Gisterenavond keurde de commissie onderwijs van het
Vlaams parlement meerderheid tegen minderheid het
onderwijsdecreet XIV (ODXIV) goed. Dit verzameldecreet
beslaat meer dan 300 artikels en handelt over alle
niveaus van het Vlaams onderwijs.
Enerzijds speelt dit decreet in op een aantal
maatschappelijke veranderingen door bijvoorbeeld de
autonomie van de scholengemeenschappen te verhogen, alle
officiële scholen een open karakter te geven, de
rechtspositie van het personeel over de niveaus heen te
harmoniseren, een deel van de CLB-werking
netoverschijdend uit te bouwen, de samenwerking tussen de
netten beter mogelijk te maken en in het kader van de
inburgering de uren NT2 exclusief aanwendbaar te maken
voor NT2.
Anderzijds bevat het ODXIV ook een aantal technisch-
organisatorische maatregelen zoals de verhoging van de
middelen voor onderwijs aan kinderen die opgenomen zijn
in de kinderpsychiatrie, de verhoging van de
werkingsbudgetten van het basisonderwijs, de verbetering
van de rechtspositie van het personeel in de Brusselse
kinderdagverblijven, de afstemming van het CLB-decreet op
het gelijke onderwijskansendecreet en de harmonisering
van de studiebewijzen van het leerplicht- en
volwassenenonderwijs.
Bij elk van deze maatregelen vindt U hieronder wat meer
uitleg:
1. Maatschappelijke vernieuwingen
A. De autonomie van de scholengemeenschappen wordt
verhoogd
OD XIV biedt scholengemeenschappen de mogelijkheid om
rond een aantal thema's een reëel beleid te voeren.
Principieel wordt ervoor geopteerd dat
scholengemeenschappen eindbeslissingen kunnen nemen.
Welke eindbeslissingsbevoegdheden worden er zo in het decreet toegekend. Scholengemeenschappen krijgen de mogelijkheid om eindbeslissingen te nemen omtrent:
- de verdeling van hun extra uren-leraar over de
afzonderlijke instellingen ;
- de verdeling van de puntenenveloppe, bestemd voor
het ondersteunend personeel, die rechtstreeks aan de
scholengemeenschappen wordt toegekend ;
- de voordracht van niet-voorangsgerechtigde
kandidaten voor opname in de vervangingspool.
Scholengemeenschappen krijgen ook de bevoegdheid om
de hun toegewezen kandidaten toe te wijzen aan een
ankerschool;
Scholengemeenschappen worden slagkrachtige
samenwerkingsverbanden. ODXIV draagt daarom bij tot de
creatie van een reëel middenkader op het niveau van de
scholengemeenschap.
Aan scholengemeenschappen worden in eerste instantie
middelen toegekend i.f.v. de bezoldiging van ICT-
coördinatoren.
In tweede instantie krijgt elke scholengemeenschap
jaarlijks 120 punten boven op haar organieke
puntenenveloppe. Ten slotte ontvangen de
scholengemeenschappen nog een extra puntenenveloppe,
gesteund op het totaal aantal leerlingen. De
scholengemeenschap kan deze punten naar keuze aanwenden
i.f.v. de vorming van een middenkader. Zij kan bvb. de
algemeen directeur, de coördinerend directeur of een
ander personeelslid vrijstellen van zijn school- of
klasopdracht. De extra middelen kunnen ook worden
gebruikt voor het ondersteunend personeel.
B. Alle officiële scholen krijgen een open karakter
Openbare besturen, zoals gemeentescholen en provinciale
scholen, zijn onderworpen aan het beginsel van de
benuttigingsgelijkheid. Dit wil zeggen dat zij in rechte
én in feite open moeten staan voor alle leerlingen,
ongeacht hun levensbeschouwelijke achtergrond. Daarom
schrijft het decreet voor dat officiële scholen een open
karakter aan de dag leggen: in hun werking mogen geen
elementen besloten liggen waar bepaalde ideologische,
filosofische of levensbeschouwelijke groepen zich niet
mee kunnen verzoeken. Dit open karakter moet blijken uit
het project en het reglement van de scholen, maar ook uit
de leerplannen, het schoolwerkplan, de gebruikte
schoolboeken en de begeleidingsdienst. De regeling
uitgetekend door het decreet geldt voor alle officiële
scholen van het leerplichtonderwijs.
