MKB-Nederland

MKB Nieuws, bericht

20-01-2003
Mkb-speerpunten voor nieuwe regering

MKB-Nederland heeft 15 speerpunten opgesteld voor de nieuwe regring. Uitgangspunt is het midden-en kleinbedrijf tot uitgangspunt van het beleid te maken. Immers, wat goed is voor het mkb, is goed voor de hele economie.


1. Administratieve lastenverlichting voor het bedrijfsleven moet het grootste speerpunt worden van het nieuwe kabinet. De Minister van Economische Zaken moet verantwoordelijk zijn voor het resultaat, ook bij andere ministeries.


2. De overheid moet tegenstrijdige en overlappende regelgeving aanpakken. Ondernemers worden op veel terreinen geconfronteerd met regels die tegenstrijdig zijn en elkaar overlappen, waardoor er onwerkbare en belemmerende situaties ontstaan.


3. Het mkb mag niet met een landelijke of lokale lastenverzwaring worden geconfronteerd; dat zou de economische situatie in Nederland verder verslechteren. Op specifieke terreinen moeten de lasten voor het mkb worden verlicht.


4. Om de innovatiekracht van het mkb te vergroten moet de wisselwerking tussen de kennisinstellingen en het mkb worden vergroot.


5. De overheid moet er voor zorgen dat het beroepsonderwijs efficiënter kan werken, door meer samen te werken, bureaucratie af te remmen en vraaggestuurd te financieren. Verder dient een inter-departementaal beleid te worden ontwikkeld om drop-outs in het beroepsonderwijs op te vangen.


6. Het arbeidsmarktbeleid moet worden gemoderniseerd, zodat naast de creatie juist het behoud van banen meer aandacht krijgt. Fiscale faciliteiten vervullen een sleutelrol.


7. Het SER-advies over de WAO moet in hoofdlijnen worden uitgevoerd onder de voorwaarde dat van verlenging van de loondoorbetaling naar twee jaar alleen sprake kan zijn indien de Pemba volledig wordt afgeschaft en de loondoorbetaling in het tweede ziektejaar op 70% uitkomt. Daarnaast moet sprake zijn van een flexibel keuringsmoment.


8. MKB-Nederland wil een no-risk garantie, zodat werkgevers die een werknemer aannemen met een afstand tot de arbeidsmarkt gevrijwaard worden van eventuele extra kosten als gevolg van een bovengemiddeld verzuim.


9. Er moet meer ruimte gecreëerd worden voor zelfregulering tussen werknemers en werkgevers. Op velerlei gebieden moet dwingende wetgeving plaatsmaken voor eigen afspraken op bedrijfs- of brancheniveau.


10. Bij liberaliseringen van markten (bijvoorbeeld de energiemarkt) moet door middel van een mkb-toets gewaarborgd worden dat naast grote partijen ook het mkb een kans maakt toe te treden.


11. De overheid moet bij aanbestedingen en veilingen kansen creëren voor het mkb door de procedures transparanter,
ondernemersvriendelijker en bovenal evenwichtiger op te zetten. Daarnaast moet de overheid het mkb meer ondernemersruimte bieden door oneerlijke concurrentie tussen mkb-bedrijven en overheidsorganisaties aan te pakken en te voorkomen.


12. De Mededingingswet moet gewijzigd worden om de Nederlandse Mededingingsautoriteit meer bevoegdheden te geven misbruik van machtsposities door grote marktpartijen aan te pakken. Hierdoor worden de concurrentieverhoudingen in Nederland versterkt en komt de concurrentiekracht van het mkb beter tot zijn recht.


13. Ondernemerschap in maatschappelijke sectoren als zorg en welzijn moet door het nieuwe kabinet verder worden gestimuleerd, zodat werken in deze sectoren veel uitdagender, transparanter, effectiever en efficiënter wordt.


14. De veiligheidsproblematiek van ondernemers en werknemers moet actief en doeltreffend worden aangepakt, door een politie die ondernemender te werk gaat.


15. Er is meer fysieke ruimte nodig om te ondernemen. De steden moeten worden gerevitaliseerd en door herstructurering van bedrijventerreinen in en aan de rand van de steden moet ruimte komen voor bedrijvigheid. In het landelijk gebied moeten bestemmingsplannen en natuurwetgeving op elkaar worden afgestemd en vervolgens worden beoordeeld op redelijkheid.

Algemene toelichting

Het allergrootste deel van de bedrijven in Nederland behoort tot het midden- en kleinbedrijf (99%). Kenmerken zijn: kleinschaligheid, snel aanpassingsvermogen, wendbaarheid, teamgeest en verantwoordelijkheid. De Tweede Kamerverkiezingen van 22 januari 2003 zijn de tweede binnen een jaar. Hoewel MKB-Nederland rond de recente verkiezingen van 15 mei 2002 al een 10 puntenplan voor de toenmalige kabinetsformateur presenteerde, is er met betrekking tot de nieuwste verkiezingen toch reden om opnieuw met mkb-speerpunten te komen voor een nieuw regeerakkoord.

De economische situatie in Nederland is sinds vorig jaar verder verslechterd. Er is duidelijk sprake van een hapering in de economische ontwikkeling. De inflatie is nog hoog, de loonkosten zijn ook hoog en blijken moeilijk beheersbaar, terwijl de arbeidsproductiviteit niet meegroeit. Ook het mkb wordt getroffen door de verslechterde economische situatie. Eerst kon een aantal sectoren zich nog onttrekken aan de malaise; nu hebben alle sectoren te maken met mindere economische prestaties. Het gehele mkb wordt geconfronteerd met hogere lasten door de stijgende loonkosten. Zowel de afdrachten aan de overheid als de contractlonen stijgen en het totaal stijgt sneller dan de productiviteit. Daarnaast neemt de groei in afzet af door minder export en een bescheiden groei van de consumptie. Dit leidt er toe dat de komende periode het mkb kosten zal moeten besparen en dat zal ten koste gaan van werkgelegenheid en investeringen. Aangezien meer dan de helft van de beroepsbevolking werkzaam is in het mkb, zal aanvullend beleid nodig zijn om werkgelegenheid te behouden. Investeringen zijn van belang om het groeivermogen voor de toekomst in stand te houden. Om investeringen mogelijk te laten zijn moet de winstpositie op peil blijven.

Banen op de tocht, investeringen die dalen, de toekomst vraagt om versterking van de economische positie. De kerndoelstelling om de verslechterde economische situatie het hoofd te bieden is, naast beheersing van de arbeidskosten, verhoging van de arbeidsproductiviteit. De eerst verantwoordelijken zijn de ondernemers, die door verbeteringen aan de arbeidsorganisatie en innovaties de arbeidsproductiviteit kunnen verhogen Het overheidsbeleid moet deze ontwikkelingen niet belemmeren, maar juist daar waar mogelijk stimuleren. Meer dan ooit is het zaak ondernemerschap te promoten; volop ruimte te geven. Kabinet en parlement hebben hierin een grote verantwoordelijkheid. Het gaat erom het mkb tot uitgangspunt voor beleid te maken. Dáár begint het, dáár wordt duidelijk wat wel en wat niet kan. Wat goed is voor het mkb, is goed voor de gehele economie.