Partij van de Arbeid
De burger koning door het gesloten net
21-01-2003
Notitie van Herman Marres
De kracht in de wijken:
De burger koning door het gesloten net
Inleiding
In 2002 bereikte het Amsterdamse bestuurlijk stelsel zijn voltooiing:
alle burgers kunnen voor veel diensten nu terecht bij hun eigen
stadsdeel. In de tussenliggende periode is een stelsel ontstaan waarin
diensten aan de burgers deels door de stadsdelen en deels door
diensten van de Centrale Stad worden geleverd. Nu het stadsdeelnetwerk
is gesloten is er alle reden om nader te bezien welke verbeteringen
mogelijk zijn in de dienstverlening aan de burger. Centraal daarbij
staan transparantie, nabijheid en kwaliteit. Dat pleit voor een
benadering waarbij optimaal gebruik wordt gemaakt van de aanwezigheid
van stadsdeelorganisaties - en waar mogelijk van de moderne
ICT-mogelijkheden waarbij diensten zelfs bij de burger thuis kunnen
worden geleverd.
Transparantie
Nederland is sterk in retail, het efficiënt en goedkoop naar de klant
brengen van producten en diensten. Retail-organisaties, zoals Albert
Heijn, en Dirk van den Broek, doen dit op basis van heldere keuzes op
het gebied van vestigingen en achterliggende logistiek, mede door ICT.
Voor de klant uit dit zich in een goede spreiding van goed bereikbare winkels in de stad, waar een breed palet aan goederen en diensten steeds voorradig is. De burger weet exact wie wat waar levert, tegen welke kwaliteit en in belangrijke mate ook: tegen welke prijs. In toenemende mate kunnen diezelfde goederen ook via internet worden besteld, waarna ze op afspraak worden thuisbezorgd.
Het geheel leidt tot een grote mate van transparantie in
dienstverlening en tegelijkertijd tot scherpe kostenbeheersing, in een
sector met kleine marges van levensbelang. En als de klant niet
tevreden is, dan heeft hij/zij de volle vrijheid boodschappen te doen
bij een ander.
In contrast hiermee ontbeert de gemeente een heldere retail-strategie.
Een deel van de diensten wordt geleverd via stadsdelen, een ander deel
via verschillende netwerken van aparte diensten van de centrale stad.
Voorbeelden van dergelijke netwerken zijn de bijkantoren van de GSD,
de GG&GD - maar ook de voorposten voor ouderen of de bijkantoren van
de WVG-organisatie Tot-en-Met.
Het bestaan van deze veelheid brengt tal van bezwaren met zich mee:
het is aan de burgers zelf te zoeken wie waar een benodigde dienst
levert (en ook binnen de eigen gemeentelijke organisatie is dat
vaak niet helder)
de overall-kwaliteit van de dienstverlening schiet te kort
een integrale aanpak van de gemeentelijke dienstverlening komt
moeizaam
aan het instandhouden van de vele gebouwen in de wijken zijn
aanmerkelijke kosten verbonden
en bovendien staan deze gebouwen een groot deel van de tijd leeg -
terwijl tegelijkertijd grote behoefte bestaat aan ruimte tegen
niet-commerciële tarieven voor non-profit activiteiten in de wijk
Nabijheid
Veel diensten van de gemeente worden nabij de burger geleverd, zij het
vanuit verschillende retail-ketens. Wenselijk zou zijn dat die ketens
worden geïntegreerd, zodat in alle stadsdelen integrale gemeentelijke
service-centra ontstaan. In die situatie is voor iedere burger
duidelijk waar om het even welke gemeentelijke dienst en gemeentelijk
product kan worden verkregen.
In Amsterdam kan er geen discussie over bestaan wie de beheerder van
deze service-centra moet zijn: de stadsdelen. Zij vormen bij uitstek
de organisaties die de drager kunnen en moeten zijn van het
gemeentelijke front-office. Tegelijkertijd is ook overbodig een
discussie over de vraag wie daarbij de back-offices zijn: dat zijn de
diensten van de centrale stad.
Een uitgewerkt en relatief uitstekend functionerend voorbeeld is het
Register Amsterdam: de loketten staan bij de stadsdelen, het Register
zorgt voor de benodigde centrale bestanden en de ICT-logistiek. De
aanpak van het Register maakt het ook mogelijk om, zodra ook in
Nederland de digitale identificatie is geregeld, dienstverlening via
internet mogelijk te maken.
Het model van het Register brengt nog een voordeel met zich mee:
burgers kunnen ongeacht het stadsdeel waar zij wonen kiezen bij welk
loket zij diensten af willen nemen. Bijvoorbeeld bij een ander
stadsdeel waar avond-openstelling wordt aangeboden.
Er is alle reden om dit sterke, en goed werkende, model te hanteren als voorbeeld van een Amsterdamse gemeentelijke retail-strategie.
Consequentie van deze keuze is dat de bestaande
dienstverleningsketens, inclusief de bijbehorende loketten en de
gebouwen waarin deze zijn gevestigd, over te dragen aan de stadsdelen.
Tegelijkertijd dient de Centrale Stad te besluiten dat alle diensten
van de gemeente bij uitsluiting zullen worden geleverd door de
stadsdelen.
Een direct effect van deze keuze zal zijn dat kostenbewuste stadsdelen
onmiddellijk de weg van concentratie, samenvoeging en daarmee
kostenbesparing in zullen slaan. Dat is goed voor de burger, het is
ook goed voor de gemeentekas.
Het is ook goed voor afrekenbaarheid: de burger weet precies wie
verantwoordelijk is voor het nabije gemeentelijke service-centrum - en
kan dat iedere vier jaar formeel beoordelen.
Kwaliteit
Het begrip 'kwaliteit' is veelbesproken, en of iedereen er hetzelfde
mee bedoelt is de vraag. Er zijn tal van definities gegeven. Eigenlijk
komt het neer op "voldoen aan de verwachtingen van de klant".
Een uitwerking voor de gemeente Amsterdam dient elementen te bevatten
als:
de dienst is nabij te krijgen, zowel fysiek in het nabije
gemeentelijke service-centrum als bij de 70% van de burgers thuis,
via internet
de dienst wordt snel en adequaat geleverd, tegen een redelijke
prijs en zo laag mogelijke feitelijke kosten
de burger weet bij welke instanties hij/zij terecht kan bij
problemen: er is niet alleen een Ombudsman, maar ook een
voorportaal in een lokale klantenservice.
Vervolg
Het hiervoor beschrevene is een heldere lijn. Realisatie ervan vraagt
om heldere kaderbesluiten en daarop volgende snelle uitwerking. Maar
vooral vraagt het om bestuurlijke inspiratie en vasthoudendheid, en de
durf af te wijken van een in de afgelopen jaren tijdelijke
pragmatische, maar inmiddels kostbare en klantonvriendelijke
scheefgroei.
Herman Marres
reacties