30 januari 2003
Vraag
De circulaire vermeldt in § 5.6 een toevoeging aan het gemeentefonds van ¤
15,8 mln ter vervanging van de Tijdelijke regeling vroegsignalering 0-4
jarigen. Daarbij wordt verwezen naar een advies van de Rfv over deze
overheveling van 1 maart 2002. Op het internet is de verdeling van deze
overheveling bekend gemaakt. Het gaat om toevoegingen van ¤ 2,17 bij
maatstaf Jongeren, ¤ 0,43 bij de maatstaf Lage inkomens en ¤ 2,03 bij de
maatstaf Minderheden.
a) Waarom wijken deze bedragen per eenheid af van de bedragen die de
Rfv adviseerde?
b) Waarom ontvangen sommige gemeenten via het gemeentefonds minder dan
voorheen via de Tijdelijke regeling vroegsignalering?
---
Antwoord
Ad a): De bedragen, die op het internet zijn vermeld, zijn bedragen in
basis. Om op de juiste uitkering te komen moeten zij vermenigvuldigd worden
met de geraamde aantallen eenheden voor 2003 van de drie maatstaven én de
uitkeringsfactor 2003 van het gemeentefonds.
De Rfv heeft begin 2002 een verdeelformule ontworpen o.g.v. de
gemeentefondsmaatstaven Jongeren, Lage inkomens en Minderheden. Daarbij zijn
de aantallen eenheden gebruikt van november 2001. De resulterende bedragen
per eenheid waren gesteld inclusief de zgn. uitkeringsfactor.
In september j.l. zijn de bedragen per eenheid definitief vastgesteld volgens de systematiek van het gemeentefonds. Deze bedragen wijken vanwege een aantal redenen af van de bedragen die de Rfv heeft geadviseerd:
1. Er zijn meer recente gegevens gebruikt, n.l. de ramingen voor het jaar
2003. Omdat de aantallen eenheden Jongeren, Lage inkomens en
Minderheden in 2003 hoger liggen dan in 2001 valt het bedrag per
eenheid al iets lager uit.
2. De verwachte uitkeringsfactor 2003 van het gemeentefonds is toegepast
(in september 1,312). De bedragen zijn daardoor gedeeld en vallen zo
nog iets lager uit.
Deze rekenkundige zaken hebben geen invloed op het bedrag dat uiteindelijk
via het gemeentefonds naar de gemeenten toekomt. Dat komt, behoudens
minimale afrondingsverschillen, overeen met de bedragen die de Rfv
berekende.
Ad b): Dit is te herleiden tot herverdeeleffecten als gevolg van het
overschakelen naar algemene maatstaven van het gemeentefonds. Tevens is
rekening te houden met het feit dat de Tijdelijke regeling betrekking had op
de GGD-regio.
De Tijdelijke regeling vroegsignalering verdeelde de middelen o.g.v. zeer
specifieke categorieën kinderen. Het gemeentefonds heeft echter een algemeen
karakter en wordt verdeeld met algemene maatstaven, waartoe die speciale
categorieën kinderen niet behoren. Hoewel de Rfv bij de ontwikkeling van het
verdeelmodel heeft getracht zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de
verdeling van de Tijdelijke regeling is enig herverdeeleffect opgetreden als
gevolg van de stap van specifieke naar algemene maatstaven. Voor een aantal
gemeenten is dit effect negatief, voor andere positief. Bij het negatief
effect gaat het om circa ¤ 0,15 per inwoner of minder. De Raad achtte de
verschillen dusdanig beperkt dat deze moeiteloos kunnen worden opgevangen
door de gemeenten (regios).
Bij de beoordeling is uiteraard van belang dat de Tijdelijke regeling
betrekking had op de GGD-regios. Het herverdeeleffect is dan ook te bezien
over de samenstellende gemeenten in totaliteit.
---
© Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties - 3 februari 2003