De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
DBO-K-U-2348123
31 januari 2003
Hierbij zend ik u, mede namens de Minister van Justitie, de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Rouvoet (ChristenUnie) over de eerste gekloonde mens (2020305230).
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
Eerste gekloonde mens
1.
Eerste gekloonde mens
Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid Rouvoet over de eerste gekloonde mens (2020305230).
---
Vraag 1.
Hebt u kennisgenomen van de claim van de Amerikaanse Raelian-sekte dat de eerste ge- kloonde mens is geboren? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2.
Hoe verhouden dit bericht, en eerdere vergelijkbare claims van de Italiaanse arts Antonori, zich met het verbod op reproductief kloneren zoals dat in het aanvullend protocol op het Eu- ropese Verdrag dienaangaande is neergelegd?
Antwoord
Allereerst wil ik opmerken dat de berichten nog steeds niet meer zijn dan geruchten. Er is nog geen enkele vorm van bevestiging.
Desalniettemin is deze activiteit, indien de berichten wel juist zouden zijn, in strijd met het Aanvullend Protocol bij het Verdrag inzake de rechten van de mens en de biogeneeskunde. Het verbod in het Aanvullend Protocol is van kracht in de dertien landen die het Verdrag èn het protocol hebben geratificeerd1. Italië, Nederland en de Verenigde Staten horen daar niet bij. Italië en Nederland hebben het Verdrag en het protocol wel ondertekend. Vraag 3.
Wat onderneemt de regering in Europees en mondiaal verband om deze ontwikkelingen aan de kaak te stellen en daadwerkelijk tegen te gaan?
Vraag 4.
Bent u bereid deze ontwikkelingen in Europees en VN-verband met kracht aan de orde te stel- len opdat het mondiale verbod op reproductief kloneren waarover al vele jaren wordt gespro- ken nu eindelijk op korte termijn tot stand wordt gebracht en effectief kan worden gemaakt? Antwoord
In het kader van de Verenigde Naties hebben in New York in 2002 in de Zesde Commissie (de Juridische Commissie) van de Algemene Vergadering in diverse rondes in voor- en najaar on- derhandelingen plaatsgevonden over de (snelle) totstandkoming van een wereldwijd verbod op reproductief kloneren. Een gezamenlijk initiatief was hiertoe genomen door Frankrijk en Duits- land en werd in februari vorig jaar gesteund door Nederland - besproken. Tijdens de onder- handelingen bleken er tegenstellingen tussen enerzijds die landen die een verbod wilden dat toegespitst is op reproductief kloneren en anderzijds landen die tegelijkertijd een verbod willen
1 Op 8-1-03 is het Verdrag door 15 landen geratificeerd en door 16 landen ondertekend, maar
niet geratificeerd. Het Aanvullend Protocol is door 13 landen geratificeerd en door 16 landen
ondertekend.
2
op zowel reproductief kloneren als op het zogeheten therapeutisch kloneren2. Eerstgenoemde
landen konden niet instemmen met een breder verbod. Laatstgenoemde landen bleken niet ak-
koord te kunnen gaan met enige andere lijn dan het volledig gelijk behandelen van reproduc-
tief kloneren en het therapeutisch kloneren. Ook een gefaseerde benadering bleek niet be-
spreekbaar.
Het door Nederland verdedigde standpunt in de laatste vergadering was gebaseerd op de Em-
bryowet en de passages die daarover in het Strategisch Akkoord staan. Dit standpunt hield in
dat Nederland voor een verbod is op reproductief kloneren en daarnaast pleitte voor een inter-
nationaal moratorium (tijdelijk verbod) op therapeutisch kloneren.
Dit standpunt lag daarmee tussen de beide eerdergenoemde standpunten in, maar bleek wei-
nig weerklank te vinden, nu de beide groepen landen, en in het bijzonder de groep die een
ook in Nederlandse ogen - té breed verbod wilden, volledig aan hun standpunt wilden vast-
houden. Ik merk op dat al vanaf het begin van de besprekingen duidelijk was dat dezelfde te-
genstellingen die zich op mondiaal niveau openbaarden, ook naar voren kwamen binnen de
groep Europese landen. Met name Spanje heeft zich van het begin af aan tegen de Frans-
Duitse voorstellen verzet. Europese medeondertekenaars van het Frans-Duitse voorstel waren
o.a. België, Finland, Griekenland, Luxemburg, Noorwegen en Zwitserland. Het andere voorstel
werd met name verdedigd door de Verenigde Staten en het Vaticaan en in Europa onderte-
kend door Spanje en Italië. In dit licht lijken verdere Europese initiatieven op dit moment niet
kansrijk.
In de laatste vergadering van de voorbereidende werkgroep heeft Nederland zich actief inge-
zet voor het verhelderen van de standpunten en het in het licht daarvan bezien of er een com-
promis mogelijk was. Op Nederlands initiatief en vervolgens op verzoek van de voorzitter van
de werkgroep is onder "coördinatorschap" van ons land op 25 en 26 september 2002 een
"informele consultatie" gehouden teneinde te bezien of er oplossingen mogelijk waren. Diver-
se varianten zijn besproken, maar geen daarvan bleek uiteindelijk voor eenieder acceptabel.
Nederland heeft dit aan de voorzitter van de werkgroep medegedeeld.
Uiteindelijk is besloten het onderwerp opnieuw te agenderen tijdens de volgende Algemene
Vergadering.
Overigens heeft Nederland ook in EU-verband ingestemd met de voorstellen om in het 6e Ka-
derprogramma geen gelden te besteden aan wetenschappelijk onderzoek gericht op reproduc-
tief kloneren.
Vraag 5.
Welke maatregelen kunnen worden genomen om landen die dit verbod ontduiken er toe te
brengen dit verdrag alsnog te ondertekenen dan wel te handhaven? Is hier te denken aan
economische sancties?
Antwoord
Zoals uit het antwoord op de vorige vraag blijkt is er behalve het additioneel Protocol geen an-
der verdrag tot stand kunnen komen. Voor wat betreft de Verenigde Staten merk ik op dat in
dat land het reproductief kloneren niet bij federale wet is verboden. Het is alleen niet geoor-
loofd federale gelden aan dit onderzoek te spenderen.
Het treffen van economische sancties is mede gelet op de stand van zaken weergegeven in
het antwoord op vraag 4 niet aan de orde.
2 Het speciaal tot stand brengen van een embryo dat genetisch identiek is met een patiënt,
met het doel uit de stamcellen van dat embryo weefsel te kweken voor de therapie van die
patiënt.
3
Wij verwachten meer effect van de publieke opinie en publiekelijk uitgedragen officiële stand-
punten, zoals bij voorbeeld de veroordeling die EU-Commissaris Busquin zeer onlangs heeft
uitgesproken.
Vraag 6.
Bent u bereid te onderzoeken in hoeverre het verbod op kloneren ook in internationaal op-
zicht in strafrechtelijke zin kan worden vastgelegd?
Antwoord
Wij merken allereerst op dat het kloneringsverbod volgens het additioneel Protocol van de
Raad van Europa (door de toegetreden staten) van een strafrechtelijke sanctie dient te worden
voorzien. Artikel 24, onder f, juncto artikel 28 van de Embryowet bevat zodanig verbod.
Voorts zij verwezen naar de hiervoor gegeven antwoorden.
---
1) diverse media, 27 december jl.