De Vlaamse regering keurde op voorstel van Vlaams minister van Onderwijs en Vorming Marleen VANDERPOORTEN het "pilootproject voor de optimalisering van de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs" (SOHO) goed.
Dit SOHO-pilootproject loopt in alle secundaire scholen
van één aaneengesloten onderwijszone. Deze zone beslaat
de gemeenten Berlaar, Duffel, Haacht, Heist-op-den-Berg,
Keerbergen, Mechelen, Rotselaar en Sint-Katelijne-Waver.
Het project is gericht op de leerkrachten en leerlingen
van de tweede en de derde graad van het algemeen, het
technisch en het kunstsecundair onderwijs en van het
zevende jaar beroepssecundair onderwijs. De deelnemende
scholen krijgen specifieke middelen om een SOHO-
coördinator aan te stellen en de extra uitgaven te
dekken.
Om het aantal mislukkingen in het hoger onderwijs te
beperken blijkt een betere studieoriëntering van de
instromers een werkbaar, democratisch alternatief te zijn
voor het (verder) beperken van de open toegang tot het
hoger onderwijs. Wetenschappelijk onderzoek legt immers
een verband tussen de keuzebekwaamheid van de leerlingen
secundair onderwijs en hun slaagkansen in het hoger
onderwijs.
Het decreet op de centra voor leerlingenbegeleiding (CLB)
hertekende het begeleidingslandschap in het Vlaams
secundair onderwijs. Hierbij is de verantwoordelijkheid
voor de studiekeuzebegeleiding verschoven van de vroegere
PMS-centra naar de school en de leerkrachten. Van de
leerling zelf wordt verwacht actief aan zijn of haar
studiekeuzeproces te werken. Voor zowel de leerling en de
ouders als voor de school, de leerkrachten en de CLB
betekent dit een belangrijke aanpassing en een
leerproces.
Het project heeft als belangrijkste objectieven: het
verhogen van de keuzebekwaamheid en
keuzeverantwoordelijkheid van de leerling en het
optimaliseren van de procesbegeleiding door de school.
Het geven van verantwoordelijkheid aan de leerling voor
de studiekeuze en het verhogen van zijn/haar
keuzebekwaamheid zijn geleidelijke processen die
opgenomen zijn in de eindtermen en waaraan gedurende de
hele schoolloopbaan moet gewerkt worden. Om die reden
beperkt het pilootproject zich niet tot het laatste jaar
van het secundair onderwijs maar richt het zich op zowel
de tweede als de derde graad. De pilootscholen worden
extra gestimuleerd om in verschillende vakken de wereld
van beroepen en opleidingen en het thema 'kiezen'
geïntegreerd aan bod te laten komen. Het gebruik van een
keuzedossier stimuleert de leerlingen in het opnemen van
hun verantwoordelijkheid.
Voor de studiekeuzebegeleiding naar hoger onderwijs
werken de scholen aangepaste begeleidingstrajecten uit.
Deze trajecten leiden uiteindelijk tot een advies van de
klassenraad over de door de leerling gemaakte keuze.
Het studiekeuzedossier helpt de leerling zijn of haar
keuzeproces vlot te doorlopen. Een begeleidingstraject
omvat naast de ondersteuning door de leerkrachten ook tal
van mogelijke activiteiten en een informatieaanbod voor
de leerlingen. Naast het uitbouwen van een goed
functionerend intern netwerk zoeken de scholen actief
naar mogelijke externe partners (Universiteiten,
Hogescholen, werkgeversorganisaties,.) die de leerlingen
kunnen helpen een objectieve kijk te krijgen op
opleidingen en beroepen. In het project wordt tevens
nagegaan op welke manier scholen hiervoor binnen hun
scholengemeenschap en ook netoverschrijdend kunnen
samenwerken.
De resultaten van het pilootproject zullen via de website
van het project (www.ond.vlaanderen.be/soho) beschikbaar
gesteld worden voor de scholen. De evolutie van de
keuzebekwaamheid van de leerlingen in de pilootzone wordt
door wetenschappelijk onderzoek opgevolgd.
persinfo : Jo De Ro, woordvoerder van minister Vanderpoorten - tel. 02 553 99 23 e-mail: persdienst.vanderpoorten@vlaanderen.be