Woningnood groot probleem voor Amsterdammers
10 januari 2003 - Remco Asselbergs
Amsterdammers vinden dat het tekort aan passende en betaalbare
woningen in Amsterdam een groot probleem is. De woningnood in de
hoofdstad is voor de helft van de Amsterdammers het belangrijkste
probleem op het gebied van stedelijke ontwikkeling dat het
gemeentebestuur de komende bestuursperiode moet oplossen.
Tweeënzestig procent van de Amsterdammers kent mensen die in de
hoofdstad op zoek zijn naar woonruimte; bijna een kwart is op zoek
naar andere woonruimte in Amsterdam en heeft zelf last van het tekort
aan woningen. Dit blijkt uit een onderzoek van bureau O+S, dat in
oktober 2002 is uitgevoerd onder 406 Amsterdammers. Duco Stadig,
wethouder Stedelijke Ontwikkeling, maakte de resultaten hiervan
vandaag bekend op de ROA-bijeenkomst "Woningnood in de regio?" in de
Meervaart in Amsterdam.
Tweeënzestig procent van de ondervraagde Amsterdammers kent mensen die
op zoek zijn naar woonruimte in de hoofdstad; 21% is zelf op zoek naar
een andere woning. Bijna driekwart van deze woningzoekenden denkt dat
de kans klein is dat zij binnen een jaar een passende woning in
Amsterdam vinden. De helft van de ondervraagde woningzoekenden geeft
aan zeker of waarschijnlijk een woning te gaan zoeken buiten
Amsterdam, als het zoeken op de Amsterdamse woningmarkt hen niet
binnen een redelijke termijn wat oplevert.
Het onderzoek van O+S laat zien dat 84% van de Amsterdammers het
tekort aan huurwoningen in de hoofdstad een groot tot zeer groot
probleem vindt. Een kleinere groep, maar nog steeds een ruime
meerderheid van 63% vindt het tekort aan betaalbare koopwoningen
problematisch. Het tekort aan woonruimte voor studenten is volgens
acht van de tien ondervraagde Amsterdammers een groot probleem. Circa
55% vindt dat het gemeentebestuur maar weinig doet aan het tekort aan
huurwoningen en studentenhuisvesting; 47% vindt dat te weinig wordt
gedaan aan het tekort aan betaalbare koopwoningen.
O+S heeft onderzocht welke problemen Amsterdammers op het gebied van stedelijke ontwikkeling ervaren en wat het gemeentebestuur volgens hen aan die problemen doet. Het college wil dat de woningbouwproductie de komende periode wordt geïntensiveerd en heeft diverse maatregelen genomen om dit voor elkaar te krijgen, zoals het versimpelen van de regels en het aanstellen van een woningbouwregisseur die knelpunten in de samenwerking tussen gemeente, stadsdelen, corporaties en consortia oplost. Doel is dat aan het einde van de bestuursperiode - in 2006 - 16.000 nieuwe woningen in productie zijn genomen in Amsterdam.
Pb-003
© Gemeente Amsterdam