Intentieverklaring grensoverschrijdend spoorgoederenvervoer
22 Januari 2003
Minister De Boer heeft samen met zijn collegas van Duitsland, Italië,
en Zwitserland afspraken gemaakt om het spoorgoederenvervoer tussen
Rotterdam en Milaan te verbeteren. De ministers tekenden in het
Zwitserse Lugano een Memorandum of Understanding (MoU). De vier landen
onderstrepen hiermee het belang van een gezamenlijke inzet voor een
efficiënte Europese goederenverbinding. De ondertekening van het MoU
is een vervolg op eerdere afspraken tussen oud-minister Netelenbos en
minister Leuenberger van Zwitserland in mei 2001. Met de deelname van
Duitsland en Italië wordt een flinke stap voorwaarts gezet, vooral
omdat aan de Zwitsers-Italiaanse grens nog veel belemmeringen zijn die
om een oplossing vragen. Met de ondertekening van een MoU in 2001 door
Zwitserland en Nederland werd een onderzoek gestart om de nog steeds
bestaande belemmeringen voor het grensoverschrijdend
spoorgoederenvervoer op korte termijn te kunnen aanpakken. Binnen het
onderzoek is gekozen voor een zogenaamde corridoraanpak, te weten de
corridor Rotterdam Milaan. Het voordeel van deze aanpak is dat een
goederenstroom van begin tot eind gevolgd kan worden. Tevens maakt
deze aanpak het mogelijk de betrokken partijen te benoemen en aan te
spreken op hun verantwoordelijkheden. Alle stappen binnen de corridor,
inclusief de terminals, zijn geanalyseerd. Vervolgens zijn
verbeteringsmogelijkheden geïdentificeerd op verschillende niveaus. De
verbeteringen die op overheidsniveau moeten worden uitgevoerd zijn:·
- vereenvoudigen douaneafhandeling ·
- erkennen en toelaten materieel ·
- erkennen en toelaten personeel ·
- maken van afspraken over markttoezicht ·
- maken van volumeprognoses op de corridor en daarop gebaseerde
investeringsplannen.
Een ambtelijke werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de
verschillende ministeries, werkt hard aan de implementatie van de
overheidsmaatregelen en coördineert de maatregelen die door
inframanagers en vervoerders worden uitgevoerd. Gebleken is dat een
corridoraanpak alle betrokkenen aanspreekt. De Europese Commissie is
op de hoogte van het project en steunt het volledig. Er is geen sprake
van concurrentie met EU-wetgeving, integendeel, binnen corridorverband
kan de toepassing van verschillende richtlijnen worden versneld en
getoetst. Deze corridorstudie is te zien als een pilot voor Europese
liberalisatie.
Bron: Ministerie Verkeer & Waterstaat, Directoraat-Generaal
Goederenvervoer