Ingezonden persbericht

20/01 2003

Connectie CDA-kandidaat Çörüz en extreemrechtse Grijze Wolven

Amsterdam - Uit onderzoek door de Onderzoeksgroep Turks extreemrechts is gebleken dat Coskun Çörüz nummer 15 op de kandidatenlijst voor het CDA bij de komende Tweede Kamerverkiezingen, bestuurslid is bij de organisatie Sota (Stichting Onderzoekscentrum en Stimulerinsgfonds van de Talen en Culturen van Turkistan, Azerbaycan, Krim, Kaukasus en Siberië). Sota is een zogeheten Pan-Turkistische organisatie die streeft naar vereniging van alle Turks-sprekende volkeren binnen een Groot-Turks Rijk. Sota geeft daartoe boeken uit en organiseert bijeenkomsten voor de Turkse gemeenschap in Nederland, met een aparte focus op de nationalistische en extreemrechtse elementen daarin. Opvallend is dat op het Curriculum Vitae van Çörüz op de website van het CDA zijn bestuursfunctie bij Sota niet genoemd staat, ondanks de uitputtende lijst van nevenfuncties en bestuursfuncties uit het verleden van Çörüz. Kennelijk vond Çörüz het wenselijk om zijn betrokkenheid bij Sota te verzwijgen.

Uit onderzoek is gebleken dat Sota, waar Coruz sinds 1 april 1992 bestuurslid is, eind mei 2002 in Haarlem (1) een symposium ter ere van de 10-jarige onafhankelijkheid van de Turkse republieken in Centraal Azië heeft georganiseerd. Dit symposium organiseerde Sota samen met de Turkse Federatie Nederland (TFN), de mantelorganisatie van de Milliyetçi Hareket Partisi (MHP, Partij van de Nationalistische Actie), de Grijze Wolven in Nederland. Tijdens het symposium spraken Mehmet Tütüncü, voorzitter van Sota en Ismet Harmankaya, algemeen voorzitter van de Turkse Federatie Nederland. Tütüncü is ook betrokken bij het Turkse kwartaalblad Turkevi, uitgegeven door het Turks Huis in Amsterdam, waar Veyis Güngor de scepter zwaait. Güngor was oprichter en bestuurslid van de Turkse Democratische Jongeren Vereniging (TDJV), een Amsterdamse Grijze Wolvenorganisatie en verder betrokken bij de HDTF, de voorloper van de TFN.

Op de bijeenkomst spraken verder de professor Sukru Haluk Akalin, voorzitter van het Turkse Instituut voor Taal, die recentelijk nog pleitte voor afschaffing van het gebruik van de Russische en Engelse taal in de communicatie tussen Turkstalige Republieken (2). Op de bijeenkomst van Sota en TFN in Haarlem wees professor Oktay Sinanoglu op "de noodzaak om de Turkse taal en de Turkse identiteit in onder andere Europa te laten voortleven".(3) Ook de MHP-minister Resat Dogru (4), verantwoordelijk voor Turken in het buitenland, sprak tijdens het symposium en bepleitte de aloude MHP-politiek dat Turkije haar politieke en economische activiteiten moet richten op de Turkstalige republieken en niet zozeer op Europa.

Het is sterk de vraag of het voor het CDA en de Nederlandse politiek wenselijk is dat zo'n hooggeplaatste CDA'er er connecties met extreemrechtse Grijze Wolven op nahoudt en zich associeert en inzet voor het extreem-nationalistische gedachtengoed van de MHP en daaraan gelieerde organisaties. Çörüz zet zich met zijn bestuursfunctie bij Sota actief in voor de Turkse lobby in Europa en draagt daarmee bij aan een blijvende oriëntatie van Turken in Nederland op de nationalistische politiek in Turkije en de Groot-Turkse gedachte die door Sota en de Turkse Federatie Nederland wordt uitgedragen.

(1) Türkiye 27 mei 2002
(2) Turkish Daily News 26/9 2002
(3) Zie voor de vertaling van het volledige artikel: http://www.xs4all.nl/~afa/comite/artikel/coruz/artikel48.html
(4) Anadolu Agency 1/8 2002

Ernst Haffmans, namens Onderzoeksgroep Turks extreemrechts