Advies RVZ grotendeels in lijn met toekomstvisie huisartsen
PERSBERICHT
Utrecht, 14 januari 2003
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands Huisartsen
Genootschap (NHG) vinden dat het vandaag gepresenteerde rapport van de
Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) over 'de herschikking van
de gezondheidszorg' diverse goede elementen bevat. De vrees bestaat
echter dat de uitvoering lang op zich zal laten wachten. Bovendien
zijn er geen korte termijn effecten van te verwachten, reden waarom
LHV/NHG pleiten voor extra maatregelen die wel snel effect zullen
sorteren. In het raadsadvies aan de minister van VWS staan
aanbevelingen die goed zijn voor patiënten en daarmee voor een
belangrijk deel in lijn zijn met de toekomstvisie die de LHV en het
NHG onlangs hebben ontwikkeld. Diverse aanbevelingen zijn al jaren
geleden door de huisartsen aangevoerd als belangrijke middelen om de
problemen in de zorg aan te pakken.
De huisartsen zijn blij met het advies om te komen tot meer handen in
de praktijk door hoog opgeleide en gecertificeerde ondersteuners,
zoals praktijkverpleegkundigen en doktersassistenten. LHV en NHG hopen
dat wat inmiddels al gemeen goed is bij huisartsen nu ook wettelijk
goed wordt geregeld. Ook zien de huisartsen wel wat in een 'centrale
advies- en contactfunctie', een 24-uurs zorgadvieslijn, "maar dan wel
onder eindverantwoordelijkheid van de huisarts om de kwaliteit van de
zorg te behouden", zo stellen de huisartsen ter verbetering voor.
Daarin voelen NHG en LHV zich versterkt door het onderzoek van de
Consumentenbond - één van de pijlers van het rapport - waaruit blijkt
dat patiënten de taakherschikking in de zorg wel kunnen accepteren,
mits de bevoegdheid en opleiding van de zorgverleners goed is.
Patiënten willen bovendien altijd de mogelijkheid behouden om naar de
huisarts te kunnen stappen. Dit past één op één bij de koers die
huisartsen voor de toekomst hebben uitgezet.
LHV en NHG hebben zorg over het effect van de aanbevelingen op korte
termijn. Twintig procent van de werkzaamheden van huisartsen zijn
administratief van aard. Voorbeeld: de inzet van meer administratieve
ondersteuning kan tot snel resultaat leiden, maar wordt niet in het
rapport genoemd. De directe toegankelijkheid van paramedici is naar
mening van de huisartsen niet in het belang van de patiënten. Immers,
de kwaliteit van de diagnostiek is een essentiële stap in medisch
handelen en die stap mag niet worden overgeslagen. Ook kan het volgens
de huisartsen leiden tot ongewenste toename van medicalisering en
kostenverhoging. De huisartsen pleiten dan ook voor een versterking
van de spilfunctie van de huisarts. Dit kan door het behoud van de
verwijsfunctie naar andere zorgverleners, maar vooral ook door
versterking van de samenwerkingsrelaties binnen de eerste lijn.
Meer delegatie van taken aan ondersteuners en paramedici is een beleid
dat de huisartsen al jaren voorstaan en daartoe behoren duidelijke
takenpakketten en verantwoordelijkheden.
Maar de medicus behoort de spil te blijven in dit proces van
taakdelegatie.