Nieuwjaarstoespraak stadsdeelvoorzitter Hans Luiten
Tijdens de nieuwjaarsreceptie in de Petruskerk op 7 januari 2003 heeft stadsdeelvoorzitter Hans Luiten zijn nieuwjaarstoespraak 2003 uitgesproken. Hieronder volgt de tekst van deze toespraak.
Geachte aanwezigen,
"Voor mij zit een man van, naar ik schat, zon 60 jaar oud, net
binnengekomen op mijn spreekuur. Hij is keurig gekleed, een blauwe
blazer, een grijze stropdas. Zijn handen trillen, zijn stem is
verstikt van woede. Achter elkaar ratelt hij de klachten op:
Vuilnisbak, mijnheer, al tijden stuk. Die buren, kunnen ze hun
kinderen niet meer opvoeden? En: Ik moest vroeger mijn antenne op het
dak zetten, mijnheer, en moet u nu eens zien wat ze met die schotels
doen. Ik heb altijd keurig mijn huur en lidmaatschappen betaald,
mijnheer, maar wat de mensen nu allemaal doen."
Ik moet eerlijk zeggen dat ik altijd weer schrik hoe verbitterd en
cynisch sommige bewoners van Bos en Lommer kunnen klinken. Concrete
klachten zijn soms een inleiding tot een enorm relaas waaruit blijkt
hoe ontevreden mensen zijn.
Achteraf gezien vormden deze geluiden met elkaar de voorbode van de
politieke storm die over Nederland zou gaan razen. In een land waar
politiek jarenlang amper iets veranderde, rees plots de ster van Pim
Fortuyn, vreesden traditionele partijen voor hun positie en baantjes
en werd het een na het andere taboe in de ban gedaan.
De storm leek even aan Bos en Lommer voorbij te gaan. Bij de
verkiezingen scoorden de traditionele partijen, Groen Links, PvdA en
VVD, juist goed, maar bij de tweede kamerverkiezingen bleek ook hier
de LPF 17% van de kiezers te trekken. Aangenomen dat amper allochtonen
LPF stemden, betekent dat dat ongeveer een derde van de autochtone
kiezers in Bos en Lommer LPF heeft gestemd. Zo.
Waarom? Er is na de 15e mei heel wat af-geanalyseerd over de vraag
waarom zoveel mensen plots anders gingen stemmen. Wat was er met de
Nederlander aan de hand? Was men dan zo ontevreden, terwijl de meesten
het nog nooit zo goed hadden gehad, en er massaal twee maal per jaar
vakantie werd geboekt? Of was dit een luid protest van de
achterblijvers? Of had dit te maken met 11 september, en de angst voor
de islam?
In de NRC van maandag 21 december stond een interessant onderzoek over
stemgedrag. Wat bleek? Tot verbazing van de onderzoekers zijn de
meeste Nederlanders helemaal niet zo cynisch of ontevreden. Zolang het
maar over hun eigen persoonlijke domein gaat. Ze schatten hun kansen
optimistisch in, ze verwachten zich financieel te kunnen redden,
vriendschappen aan te gaan, kortom: binnen is het leven zo slecht nog
niet.
Men is wel bang en cynisch over de boze buitenwereld voorbij de eigen
voordeur. Daar loert het gevaar. Daar loert de criminaliteit, daar is
de overlast, daar zijn de allochtone Mede-landers. Het liefst zouden
velen zich veilig terug trekken in de ver weggelegen VINEX-wijk,
verscholen achter de gamma-pergola.
Opmerkelijk is dat ook de overheid als onderdeel van die enge
buitenwereld wordt gezien. Ambtenaren en bestuurders worden als
lastige en starre mensen gezien, de cynische verwachting is dat die
niks voor elkaar weet te brengen. Hooguit hoopt men maar dat ze de
burger niet in de weg staat en keurig weet te bedienen, en vooral: dat
zij de burger voldoende veiligheid biedt tegen allerlei gevaren.
Ambtenaren en politici als lastige en starre types. Zo.
