Persbericht 03-01
Den Haag, 8 januari 2003
NMa niet akkoord met uniform tarief Rotterdamse Taxi Centrale
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) is niet akkoord met het
verzoek van de Rotterdamse Taxi Centrale (RTC) om voor de circa 200
aangesloten taxi-ondernemingen een uniform tarief te hanteren. Dit is
volgens de NMa een prijsafspraak die de onderlinge concurrentie
onnodig beperkt. Variatie in tarieven wordt daardoor verhinderd. Wel
mag RTC de taxiritten blijven coördineren omdat consumenten hierdoor
snel en eenvoudig een taxi kunnen bestellen via een centraal
telefoonnummer.
RTC heeft aangevoerd dat het hanteren van één prijs duidelijkheid
biedt aan de consument. Dit is voor de NMa geen doorslaggevend
argument om de onderlinge prijsafspraak te rechtvaardigen. Door deze
afspraak kunnen taxi-ondernemers de verschillen in efficiency, service
en comfort niet verwerken in de prijs. Bovendien is het hanteren van
een uniform tarief niet onmisbaar voor het instandhouden van de
taxicentrale. Doordat taxi-ondernemers hun tarieven zelf moeten
bepalen, kunnen zij zich van elkaar gaan onderscheiden. Dit vergroot
de keuzemogelijkheden van de consument. Daarnaast kunnen klanten die
naar de centrale bellen, informeren naar de tarieven die
taxi-ondernemers hanteren en zo hun keuze bepalen.
RTC verricht straattaxiwerk vooral in Rotterdam. Iets minder dan de
helft van alle taxi's in Rotterdam wordt geëxploiteerd door
ondernemers die zijn aangesloten bij RTC.