BSE-geval in Hengevelde
22 januari 2003 -
Bij een 6 jaar oude koe op een bedrijf in Hengevelde (Overijssel) is Bovine Spongiforme Encephalopathie (BSE) geconstateerd. Deze besmetting is het vierenvijftigste geval in Nederland sinds 1997 en het tweede geval in 2003.
Op 14 januari heeft een dierenarts van het bedrijf bij het Centraal Meldpunt Dierziekten een verdenking van BSE gemeld. Dezelfde dag is het bedrijf bezocht door een specialistenteam (bestaand uit een dierenarts van het bedrijf, een dierenarts van de GD en een dierenarts van de RVV). De conclusie van het specialistenteam was dat de koe, Connie 2, geboren op 14 juli 1996, verdacht werd van BSE. Daarop is het bedrijf door de RVV verdacht verklaard. Dezelfde dag nog is de koe op het bedrijf gedood. Op 15 januari is het kadaver afgevoerd naar het CIDC-Lelystad. Dezelfde dag bleek de snelle BSE-test een positief resultaat op te leveren. Daarop is een onderzoek ter bevestiging van de uitslag van de snelle test ingezet. Op 21 januari bleek ook dit tot een positief resultaat te leiden. Bij geen van de 50 andere runderen op het bedrijf zijn verschijnselen van BSE aangetroffen. Connie 2 is geboren en getogen op het bedrijf te Hengevelde. Zoals gebruikelijk wordt een onderzoek ingesteld naar het veevoer, met name naar het voer gegeten in de eerste levensmaanden door de zieke koe. Alleen de risico-dieren zijn geruimd. Ook alle dieren met een verhoogd BSE-risico afkomstig van dit bedrijf die inmiddels op andere bedrijven verblijven, worden getraceerd en geruimd.
Per 1 maart 2003 trekt minister Veerman van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij een BSE-geval geen geld meer uit voor het doden en vernietigen van gezonde runderen. Uitsluitend de risico-dieren, dus dieren die in dezelfde tijd als het besmette rund op hetzelfde bedrijf zijn geboren of hetzelfde voer hebben gegeten, zullen worden overgenomen, afgevoerd en vernietigd. Dit geldt ook voor nakomelingen van het besmette vrouwelijke rund die de laatste twee jaar zijn geboren. Dit heeft de minister na overleg met het landbouwbedrijfsleven besloten. Hiermee komt een einde aan het doden en vernietigen van hele veestapels.