Regering.nl

9 jan 2003
TOPAMBTENAAR EZ SOMBER OVER ECONOMIE

Een nieuw kabinet moet kiezen voor een 'degelijke economische beleidsagenda', waarmee Nederland snel kan aanhaken als de wereldeconomie aantrekt en de groeicapaciteit van de economie drastisch zal stijgen.

Dat schrijft secretaris-generaal Oosterwijk van het minister van Economische Zaken in zijn traditionele nieuwjaarsartikel in het blad Economische Statistische Berichten (ESB). De topambtenaar is somber over de vooruitzichten voor de economische groei, al noemt hij het hoopvol dat de economie in de Verenigde Staten lijkt te verbeteren. 'Dat zou het begin kunnen zijn van het aantrekken van de wereldeconomie.'

Voorsprong
In de jaren negentig had Nederland een economische voorsprong ten opzichte van andere Europese landen. Loonmatiging, liberalisering van de markt, lastenverlichting en lage pensioenpremies droegen bij aan de voorsprong. Volgens Oosterwijk moeten deze jaren achteraf echter worden gekenschetst als een periode van 'private en publieke euforie'. De verwachtingen van bedrijven, beleggers en consumenten waren te hoog gespannen. Winsten bleven achter bij de verwachting, beurskoersen daalden en de stijgende loonkosten deden het voordeel van de eerdere loonmatiging teniet.

Nieuw kabinet
Oosterwijk stelt dat een nieuw kabinet ervoor moet zorgen dat Nederland ten volle kan profiteren als de economie weer aantrekt. Hij pleit voor een meerjarig akkoord over loonmatiging, waarbij de lonen niet verder stijgen dan de inflatie. Daarnaast waarschuwt hij voor het negatieve effect van (generieke) lastenverzwaringen.

Als tweede 'beleidsuitdaging' moet het nieuwe kabinet zich richten op een versterking van het groeivermogen van de Nederlandse economie. Volgens Oosterwijk is de huidige voorziene economische groei onvoldoende om de ambities voor werkgelegenheid en de kwaliteit van zorg, onderwijs en veiligheid te realiseren. Daarbij moet de overheid zich richten op het bevorderen van de werkgelegenheid en de arbeidsproductiviteit.

Werkgelegenheid
De groei van economie zal in de komende jaren meer onder druk komen te staan door een dalend aanbod van arbeidskrachten. Dit komt door de vergrijzing en de lage arbeidsdeelname van ouderen. Oosterwijk vindt dan ook dat de overheid verschillende stimuleringsregelingen voor vervroegd uittreden moet heroverwegen. Daarnaast stelt hij vast dat het verschil tussen lonen en uitkeringen in de praktijk nog te klein is doordat het aantal inkomensafhankelijke subsidies is toegenomen.

Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is volgens Oosterwijk de 'achilleshiel' van de Nederlandse economie. Hij wil dan ook dat het nieuwe kabinet werk maakt van een brede 'groeiagenda'. Deze moet het investerings- en innovatieklimaat verbeteren, het ondernemerschap bevorderen en de concurrentie vergroten.

Bron:
ESB-artikel Oosterwijk (pdf)

Zie het origineel http://www.regering.nl/actuee...SourcePageID=7466 .