OC enW Ministerie van
Cultuur en
Europaweg 4
Postbus 25000
2700 LZ Zoetermeer
Telefoon (079) 323
Telefax (079) 323
AAN
de Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 10018
2500 EA Den Haag
Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer
MLB/JZ/2003/1.639 14 januari 2003
Onderwerp Doorkiesnummer
Adviescommissie
vergelijkende toets
Bij brief van 19 december 2002 heb ik u, samen met de Staatssecretaris van Economische
Zaken, meegedeeld voor de verdeling van frequentieruimte voor commerciële radio te
zullen overgaan tot het instellen van een onafhankelijke adviescommissie. De commissie
wordt gevraagd te adviseren over:
a. de uitwerking van de vergelijkende toets; en
b. de beoordeling van aanvragen op de criteria van de vergelijkende toets.
Mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken kan ik u berichten dat inmiddels
een commissie is ingesteld onder voorzitterschap van de heer prof.dr. H. Franken. Van de
commissie maken verder deel uit: mevrouw mr. F.G. van Diepen-Oost en de heer prof. mr.
P.F. van der Heijden. Het profiel van deze commissie is overeenkomstig met het terzake
besprokene met uw Kamer.
De heer Franken is hoogleraar informatierecht te Leiden, mevrouw Van Diepen-Oost is o.a.
voormalig gedeputeerde in Noord-Holland en de heer Van der Heijden is rector magnificus
aan de universiteit van Amsterdam.
Zoals uit de taakomschrijving van de commissie blijkt (bijgevoegd), wordt de commissie
gevraagd uiterlijk 31 januari 2003 te adviseren over de uitwerking van de vergelijkende
toets. De commissie heeft met dit verzoek ingestemd. Het door de commissie uitgebrachte
advies in de vorm van een toetsplan en de uitwerking van de toets in concept-regelingen
kunnen, zoals toegezegd, vervolgens desgewenst met de Kamer worden besproken. Zoals
uw Kamer weet, is de door de rechter opgelegde termijn van besluitvorming uiterlijk vóór
1 juni 2003. Mocht de Kamer opmerkingen hebben, dan stellen wij er prijs op als u die ons
voor 21 februari 2003, het begin van het Krokusreces, kunt laten weten. Op die wijze kun
Blad 2
OCenW
nen de benodigde ministeriële regelingen dan tijdig worden vastgesteld, zodat de
vergelijkende toets nog voor 1 juni 2003 kan worden afgerond. Daarvoor dienen dan wel
de oorspronkelijk voorziene termijnen in de procedure aanzienlijk te worden ingekort.
Inmiddels zijn door diverse partijen opnieuw verzoeken om een wijziging, waaronder het
opleggen van een dwangsom, van de eerder uitgesproken voorlopige voorziening
gevraagd. Eerder wezen wij erop dat geen besluit nemen of verder uitstel grote juridische
en financiële risico's in zich bergen. Bovendien wordt daardoor ook de implementatie van
de technische zero-base resultaten uitgesteld. Dat kan grote problemen gaan opleveren
omdat onze buurlanden hun nieuwe frequentieplanning wel in gebruik gaan nemen. Dat
is de reden om, gegeven de inschakeling van een adviescommissie en het door de Kamer
gewenste overleg, alle inspanningen te blijven richten op vergunningverlening vóór 1 juni
2003.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
(mr.drs. C.H.J. van Leeuwen)