Landelijk melkureumgehalte niet verder gedaald in 2002
Webbericht
Uit cijfers van het Melkcontrolestation Nederland blijkt dat het
gemiddelde melkureumgehalte in leverantiemonsters in 2002 ruim 26 mg
per 100 gram melk bedroeg. Dit is een stijging ten opzichte van 2001
van 1 mg/100 g melk.
Sinds de introductie van het melkureumgetal in 1998 daalde het
landelijk gemiddelde ieder jaar. Deze trend heeft zich afgelopen jaar
dus niet verder voortgezet.
In de grafiek is te zien hoe het verloop van het melkureumgehalte
gedurende de afgelopen vier jaren was.
In het stalseizoen van 2002 heeft het melkureumgetal zich
gestabiliseerd op een waarde van circa 23, hetzelfde niveau als in
2001. Volgens Praktijkonderzoek Veehouderij wijst dit er op dat
veehouders nu definitief in staat blijken hun melkvee zodanig te
voeren dat een hoge stikstofefficiëntie wordt behaald. Dit is gunstig
voor het beperken van stikstofverliezen, zoals ammoniakemissie.
In het weideseizoen van 2002 is, ten opzichte van 2001, in de maanden
juni tot en met september een gemiddeld hoger melkureumgehalte
gemeten. Deze verhoging lijkt toe te schrijven aan de relatief hoge
temperaturen en goede vochtvoorziening in de zomer en nazomer van
afgelopen jaar. Het gras groeide goed door, waardoor voldoende
weidegras beschikbaar bleef voor het melkvee. Bovendien kon vaak
gemaaid worden, waardoor regelmatig etgroen beschikbaar kwam om op te
weiden. Dit jonge en smakelijke gras zorgde voor een hoge eiwitopname
door het melkvee. Daarnaast was er, vanwege de relatief hoge
temperaturen, sprake van een forse mineralisatie van stikstof uit de
bodem. Tenslotte kan ook de toename van klaver in graslandpercelen een
verhogend effect hebben gehad op het stikstofaanbod.
---
© Praktijkonderzoek Veehouderij - Wageningen UR. Laatst bijgewerkt:
20-01-2003 16:27.