weer op gang brengen van het gewone leven. Vermeldenswaard is de grote nationale inzamelingsactie 'Beurzen open, dijken dicht' om fondsen te werven ter ondersteuning van de slachtoffers.

De Nederlandse regering ging tot actie over. Reeds op 21 februari 1953 werd de Deltacommissie geïnstalleerd die een plan moest opstellen ter bescherming van de Zeeuwse, Zuid-Hollandse en overige onveilige kuststroken. Dergelijke plannen bestonden eigenlijk al, want hoewel de stormvloed van 1953 in zijn omvang ongekend was, geheel nieuw voor Nederland waren overstromingen bepaald niet. In voorgaande eeuwen hadden talloze stormvloeden, ernstige en minder ernstige, de Nederlandse kustgebieden en het rivierenland geteisterd. Om er enkele te noemen: de Sint-Elizabethvloed van 1421, in 1570, in 1775, in 1825, in 1916, en in 1925. Recentelijk zelfs, in de jaren '90 van de vorige eeuw zijn er overstromingen van de grote rivieren geweest en nog in januari 2003 kreeg Zuid-Limburg te maken met overstromingen. Duidelijk is dat Nederland door de eeuwen heen een strijd tegen het water heeft gevoerd.

Terug naar de jaren '50. Op 8 mei 1958 werd de Deltawet aangenomen. Datzelfde jaar vond de stormvloedkering bij Krimpen a/d IJssel zijn voltooiing, het eerste tastbare bewijs van een zogenaamd Deltawerk. In 1961 werd het Veerse Gat afgesloten en er zouden vele Deltawerken volgen.

De Ramp, zoals de overstroming jarenlang daarna is blijven heten, en de gevolgen ervan vonden hun weerslag op papier. In de collectie van de KB zijn daar voorbeelden genoeg van te vinden. De meest bekende titel is ongetwijfeld het boek 'De ramp' dat reeds in februari 1953 in een oplage van 650.000 exemplaren van de persen rolde. Het was een gezamenlijke uitgave van het Nationaal Rampenfonds en de Vereeniging ter Bevordering van de Belangen des Boekhandels. De opbrengst kwam ten goede aan de slachtoffers. Zie verder de titellijst.

En natuurlijk biedt de krantencollectie in de leeszaal Depot bronnenmateriaal; van verschillende kranten zijn de edities uit februari 1953 in te zien. Zij geven een direct beeld en verslag van de ramp.

Voor wie meer wil wten is dit nummer uit de systematische catalogus nuttig: 632 hb; het zijn de publicaties over stormvloeden die Nederland hebben getroffen. Meer informatie hierover kunt u bij de inlichtingenbalie krijgen.

Dit dossier is bijgewerkt tot 24 januari 2002

Koninklijke Bibliotheek - Nationale bibliotheek van Nederland