PERSBERICHT
16/01/2003

Vetarm dieet heeft beste tijd gehad
Matige vetconsumptie succesvol bij strijd tegen kilo's

Wie succesvol en blijvend wil afvallen, moet meer vet eten dan tot dusver werd aangenomen. Dat blijkt uit onderzoek van wetenschappers aan de Harvard Medical School, dat onlangs in het International Journal of Obesity werd gepubliceerd. Hierin werden twee groepen op dieet gezet. Eén groep volgde het gebruikelijke vetarme dieet (20 energieprocent vet) en de andere groep een dieet met matig vetgebruik (35 energieprocent vet). De matige vetgebruikers deden het beduidend beter. Ze vielen niet alleen meer af, maar waren na 2,5 jaar nauwelijks aangekomen, in tegenstelling tot de andere groep. Bovendien bleken de matige vetgebruikers meer groenten en vezels binnen te krijgen dan de parallelgroep. Een verassend pluspunt.

Overgewicht en zwaarlijvigheid (obesitas) vormen een steeds groter probleem in Nederland. Was twintig jaar geleden een derde van de Nederlandse volwassen bevolking te zwaar, in 2000 was dat aantal gestegen tot 48% van de mannen en 40% van de vrouwen. We bewegen namelijk steeds minder. En wie minder beweegt, moet ook minder energie tot zich nemen. Maar hoe? Artsen en diëtisten schrijven vaak een vetarm dieet voor. Lastig vol te houden, zeker op de lange termijn. Bovendien blijkt nu, is een vetarm dieet helemaal niet nodig. Juist met een beperkte hoeveelheid vet in een dieet worden de beste resultaten bereikt.

Pindakaas
Voedingsdeskundigen van Brigham & Women's Hospital in Boston (V.S.)* en Harvard School of Public Health onderzochten 101 mannen en vrouwen met overgewicht, die ofwel een dieet met matig vetgebruik (35 energieprocent vet) of een traditioneel vetarm dieet (20 energieprocent vet) volgden. Beide groepen consumeerden dezelfde hoeveelheid calorieën (vrouwen 1200 kcal, mannen 1500 kcal). In het dieet met matig vetgebruik werd het eten van goede bronnen van enkelvoudig onverzadigde vetten gestimuleerd, zoals pinda's, pindakaas, olijfolie, raapzaadolie, avocado's en andere noten. Al deze etenswaren zijn meestal verboden in vetarme diëten. Daarentegen werden zo weinig mogelijk verzadigde vetten geconsumeerd.

Het resultaat was, dat veel meer deelnemers zich aan het dieet met matig vet hielden. Tijdens het 18 maanden durende onderzoek hield meer dan de helft dit dieet vol, tegenover slechts één vijfde van de proefpersonen die een vetarm dieet moesten volgen. In beide groepen verloor men gemiddeld 5 kg in het eerste jaar, maar op langere termijn werd het onderscheid tussen de diëten pas duidelijk. Wie een dieet met matige hoeveelheden vet had gevolgd, bleef vrijwel op het nieuwe gewicht, maar de proefpersonen met een vetarm dieet kregen na 18 maanden een deel van het verloren gewicht weer terug. Degenen met een matig vetgebruik werden nauwelijks zwaarder, ook niet 2½ jaar na het begin van het onderzoek.

Plezier in eten
Kathy McManus**, die het onderzoek leidde, verklaart de resultaten als volgt: "In vergelijking met een vetarm dieet waren er drie maal zo veel mensen die het matig vette dieet bleven volgen. Dit dieet was gebaseerd op het gangbare Mediterrane voedingspatroon. Bij

ieder dieet zijn de motivatie en strikte naleving moeilijk vol te houden. Uit onze resultaten blijkt dat mensen met plezier moeten eten om niet op te geven. Diëten met matige hoeveelheden vet kunnen succes hebben omdat ze meer variatie bieden en lekkerder zijn! De proefpersonen hielden dit dieet vol, omdat hun favoriete eten was toegestaan als ze maar op de grootte van de porties letten."

Meer groente en fruit
Een verrassende uitkomst van het onderzoek was, dat degenen met matig vetgebruik dagelijks één portie groenten meer aten dan aanvankelijk was voorgeschreven en dat ook hun consumptie van vezels in belangrijke mate toenam. De algemene kwaliteit van hun voeding werd hierdoor verhoogd. Bij matig vetgebruik combineerden deelnemers namelijk een salade met noten en gebruikten ze kleine hoeveelheden sladressings om de salade lekkerder te maken. De groep met een vetarm dieet daarentegen ging minder groenten en vezels eten dan was voorgeschreven. Wanneer er met mate vetten worden gebruikt, is er veel meer variatie mogelijk dan met een streng, eentonig en vetarm dieet.


---

Opmerking voor de redactie:

Obesitas is momenteel een belangrijke gezondheidskwestie over de hele wereld. In de V.S. is meer dan de helft van de bevolking al te zwaar en meer dan 50 miljoen Amerikanen (23%) zijn zwaarlijvig. Uit recente cijfers van het CBS, blijkt dat in Nederland bijna 50% van de mannen en 40% van de vrouwen al te zwaar of obees zijn. Overgewicht en obesitas worden in verband gebracht met ernstige chronische ziekten, zoals een te hoge bloeddruk, hart- en vaatziekten, diabetes, artritis en bepaalde vormen van kanker.

Het persbericht is gebaseerd op de volgende studies:


1. K McManus, L Antinoro, F Sacks, A Randomised Controlled Trial of a Moderate Fat, Low- Energy Diet with a Low Fat, Low- Energy Diet for Weight Loss in Overweight Adults. International Journal of Obesity (2001), 25, 5: 1503-1511.

2. PM Kris-Etherton et al, The Effects of Nuts on Coronary Heart Disease Risk. Nutrition Reviews (2001), 59, 4: 103- 111.
3. FB Hu, JE Manson, WC Willett, Types of Dietary Fat and Risk of Coronary Heart Disease: A Critical Review. Journal of the American College of Nutrition (2001), 20,1: 5-19


*Brigham and Women's Hospital in Boston (V.S.) is het universiteitsziekenhuis van Harvard Medical School, een vooraanstaand centrum voor onderzoek naar voeding.


**Kathy McManus, MS, RD, is directeur van de afdeling Voeding van Brigham and Women's Hospital, directeur van Voeding en gedragsverandering bij het programma voor gewichtscontrole en heeft bijgedragen aan dit onderzoek.

Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door The Peanut Institute, de International Olive Oil Council en de International Tree Nut Council.