Reactie op brief over oplossing van RSI-problemen
In deze brief aan de Kamer gaat de staatssecretaris - na overleg met
het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid - nader in op een
brief waarin aandacht is gevraagd voor een methode die een oplossing
biedt aan mensen met RSI-problemen.
Reactie op brief over oplossing van RSI-problemen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
De Voorzitter van de Tweede
Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Den Haag
DBO-CB-U-2347342 24 januari 2003
Onderwerp Bijlage(n)
Uw
brief
Reactie op brief van mw. S. Hémon inzake VWS-02-1387
RSI-problemen
Met interesse heb ik kennis genomen van de brief van mw. Sedjé Hemon van 25 november
2002 waarin zij aandacht vraagt voor een methode die volgens haar de oplossing biedt aan
mensen met RSI-problemen. In overleg met het Ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid, wil ik hierbij een reactie geven op deze brief.
Ik ben mij er terdege van bewust dat de laatste jaren een toenemend aantal mensen klach- ten heeft (gehad) die onder de verzamelnaam RSI vallen. Niet voor niets heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in 1999 een uitgebreide voorlichtingscampagne ge- organiseerd met als doel mensen die beeldschermwerk doen, aan te sporen op een goede manier te werken achter een beeldscherm. Ook in de arboconvenanten die thans in een groot aantal sectoren lopen krijgt de preventie van RSI-klachten veel aandacht en worden afspraken gemaakt om het optreden van RSI terug te dringen.
De resultaten van deze inspanningen lijken voorlopig goed: het begrip RSI of muisarm bij
beeldschermwerkers is inmiddels onder grote delen van de Nederlandse bevolking bekend.
Men is zich er steeds meer van bewust dat het werken met een computer, ook in de thuis-
situatie, niet zonder risico's is. Deze wijd verspreide kennis over RSI en de risico's van het
werken achter een beeldscherm is, naar mijn mening, de eerste stap op weg naar preventie
tegen RSI.
Er wordt op diverse fronten gewerkt aan protocol- en richtlijnontwikkeling voor preventie,
diagnose en behandeling van RSI-klachten. Het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Klach-
ten Bewegingsapparaat levert hierbij de benodigde kennis en expertise. Voor de diagnostiek
wordt gebruik gemaakt van het criteriumdocument dat het Coronel Instituut ontwikkeld
heeft (Het Saltsa rapport 2000). Zo heeft de kenniskring RSI van de Stichting Expertisecen-
trum voor Reïntegratie (STECR) een werkwijzer ontwikkeld voor arbodiensten over preventie
van RSI en sociaal-medische begeleiding en reïntegratie van werknemers met RSI. Het Bu-
reau Richtlijnontwikkeling van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgenees-
kunde werkt aan een richtlijn voor de diagnose en behandeling van klachten (inclusief RSI)
van nek, schouder en arm.
De komende tijd zal vooral aandacht besteed worden aan een multidisciplinaire aanpak en
het implementeren van de ontwikkelde protocollen en richtlijnen in de praktijk. Medwerk-
Postbus 20350 Bezoekadres: Correspondentie uitsluitend Internetadres: 2500 EJ DEN HAAG Parnassusplein 5 richten aan het postadres www.minvws.nl Telefoon (070) 340 79 11 2511 VX DEN HAAG met vermelding van de Fax (070) 340 78 34 datum en het kenmerk van deze brief
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
2
Kenmerk
DBO-CB-U-234734
een landelijk dekkend netwerk van vijftien regionale centra die professionals ondersteunen
om de zorg voor mensen met een arbeidsgerelateerde aandoening te verbeteren - kan hierbij
een belangrijke rol spelen.
Al met al wordt RSI inmiddels door praktisch alle (bedrijfs)artsen als zodanig onderkend. Dat
betekent dat er in een zo vroeg mogelijk stadium gerichte maatregelen voorgeschreven kun-
nen worden om de klachten aan te pakken. Ik verwacht ook dat vanwege de inwerkingtre-
ding van de Wet Poortwachter een positieve stimulans uitgaat naar alle betrokkenen om
werknemers met RSI-klachten zo spoedig mogelijk weer te begeleiden naar werk, om te
voorkómen dat zij definitief uitvallen en terugvallen op de WAO.
In de brief spreekt mw. Hémon haar zorg uit voor RSI bij onder meer studenten en kinderen
die nog geen deel uitmaken van de werkende bevolking. De Arbeidsinspectie heeft zojuist
een inspectieproject op het terrein van beeldschermwerk binnen universiteiten afgerond.
Onderwerp van onderzoek waren met name de studenten en de computerwerkplekken. De
definitieve uitkomsten van dit inspectieproject zullen inzicht geven in de huidige situatie ten
aanzien van het verrichten van beeldschermwerk. Ook in deze instellingen verwacht ik ech-
ter een verbetering van de situatie vanwege de toegenomen bekendheid met de risico's die
verbonden zijn aan het werken met een computer. Uiteraard zullen we de resultaten van dit
inspectieproject af moeten wachten.
Ten aanzien van het voorkómen van RSI-klachten zie ik een grote rol weggelegd voor werk-
gevers. Zij dienen de omstandigheden voor werknemers zodanig te optimaliseren dat werk-
nemers zonder problemen hun werkzaamheden kunnen blijven uitoefenen. Dit geldt uiteraard
ten aanzien van alle risico's die verbonden zijn aan arbeid. In het geval van RSI bestaat er
echter ook een grote verantwoordelijkheid voor werknemers zelf. Het voorkómen van RSI is
een proces dat óók een inspanning vraagt van werknemers. Een goede zit- en werkhouding
aannemen, pauzecomputerapparatuur op een goede wijze gebruiken, de eigen grenzen in
acht nemen, op het werk maar óók thuis. Dit zijn zaken waar niet alleen werknemers maar
iedereen die vaak achter de computer zit, zijn eigen verantwoordelijkheid zal moeten nemen
om ontwikkeling van RSI-achtige klachten te voorkómen.
Ik begrijp de bezorgdheid van mw. Hémon met betrekking tot het onderwerp RSI. Ik hoop en verwacht dat de verschillende initiatieven die zowel de overheid, maar ook anderen hebben ontwikkeld om RSI aan te pakken, op termijn vruchten zullen afwerpen.
Zowel het Ministerie van SZW als VWS krijgen met regelmaat brieven van burgers en orga- nisaties die menen een juiste methode te hebben op het terrein van RSI. In bijna alle geval- len wordt geadviseerd dat men zich wendt tot het Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Klachten Bewegingsapparaat (Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam telefoonnummer 010 4632000), waar nieuwe ontwikkelingen worden gevolgd.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Blad
3
Kenmerk
DBO-CB-U-234734
Men moet zich dan wel realiseren dat dit alleen zin heeft, wanneer er onderzoeksgegevens
over een methodiek of programma bekend zijn. Daarnaast staat het aanbieders vrij werkge-
vers, onderwijsorganisaties en andere relevante organisaties te benaderen met hun product.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp