Gelderse Steden roepen provincie op Stedenbeleid voort te zetten
Op 15 januari 2003 om 9.30 uur bieden de acht Gelderse steden die meedoen aan het Gelders Stedelijk Ontwikkelingsbeleid een memorandum aan aan de fractievoorzitters van de politieke partijen in Provinciale Staten. In dit memorandum pleiten zij voor voortzetting van het GSO.
Gelderland is een krachtige provincie die staat voor een gezonde
balans tussen ecologie, economie en sociale vitaliteit. Dat kan niet
zonder vitale Gelderse steden. Zij vervullen immers een belangrijke
motorfunctie voor de economische ontwikkeling van Gelderland. En ook
in sociaal-cultureel opzicht zijn zij de knooppunten van het
maatschappelijk verkeer in de provincie. De steden werken hard aan
versterking van de functie die ze hebben voor alle bewoners van
Gelderland. Sinds de introductie van het Gelders stedenbeleid in 1999
doen zij dat samen met de provincie Gelderland. Dit ambitieuze Gelders
stedenbeleid wordt landelijk als schoolvoorbeeld gezien van
samenwerking tussen de provincie en de steden.
Desondanks staat nog niet vast dat de steden ook in de volgende
statenperiode kunnen rekenen op de steun van de provincie. En die
steun is, mede gezien de verslechtering van het economische klimaat,
hard nodig. In een Memorandum roepen de Gelderse steden die deel
uitmaken van het stedenbeleid (Apeldoorn, Arnhem, Doetinchem, Ede,
Harderwijk, Nijmegen, Tiel en Zutphen) de provincie daarom op ook in
de komende Statenperiode het Gelders stedenbeleid voort te zetten.
In het Memorandum lichten de steden de accenten voor de komende periode toe. Zo spannen de steden zich, vanuit de gedachte van goed nabuurschap, in voor het versterken van de regionale component van stedelijke vernieuwing. Investeringen in de regionale functie van steden komen de provincie als geheel ten goede.
Daarnaast krijgt de jeugd continue aandacht van de steden en dan
vooral die jeugd die door allerlei oorzaken tussen wal en schip dreigt
te raken.
Een ander belangrijke opgave voor de steden zijn de ingrijpende
herstructureringsopgaven in de wijken. De steden kiezen er
nadrukkelijk voor deze opgaven niet alleen te beperken tot ingrepen in
de bebouwde omgeving, maar juist te combineren met maatregelen die de
sociale samenhang in deze wijken bevorderen.
En dan natuurlijk de economische vitaliteit en veerkracht van de
steden. Dat blijft voor de steden een topprioriteit. Juist ook in
tijden als het economisch minder voorspoedig gaat, zoals nu, spannen
de steden zich in, samen met het bedrijfsleven, de bestaande
werkgelegenheid te behouden, nieuwe werkgelegenheid aan te boren,
bedoeld voor haar inwoners en natuurlijk die van onze buurgemeenten.
Voor deze en nog meer opgaven hebben de steden de provincie hard
nodig. Niet alleen om de forse investeringskosten mede te dragen, maar
ook in het beleidsmatig en organisatorisch ondersteunen en meewerken
aan projecten die in de steden worden uitgevoerd of op de rol staan om
te worden uitgevoerd.
Met een ludieke manier van aanbieden willen de steden de kernboodschap
van het Memorandum overbrengen: door samen te werken aan krachtige
steden, werken we samen aan een vitale provincie!