De maatregel houdt verder in dat alle officiële scholen
voortaan aangesproken kunnen worden om de vrije keuze te
verzekeren (daarvoor dienen ze wel begeleid te worden
door een officieel CLB).
C. De rechtspositieregeling van het onderwijspersoneel
wordt vereenvoudigd en geharmoniseerd
Het decreet wil de bestaande rechtspositieregeling over
de niveaus heen harmoniseren en vereenvoudigen. Om die
reden wordt de tijdelijke aanstelling van doorlopende
duur (TADD) ingevoerd in het basisonderwijs en het
deeltijds kunstonderwijs. Het voorrangssysteem van de
TADD bestaat nu reeds in het secundair onderwijs, het
volwassenenonderwijs en de CLB's.
Het statuut van tijdelijke personeelsleden wordt door het
TADD-stelsel aanzienlijk verbeterd. Een personeelslid dat
aangesteld is voor doorlopende duur in een vacante
betrekking heeft werkzekerheid over de schooljaren heen.
Zo wordt het onderscheid met vastbenoemde personeelsleden
een stuk kleiner.
Het recht op een TADD vereenvoudigt de voorrangsregeling
en maakt het concept transparant voor alle
personeelsleden. De invoering van de maatregel zorgt er
bovendien voor dat er nog slechts één voorrangsregeling
bestaat. Gelet op het personeelsverloop tussen de
verschillende niveaus is dit van groot belang.
D. Aspecten van de werking van de CLB's worden
netoverschrijdend uitgebouwd
Vanaf 1 januari 2003 wordt voor een eenmalige periode van
drie jaar een netoverschrijdend experiment opgestart. In
één welbepaalde regio wordt een onafhankelijke
informatiedienst opgericht die op een gestructureerde
wijze aan leerlingen informatie verstrekt over de
structuur van het onderwijs, het onderwijsaanbod, de
aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt, de
welzijns- en gezondheidsvoorzieningen. Een lokale
overheid staat in voor de coördinatie, het administratief
beheer en de voortgangsbewaking.
Verder wordt vanaf 1 september 2003 de net- en
disciplineoverschrijdende samenwerking binnen de CLB-
sector gecoördineerd door een
'internettensamenwerkingscel'. Deze cel zal bestaande
netoverschrijdende samenwerking verder uitbouwen i.f.v.
o.a. het uitwerken van modellen van "good practices". De
netoverschrijdende samenwerking die bvb. via de
tijdelijke decretale stuurgroep tot stand is gekomen, kan
op deze manier worden gecoördineerd.
De cel zal ook een coördinerende en innoverende rol
opnemen bij de ontwikkeling van nieuwe
samenwerkingsprojecten. Op die manier kunnen know-how en
informatie worden gestroomlijnd.
E. Netoverschrijdende samenwerking vereenvoudigen
Tot nu toe was het overdragen van uren tussen secundaire
scholen van verschillende netten enkel mogelijk binnen
een netoverschrijdende scholengemeenschap. ODXIV breekt
deze mogelijkheid open. De overdracht van uren tussen
scholen van verschillende netten wordt principieel
mogelijk gesteld. Dit geeft lokale schoolbesturen (zie
Gent) de mogelijkheid om een effectieve
netoverschrijdende samenwerking uit te bouwen.
F. Inburgering: extra taallessen
Bij de behandeling in de commissie Welzijn en de
commissie Onderwijs van het ontwerp inburgeringsdecreet
is duidelijk geworden dat de organisatie van het aanbod
Nederlands tweede taal (NT2) veel efficiënter moet worden
gemaakt.
Om die reden stelt ODXIV dat de uren die worden
gegenereerd door de cursisten Nederlands tweede taal ook
daadwerkelijk voor deze taallessen moeten worden
gebruikt. Normaal kan een centrum vrij bepalen wat met de
uren die gegenereerd werden, tijdens een bepaalde periode
gebeurt.
2. Technisch-organisatorische maatregelen
A. Het decreet treft een aantal reeds lang
noodzakelijke maatregelen
De geldelijke en administratieve rechtspositie van de
personeelsleden van de kinderdagverblijven van het
gemeenschapsonderwijs gelegen in het tweetalig
hoofdstedelijk gebied Brussel is reeds lang
problematisch. Het decreet lost de bestaande problemen op
door duidelijk aan te geven dat de personeelsleden die
momenteel titularis zijn van een betrekking en 720 dagen
dienstanciënniteit hebben, met ingang van 1 januari 2003
worden vast benoemd. Vanaf 1 januari 2003 worden nieuwe
personeelsleden contractueel geworven.
