Persbericht
Werkloosheid zet komende jaren door in provincie Utrecht
Alle hens aan dek voor Utrechtse economie
28-1-2003
Te weinig bedrijfsruimte. Een oplopende werkloosheid. Toenemende druk
op de concurrentiepositie. Het nieuwe economisch beleidsplan "De
Toekomst Heeft Vele Gezichten" van de provincie Utrecht voor de jaren
2003-2007 schetst een redelijk grijs toekomstbeeld. Hoogste tijd om
alle zeilen bij te zetten en nieuwe wegen in te slaan voor hulp aan
het Utrechts bedrijfsleven.
Het nieuwe beleidsplan, dat in een ontwerpversie in GS is behandeld,
is gebaseerd op recente prognoses van o.a. het Centraal Planbureau.
Deze geven aan dat de werkloosheid in de provincie Utrecht de komende
jaren zal toenemen. Voor een belangrijk deel wordt dit veroorzaakt
door een forse instroom van jaarlijks circa 9000 jonge afgestudeerden
van de vele hoge opleidingen in de provincie. Daartegenover staat dat
de werkgelegenheid sinds 2001 is afgenomen, onder invloed van de
stagnerende conjunctuur die in deze provincie vooral zijn sporen heeft
nagelaten in de zakelijke dienstverlening.
Actief arbeidsmarktbeleid
Reden voor GS om het economisch beleid van de provincie Utrecht met
een aantal nieuwe beleidsaccenten aan te scherpen. Zo wil het college
een impuls geven aan een actief arbeidsmarktbeleid. Bedoeld met name
voor sectoren waar relatief veel laaggeschoolden werk vinden, zoals de
zorgsector en de bouw. Evenwicht op de arbeidsmarkt met voldoende
aandacht voor de kwetsbare groepen zal een belangrijk thema voor de
toekomst worden. Vanwege bezuinigingen wordt vooral voor lager
geschoolden het perspectief op een baan tamelijk somber, voorspellen
GS. Maar ook voor hoger opgeleiden geldt dat steeds vaker hun baan op
de tocht komt te staan. De provincie wil daarom de samenwerking tussen
de drie regionale Utrechtse arbeidsmarktplatforms versterken. Langs
deze weg wordt verder extra aandacht gegeven aan projecten die zich
richten op o.a. participatie van ouderen aan het arbeidsproces.
Verbetering bedrijvenlocaties
Ondanks de kwakkelende economie en de gedeeltelijke leegstand op de
kantorenmarkt zullen vooral in het westen en zuidoosten van de
provincie Utrecht tekorten ontstaan aan bedrijfsruimte. De totale
behoefte aan bedrijventerreinen tot 2015 is circa 400 hectare. Om
hieraan te voldoen, willen GS blijven werken aan het herstructureren
van ongeveer 860 hectare bedrijventerrein. Verder is het de bedoeling
dat met voorbeeldprojecten de bedrijfsruimte met 15% wordt ingeperkt.
Om aan de behoeften van de reeds gevestigde Utrechtse bedrijven te
kunnen voldoen en te voorkomen dat deze de provincie verlaten, blijft
daarnaast de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen noodzakelijk, aldus
GS.
Utrecht als kenniseconomie
Een uniek aspect van de provincie Utrecht is de grote cluster
onderwijs- en onderzoeksinstellingen. Een belangrijk actiepunt in het
economisch beleidsplan is dit kennispotentieel beter af te tappen ten
behoeve van het Utrechtse bedrijfsleven. Innovatiebevorderende
maatregelen zullen zich vooral richten op traditionele sectoren als de
industrie, metaal en de bouwnijverheid. Daarnaast worden initiatieven
ontwikkeld, gericht op behoud van werkgelegenheid in de ICT en
versterking van de medisch-technologische sector. Via een gerichte
benadering zullen verder circa 25 nieuwe bedrijven worden
aangetrokken, die voor de Utrechtse kennissectoren van bijzonder
belang zijn.
Nieuwe samenwerkingsvormen
Om deze doelstellingen te halen, willen GS inzetten op nieuwe
samenwerkingsvormen. Een voorbeeld is de ontwikkeling van regionale
bedrijventerreinen of de opzet van een ontwikkelingsorganisatie waarin
gemeenten en andere partijen die baat hebben bij versterking van het
Utrechtse bedrijfsleven met elkaar samenwerken. Voor de uitvoering van
het nieuwe beleidsplan is bij de provincie dit jaar 2,7 miljoen
beschikbaar. Cofinanciering met geld van het rijk of de Europese
Commissie kan het werkbudget echter aanzienlijk doen toenemen.
Procedure
Het ontwerpbeleidsplan komt op 3 februari voor advisering aan de orde
in de statencommissie Cultuur en Economie. Definitieve vaststelling
van deze nota vindt plaats in maart 2003.
Meer informatie: Ron van Dopperen, telefoon 030-258 31 96 of
Ron.van.Dopperen@provincie-utrecht.nl