Persbericht
nr: 5
woensdag 15 januari 2003
Internationaal congres over de invloed van genetisch gewijzigde gewassen op landbouw en milieu
Gene flow tussen landbouwgewassen en wilde plantensoorten
Kunnen genen van genetisch gewijzigde landbouwgewassen in wilde plantensoorten terecht komen en welk effect heeft dat op het milieu en de biodiversiteit? Op deze vragen gaan internationale wetenschappers in tijdens het congres Introgression from Genetically Modified Plants (GMP) into wild relatives and its consequences. Het congres wordt mede georganiseerd door het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de Universiteit van Amsterdam en vindt plaats van dinsdag 21 tot en met vrijdag 24 januari a.s. in Amsterdam.
Tijdens het congres presenteren zo'n veertig internationaal leidende wetenschappers op het gebied van het biologisch veiligheidsonderzoek de laatste stand van zaken met betrekking tot de mogelijke gevolgen van kruisingen tussen landbouwgewassen en hun wilde verwanten. Het doel is om een overzicht te krijgen van de huidige kennis over de gene flow, het ontsnappen van (nieuwe) kenmerken, van GM-gewassen naar hun wilde verwanten. In het bijzonder gaat het daarbij om de eventuele ecologische en evolutionaire effecten van het binnendringen van het genetisch materiaal in de genen van de wilde soorten.
'We weten dat gene flow zal optreden', stelt dr. Hans den Nijs van het IBED van de UvA. 'Gene flow is in feite een elementair aspect van evolutie. Waar het om gaat is inzicht te krijgen in de effecten ervan en die in de afwegingen te betrekken bij de teelt van GM-gewassen.' Wereldwijd zijn er in 2002 op meer dan 58 miljoen hectare grond genetisch gewijzigde gewassen verbouwd, een gebied groter dan Nederland, Duitsland en België samen. Sinds de eerste veldproeven met een GM-landbouwgewas in 1986 is er zowel in de Verenigde Staten als in Europa intensief onderzoek gedaan naar de biologische veiligheid van gewas en teelt. 'Tot op heden heeft het proces van gene flow niet veel publieke belangstelling gehad, maar het congres kan zeer waardevolle uitgangspunten opleveren voor een vergelijking met de eventuele effecten van huidige en toekomstige GM-gewassen', zegt dr. Detlef Bartsch, onderzoeker aan de Universiteit van Aken en het Robert Koch Instituut in Berlijn.
Naast de hoofdlijn van het congres zijn er verschillende parallelle workshops gewijd aan specifieke deelonderwerpen en aan de regelgeving op het gebied van GM-planten. Het congres maakt deel uit van een serie bijeenkomsten die wordt georganiseerd door het programma Assessment of the Impact of Genetically Modified plants (AIGM) van de European Science Foundation (ESF). Dr. Jeremy Sweet, van het National Institute for Argricultural Biology (NIAB) in Cambridge stelt: 'Dit ESF-programma is er in geslaagd om wetenschappers uit heel Europa bijeen te brengen met als doel de invloed van GM-gewassen op zowel de landbouw als het milieu verder te onderzoeken. Het congres belicht de bevindingen van de internationale onderzoeksgroepen, maar ook de conclusies van de verschillende workshops die de afgelopen vier jaren in het kader van het AIGM-programma zijn gehouden.'
Het congres wordt georganiseerd door het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de UvA, het Robert Koch Instituut en de Universiteit van Aken.
Vanwege praktische redenen vindt het congres plaats in de Aula van de VU, De Boelelaan 1105, Amsterdam.
Voor aanvang van het congres is er op dinsdag 21 januari van 13.00 tot 14.30 uur een persconferentie in het hoofdgebouw van de VU.
Universiteit van Amsterdam