---
Kamervragen en antwoorden
---
laagvliegen boven het kootwijkerzand
13-01-2003
Beantwoording Kamervragen van het lid Van den Doel over laagvliegen boven het kootwijkerzand
Bijgaand bied ik u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,
de antwoorden aan op de vragen van het lid Van den Doel (2020304220 dd 10 december 2002).
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
1. Wordt het natuurreservaat Kootwijkerzand, het grootste actieve stuifzandgebied in Europa, door de Koninklijke Luchtmacht gebruikt als low flying area voor helikopters en lichte vliegtuigen?
Een groot deel van de Veluwe is sinds jaren aangewezen als laagvlieggebied GLV VII. Deze aanwijzing is nu opgenomen in de regeling van 21 december 1994/nr CWW 94/171; Stcrt 1994, nr 251. Het Kootwijkerzand ligt binnen het laagvlieggebied.
2. Is het waar dat onder meer de provincie Gelderland en Staatsbosbeheer grote waarde hechten aan de bescherming van dit gebied met zijn bijzondere natuur- en landschapswaarden, zoals ook tot uitdrukking kwam door het verwijderen van hoogspanningsleidingen in de zomer van 2001?
Ja. In landelijk en provinciaal beleid (Nota Natuur voor Mensen en Nota Veluwe 2010, een kwaliteitsimpuls) wordt deze waarde onderkend. Veluwebreed wordt door alle betrokken partijen gewerkt aan kwaliteitsverhoging van natuur, recreatie, landschap en cultuurhistorische elementen. Tenslotte is de Veluwe onderdeel van de EHS en valt onder de Habitat- en Vogelrichtlijn.
3. Wordt door deze laagvlieg-oefeningen afbreuk gedaan aan de natuurwaarde en de recreatieve waarde van het Kootwijkerzand, dat is opengesteld voor publiek?
Van afbreuk aan de natuurwaarden is nimmer iets gebleken. Het Kootwijkerzand is een voormalig militair oefenterrein en het militaire gebruik heeft het ontstaan en behoud van de aanwezige natuurwaarden niet in de weg gestaan. Individuele verstoring van flora en fauna in het gebied op de momenten dat wordt laaggevlogen komt incidenteel voor. Stuifzandgebieden zijn er bij gebaat dat het terrein open wordt gehouden. Laagvliegen van helikopters kan daaraan bijdragen.
Afbreuk aan de recreatieve waarde is niet uitgesloten. Bij recreatieve activiteiten als natuur- en landschapsbeleving die in het betrokken gebied plaatsvinden wordt immers rust en stilte verwacht. Laagvliegen pleegt overigens uitsluitend op werkdagen plaats te vinden. De recreatie kent een duidelijke piek in het weekend.
4. Kunt u aangeven hoe omvangrijk de overlast is? Hoe frequent worden deze oefeningen gehouden?
Zo er al sprake is van overlast dan kan die niet worden aangegeven vanwege het ontbreken van een hinderrelevante maat voor het laagvliegen. De GLV VII wordt vrijwel dagelijks gebruikt door zowel de transport- als de gevechtshelikopters van de Koninklijke Luchtmacht. Het Kootwijkerzand is slechts een klein deel van dit gebied. De gebruiksfrequentie en klachten daarover van dit specifieke deel van de GLV VII zijn niet aan te geven. Thans worden gegevens over laagvliegen door de Koninklijke Luchtmacht ingevoerd in een registratiesysteem. Rond 2005 zal een evaluatie van het laagvliegen plaatsvinden (zie deel 1 van het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen). Aan de hand van de uitkomsten zal worden bezien of het mogelijk en/of wenselijk is laagvlieggebieden anders te situeren.
5. Bestaat de mogelijkheid om de betreffende laagvlieg-oefeningen te verplaatsen naar het luchtruim boven de (afgesloten) militaire oefenterreinen? Zo neen, kunnen dan tenminste de bezoekers worden gewaarschuwd voor de mogelijkheid van laagvlieg-oefeningen boven dit natuurgebied middels borden die zijn aangebracht bij de diverse toegangen.
In dit laagvlieggebied liggen verschillende militaire oefenterreinen. Op zichzelf zijn zij te klein voor laagvliegoefeningen; een groot deel van de Veluwe is dan ook als laagvlieggebied aangewezen. Er zijn inderdaad afgesloten militaire terreinen, zoals het Artillerieschietkamp en het Infanterieschietkamp. Zij zijn afgesloten in verband met de onveiligheid als gevolg van het schieten. Om diezelfde reden is vliegen boven deze terreinen slechts beperkt toegestaan. Het kabinet is geen voorstander van het plaatsen van waarschuwingsborden op de gehele Veluwe, mede gelet op de in vraag 2 gememoreerde landschapswaarden.
Nieuws
Ministerie van Defensie