De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VVA 03.293
datum
29-01-2003
onderwerp
Kamervragen van het lid Van den Brink
bijlagen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het lid Van den Brink, over het onderzoek naar mond- en klauwzeer in Kootwijkerbroek.
datum
29-01-2003
kenmerk
VVA 03.293
bijlage
1
Ja.
2 en 3
In antwoord op vragen van de leden Atsma en Mosterd heb ik aangegeven
bereid te zijn een onafhankelijke (internationale) onderzoekscommissie
in te stellen. Deze commissie zou de vraag moeten beantwoorden of de
diagnose mond- en klauwzeer in Kootwijkerbroek terecht is gesteld. Een
dergelijke commissie kan alleen goed functioneren als zij volledig
onafhankelijk is en volledige toegang heeft tot alle door haar als
relevant beschouwde documenten. Indien een dergelijke commissie van
oordeel zou zijn, dat een DNA-onderzoek geboden is in het kader van de
beantwoording van de vraag of de mond- en klauwzeer diagnose in
Kootwijkerbroek terecht gesteld is, zal ik daaraan mijn medewerking
verlenen.
4
Conform de OIE richtlijnen merkt ID-Lelystad monsters met een optische
dichtheid (OD) waarde tussen 0,1 en 0,2 als dubieus/verdacht aan. Op
deze monsters wordt vervolg onderzoek ingesteld. Monsters met een
OD-waarde boven de 0,2 worden als positief aangemerkt.
Op basis van statistisch onderbouwde gegevens met betrekking tot de
gevoeligheid en specificiteit van de test, heeft ID-Lelystad in 1996,
gebruik makend van een analyse van alle ingezonden monsters tussen
augustus 1992 en januari 1996, de grens van 0,2 vastgesteld. Met deze
grens in de test werd een specificiteit van meer dan 99.9% gevonden.
5
De gerapporteerde grens OD-waarde van 0,5 in Belgisch laboratorium is
onjuist. België en Nederland hanteren dezelfde grens OD-waarde.
6 en 7
Binnen de EU wordt er gewerkt conform de richtlijnen van de OIE.
8
Het besluit tot besmet verklaring gebeurt op basis van een
gevalideerde test. Daarbij is er geen verband tussen de hoogte van de
OD-waarde en de mate van besmetting.
Bij de 25 andere besmette bedrijven in Nederland was de OD-waarde
boven de grenswaarde van 0,2. De OD-waarden van de virusisolaties
afkomstig van het besmette bedrijf in Kootwijkerbroek zijn op 17
januari 2002 aan u gemeld in reactie op vragen van de leden Atsma en
Mosterd (kenmerk VVA 02.67/GK).
9
De OD-waarden van de monsters ingestuurd tussen augustus 1992 en
januari 1996 zijn onderdeel van het validatie rapport, op basis
waarvan de in vraag 4 genoemde grenswaarden zijn vastgesteld. De
OD-waarden van monsters getest in de daarop volgende jaren vallen
binnen deze grenswaarden.
10
Monsters worden in duplo in de antigeen detectie ELISA getest. Indien
beide duplo monsters een OD-waarde hebben van net boven 0,2, dan is de
kans dat er sprake is van een vals-positieve uitslag, kleiner dan
0,01%.
Ik wil benadrukken dat in Kootwijkerbroek in twee onafhankelijke
inzendingen MKZ virus is geïsoleerd en dat de hoogte van de OD-waarden
van de virusisolaties uit beide inzendingen geen enkele twijfel laten
over de juistheid van de test interpretatie. Bovendien wijs ik op het
feit dat beide isolaten ook op basis van de genetische sequentie zijn
bevestigd als zijnde MKZ virussen. Deze gensequenties waren identiek
bij beide monsters en ook identiek aan de sequenties van de op dat
moment in Nederland circulerende MKZ virussen.
De minister van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
dr. C.P. Veerman
datum
kenmerk
bijlage
Vragen
Vragen van het lid Van den Brink (LPF) aan de minister van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij over onderzoek MKZ Kootwijkerbroek.
(Ingezonden 23 januari 2003)
1
Bent u op de hoogte van het feit, dat de bevolking van Kootwijkerbroek
nog steeds twijfelt aan de juistheid van de in 2001 door ID Lelystad
gestelde diagnose m.b.t. MKZ in Kootwijkerbroek?
2
Bent u bereid opdracht te geven aan een daartoe erkend
onderzoeksinstituut, niet zijnde ID Lelystad, tot het doen van
DNA-onderzoek de restanten van de monsters van het besmet verklaarde
dier en materiaal van het moederdier, teneinde ondubbelzinnig vast te
stellen of de ingezonden en positief bevonden monsters inderdaad
afkomstig waren van het besmet verklaarde dier?
3
Heeft u inmiddels aan ID Lelystad verzocht, dan wel geboden, om de
dossiers inzake de diagnose van MKZ op het bedrijf in Kootwijkerbroek
en daaraan gerelateerde onderwerpen openbaar te maken? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke termijn worden de dossiers openbaar gemaakt?
4
Waarom en wanneer is bepaald dat ID Lelystad bij het uitvoeren van de
Antigeen Elisa-test een grenswaarde van 0,2 hanteert voor de
absorptiewaarde, om te bepalen of er sprake is van een MKZ-besmetting?
5
Hanteert het Belgische laboratorium in Brussel een grenswaarde van 0,5
zoals in het rapport 'Geen enkele twijfel? ...' van de Stichting
Onderzoek MKZ-crisis Kootwijkerbroek wordt gesteld?
6
Welke grenswaarden worden voor de Antigeen Elisa-test op MKZ-virus
gehanteerd door in EU-verband aangewezen laboratoria in elk van de
andere EU-landen?
7
Wat is, indien in de EU-landen geen gelijke grenswaarden worden
gehanteerd, de reden dat deze grenswaarden nog niet geharmoniseerd
zijn?
8
Welke absorptiewaarden zijn er gemeten bij de 24 andere bedrijven in
Nederland, waar in 2001 MKZ is geconstateerd? Kunt u hiervan een
nauwkeurige opgave geven, waarbij de absorptiewaarde voor ieder besmet
dier aan de hand van bijvoorbeeld een copie van de fotospectrometische
meting (eventueel geanonimiseerd) wordt weergegeven?
9
Welke absorptiewaarden zijn er gemeten bij de bedrijven in Nederland,
die in de afgelopen 5 jaar verdacht zijn geweest van MKZ en waar met
behulp van de Antigeen Elisa-test op MKZ-virus is getest, maar waar
het virus niet is aangetoond? Kunt u een nauwkeurige opgave geven van
alle aangetroffen absorptiewaarden voor alle uitgevoerde testen, bij
voorkeur in de vorm van kopieën van de uitdraaien van de
fotospectrometische metingen, zonodig geanonimiseerd?
10
Hoe groot is de kans op een vals positieve uitslag bij toepassing van
de Antigeen Elisa-test?
up Reageren
Homepage
---