Dat is niet niks voor mensen die bij een stadsdeel werken. Zo staan we
per definitie met 6-0 achter. Als wij als gemeente een fout maken
redeneren burgers zie je wel. Zon cynische houding vraagt persoonlijk
veel van ambtenaren. Van mensen van de reiniging die te horen krijgen
dat het nog steeds niet schoon genoeg is. Van de mensen bij
burgerzaken die ontevreden en ongeduldige burgers tevreden moeten
stellen. Van onderwijspersoneel dat aan de verwachtingen van ouders
mag voldoen. De overheid bezien als een soort supermarkt waar de rij
niet te lang mag zijn. Ga er maar aanstaan als bestuurder of
ambtenaar.
Maar, met dat gevoel moeten we toch iets. We kunnen de zaak niet
afdoen, zoals Wim Kok deed, met de quote, de burger is een verwend
kind geworden. We hoeven niet geheel mee te waaien met de cynische
wind, maar we moeten wel goed nagaan of de klachten terecht zijn. En
misschien moeten we wel constateren dat we qua dienstverlening nog een
goede slag moeten maken. En dat we als overheid waar het gaat om
bescherming tegen gevaar en overlast, enorme steken hebben laten
vallen. De ringlijn was een tijd het domein van een dertigtal
opgeschoten jongens, daders liepen vrij rond, de burger was de dupe,
en de overheid liet het gebeuren. Daar worden mensen ook cynisch van.
Dat vertrouwen moeten we als overheid, en dus ook als stadsdeel, terug
willen winnen. Dat gaan we ook doen. In het nieuwe stadsdeelkantoor
komt er 1 loket, waar burgers met allerlei vragen snel en
professioneel geholpen kunnen worden. Met het nieuwe veiligheidsplan,
in goede samenwerking met politie en justitie, pakken we onveiligheid,
overlast en verloedering aan. Er komt een handhavingsteam. We moeten
willen dat zelfs de cynische burger merkt dat we de boodschap van 15
mei begrepen hebben. Dat moeten we echt willen, dat heeft 15 mei wel
geleerd.
Maar voordat u zich begint af te vragen of ik ook tot de LPF ben
bekeerd, en of ik alleen nog maar wil toegeven aan de LPF-wind en de
overheid ook als een falende supermarkt zie: het wordt ook tijd dat de
discussie op gang komt over de cultuur van de opgestoken middelvinger.
Over die cynische burgers die de overheid en medeburgers van alles en
nog wat verwijten, die assertief genoeg zijn om te eisen wat hen
toekomt maar zelf geen enkele poging doen om er samen wat van te
maken. Het is toch godgeklaagd hoe mensen in een van de rijkste landen
ter wereld kunnen klagen.
En ben ik nu cynisch? Nee! En hoe komt dat? Dat komt vrees ik, dames
en heren, omdat ik in Bos en Lommer woon. Volgens mij mogen wij wel
eens beter beseffen in wat voor een bijzonder stadsdeel wonen. Midden
in de stad, daar waar het gebeurt, waar talloze mensen en organisaties
aan hun weg omhoog timmeren. Mag ik u een paar voorbeelden noemen?
U zou eens moeten gaan kijken bij het Moeder-kind-centrum: het is
hartverwarmend om te zien hoe allochtone vrouwen daar zijn begonnen
aan wat we misschien wel de derde feministische golf mogen noemen, en
hoe zij elkaar daarin ondersteunen. Nog meer voorbeelden: bewoners in
de Kolenkitbuurt denken met ons mee hoe hun buurt er uit moet gaan
zien. Henk Rijsenbrij van de Boomkerk bedenkt met anderen hoe de
verschillende geloofsgroepen binnen de kerk een plek kunnen krijgen.
Op mijn spreekuur komen ouders vragen om ruimte om hun kinderen op te
kunnen vangen. Turkse studenten bij MGT geven jongere broers en zussen
huiswerklessen. Van de 5000 jongeren in Bos en Lommer zijn er 4700
gewoon lekker bezig om wat van hun leven te maken. Allemaal mensen die
er samen, midden in de stad, iets van willen maken, en aan wie cynisme
niet is besteed. Kortom: wie alleen maar luistert naar cynisme mist
een hoop humor, daadkracht en levenslust.
Dames en Heren, ik zou u een prettig en geslaagd 2003 willen
toewensen. Met zn allen gaan we weer een stap vooruit doen. Het Bos en
Lommerplein verrijst, de Kolenkitplannen staan in de steigers, een
nieuw meidencentrum opent volgende week zijn deuren. Ik wens u een
succesvol optreden, laverend tussen cynisme en idealisme, met hopelijk
een hoop humor.