Jongeren die omwille van een psychiatrische behandeling
in een dienst voor neuropsychiatrie (k-dienst) zijn
opgenomen, worden momenteel slechts beperkt door de
onderwijsregelgeving gevat. De k-diensten van Antwerpen
en Leuven worden bediend door de ziekenhuisscholen. De
andere k-diensten nemen met eigen middelen zelf
initiatieven om op één of andere wijze onderwijs te
verstrekken aan de jongeren. Het decreet voorziet daarom
een afzonderlijk budget voor de organisatie van het
onderwijs door de k-diensten.
B. Het decreet verhoogt het werkingsbudget van het
basisonderwijs
Het decreet voegt vanaf het schooljaar 2002-2003 een
bedrag van 19.83 miljoen euro (800 miljoen Belgische
frank) toe aan de werkingsmiddelen van het basisonderwijs
(uitvoering CAO VI).
Deze verhoging, samen met deze die reeds gebeurde in
uitvoering van CAO V (12, 4 miljoen euro), zal vanaf het
schooljaar 2003-2004 worden gebruikt voor de uittekenen
van administratieve kernen in het basisonderwijs. In het
kader van de decretale bepalingen die de hertekening van
het basisonderwijslandschap begeleiden, zullen alle
administratieve personeelsleden worden ondergebracht in
de decreten rechtspositie. Zo genieten zij een betere
rechtsbescherming en komen ze ook voor het eerst in
aanmerking voor vaste benoeming.
C. Maatregelen ten voordele van de basiseducatie
In 2002 werden de middelen voor de basiseducatie met 10%
verhoogd. Bij regeringsbesluit werd het grootse aandeel
van deze middelen verdeeld om bijkomende pedagogische
armslag te verlenen aan de centra en om de
anciënniteitsproblematiek in de basiseducatie aan te
pakken.
Naast deze maatregel verhoogt dit decreet de enveloppe
van het Vlaams Ondersteuningscentrum voor de
Basiseducatie voor drie jaar. Het centrum krijgt daarbij
de opdracht om een voorstel van modulaire structuur uit
te tekenen en de centra voor basiseducatie te begeleiden
bij de invoering ervan.
D. Het decreet stemt het CLB-decreet af op het decreet
betreffende gelijke onderwijskansen-I
Het CLB-decreet voorziet in een extra omkadering voor de
taakbelasting door de aanwezigheid van kansarme
leerlingen. Deze extra middelen werden toegekend op basis
van SIF+-criteria. Bij de totstandkoming van het decreet
in 1998 waren immers nog geen algemeen aanvaarde criteria
beschikbaar om kansarmoede binnen onderwijs te meten.
De gehanteerde verdeelsleutels voor de CLB's worden daarom afgestemd op de algemene onderwijsindicatoren die zijn opgenomen in het gelijke-onderwijskansendecreet. Scholen die recht hebben op een ondersteuningsaanbod ingevolge dit decreet, zullen ook extra omkadering genereren voor het CLB dat hen begeleidt.
Het totaal aantal omkaderingsgewichten bestemd voor de begeleiding van kansarme leerlingen stijgt daarbij van 120 naar 135. Tegelijk wordt gegarandeerd dat ten minste 20 extra omkaderingsgewichten worden toegekend voor de begeleiding van leerlingen en scholen gelegen in Brussel.
E. Harmonisering en vereenvoudiging van de
studiebewijzen in het leerplicht- en
volwassenenonderwijs
ODXIV regelt een vereenvoudiging en een harmonisering van
de terminologie van de studiebewijzen binnen het
leerplicht- en volwassenenonderwijs. Omdat er vanuit de
cursisten van het volwassenenonderwijs heel wat signalen
kwamen dat men ongerust is over deze nieuwe benamingen
werd het voorliggende ontwerpdecreet geamendeerd. Zo
wordt er in een overgangsperiode een supplement
toegevoegd aan het studiebewijs waarop vermeld wordt hoe
de vroegere benaming luidde en dat dit hetzelfde civiele
effect heeft.
info : Jo De Ro, woordvoerder van minister
Vanderpoorten - tel. (0475) 98 33 73 -
(02) 553.99.23 - fax. (02) 553 99 19
e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be