Centrale Raad van Beroep Utrecht
Gevolgen wijziging jurisprudentie op eerdere -andersluidende-
uitspraak; rechtzekerheid
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 13-01-2003
De Raad heeft eerder bij uitspraak (AB 1999,386) geoordeeld dat
betrokkene als gevolg van zijn niet tijdelijke detachering niet langer
als ambtenaar in de zin van de Ambtenarenwet was te beschouwen. In een
latere uitspraak (AB 2001, 203) heeft de Raad nader geoordeeld dat
ambtenaarschap dat door aanstelling als zodanig is ontstaan niet langs
andere weg verloren kan gaan dan door ontslagverlening en dat
detachering daartoe niet behoort. De Raad overweegt dat de
rechtszekerheid vergt dat niet zonder goede reden wordt afgeweken van
de uitleg die de Raad in eerdere uitspraken aan een bepaald wettelijk
voorschrift heeft gegeven. Wanneer de Raad op grond van nadere
inzichten wel een andere uitleg aan dat wettelijk voorschrift geeft,
vergt de rechtszekerheid evenzeer dat nadien steeds de nieuwe uitleg
wordt gevolgd. Dit laatste geldt ook als in een eerder geschil tussen
partijen destijds onherroepelijk van de oude uitleg is uitgegaan,
tenzij hierdoor in het nieuwe geschil tussen partijen hun belangen of
de belangen van één van hen te zeer in het gedrang zouden komen. Nu
het bestuursorgaan -ook na de eerste uitspraak van de Raad- steeds de
ambtelijke rechtspositieregelingen, waaronder het uitbetalen van de
bezoldiging en het uitoefenen van de vereiste ziektecontrole, op
betrokkene is blijven toepassen, komt aan de rechtszekerheid van dat
orgaan niet die absolute betekenis toe die zij daaraan toegekend wenst
te zien.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AF2288
Zie het origineel
http://www.rechtspraak.nl/act...d=10378&i=52&ti=5
.