Gezamenlijke verklaring van het Ministerie van SZW en de Stichting van de Arbeid
Op 21 januari jl. hebben de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gesproken met de Stichting van de Arbeid over de uitgangspunten voor de financiële opzet en de positie van de pensioenfondsen. Het gesprek vond plaats als vervolg op de afspraken die zijn gemaakt in het najaarsoverleg naar aanleiding van de brief van de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) van 30 september 2002 aan de besturen van de pensioenfondsen.
In het gesprek bleek nog geen compleet beeld aanwezig van de door de fondsen ingediende
plannen. Zoals de PVK eerder heeft aangegeven, dienen de herstelplannen voor het merendeel
van de fondsen voor eind januari 2003 in haar bezit te zijn. Daarom is afgesproken dat het
gesprek begin april 2003 zal worden voortgezet. Nu kan slechts een tussenbalans worden
opgemaakt.
Zoals al bleek uit de brief van de Staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid aan de Voorzitter van de Tweede Kamer (18 december 2002) is de
onderdekkingsproblematiek aanzienlijk kleiner dan in de PVK-raming op 30 september 2002
werd aangegeven. Toch resteert naar verwachting nog altijd een aanzienlijke onderdekking
van circa 3 miljard euro.
Uit de eerste (42) ingediende herstelplannen blijkt dat pensioenfondsen deze
onderdekkingsproblematiek krachtig aanpakken. De verwachting is dat, zonder verdere
koersdalingen en bij een beleggingsrendement conform het langjarig gemiddelde, bij 33 van
de onderzochte 42 fondsen per ultimo 2003 de situatie van onderdekking van gezamenlijk
1100 mln euro ofwel 17 procent van de pensioengrondslag van deze fondsen is weggewerkt.
Bij 9 van de onderzochte 42 fondsen zal waarschijnlijk sprake zijn van een langere periode
dan 1 jaar (dus na ultimo 2003) voor het wegwerken van onderdekking. In de loop van de
komende weken moet blijken of deze trend zich ook bij de andere fondsen doorzet.
Ofschoon er dus geen reden voor paniek is, is er nog wel degelijk reden voor zorg. Dat zal de
komende jaren niet anders worden. Premiehoogte, en kostenbeheersing zelf zullen de
komende jaren de pensioenagenda beheersen.
Sociale partners hebben in dat verband nogmaals en met klem het uitgangspunt van maatwerk
bij het toezicht door de PVK onderstreept.
De fondsen met een dekkingsgraad van méér dan 105 procent staan veelal voor de opgave om
de buffers weer op het gewenste peil te brengen. Hiervoor is een langere tijdsperiode
toegestaan. Mede in dat verband is de tijdens het najaarsoverleg gemaakte afspraak bevestigd
dat kabinet en sociale partners in 2003 overleg zullen voeren over het financiële
toetsingskader ten behoeve van de nieuwe Pensioenwet, waarbij met name de problematiek
van de hoogte van de buffers aan de orde zal komen. De tussenrapportage van de PVK bevat
over de bufferproblematiek geen nadere gegevens. Het kabinet zal de PVK verzoeken in de
volgende rapportage informatie hierover aan te leveren.
Doordat de afgelopen jaren de aanwezige buffers bij pensioenfondsen grotendeel zijn
verbruikt, is de dekkinggraad bij veel pensioenfondsen zodanig gedaald dat deze fondsen bij
verdere daling van de beurskoersen al heel snel in een onderdekkingssituatie zullen belanden.
Dit onderstreept de noodzaak om, naast de aanzuivering van het dekkingstekort, ook te komen
tot bufferherstel.
Voor het herstel van buffers zullen ingrijpende maatregelen moeten worden genomen. Ook bij
dit proces zal de PVK als toezichthouder, in lijn met eerdere uitspraken door de PVK gedaan,
maatwerk leveren.
Tevens is de afspraak uit het Najaarsoverleg herbevestigd dat in 2003 onder andere gesproken
zal worden over het afsluiten van een pensioenconvenant.