Economisch beleid meer dan boekhouden
08-01-2003 - Nederland loopt qua innovatie in de economie achter bij
andere Europese landen. En dat terwijl de toekomst van de Nederlandse
economie ligt in een hogere toegevoegde waarde, een hoge
arbeidsproductiviteit en producten/ diensten met een hoog
kennisniveau. 'Het MKB moet de spil worden van het economisch beleid'.
In de afgelopen jaren heeft Nederland te blind geloofd in de onfeilbaarheid van ons poldermodel. Te weinig is er oog geweest voor ontwikkelingen die niet zo gunstig waren: het innoverend vermogen van de Nederlandse economie blijft al jaren achter bij dat van andere Westerse landen, de arbeidsproductiviteit stijgt al geruime tijd minder, er zijn relatief weinig nieuwe ondernemers en Nederland lijkt de boot te missen in groeisectoren als bio-technologie. In de huidige politieke discussie schieten partijen vooral in de oer-Hollandse reflex van loonmatiging en het op laten lopen van het begrotingstekort. Verstandig boekhouden is niet genoeg. Juist nu is een economische visie nodig om de zwakten van onze economie structureel aan te pakken. Alleen dan is het mogelijk om sociale waarden als werkgelegenheid, koopkracht, behoud van voorzieningen en waardevastheid van pensioenen blijvend te bekostigen.
De huidige slechtere economische vooruitzichten zijn wellicht een
"blessing in disguise" als Nederland het aandurft om nu zijn economie
structureel op basis van duurzaamheid te versterken en het niet laat
bij ingrepen in haar begrotingsbeleid en op zich nuttige
loonakkoorden. De toekomst van de Nederlandse economie ligt in een
hogere toegevoegde waarde, een hoge arbeidsproductiviteit en
producten/ diensten met een hoog kennisniveau.
Eén van de eerste voorwaarden voor een duurzame en levendige economie
is het vermogen om te innoveren. Gemeten naar bruto binnenlands
product investeren toonaangevende landen tweemaal zoveel als Nederland
in onderzoek en ontwikkeling. Daarnaast scoort Nederland slecht als we
kijken naar het aantal innovaties dat het licht ziet. Een aantal
maatregelen versterken onze positie:
1. Investeren in goed onderwijs. Een goed opgeleidde beroepsbevolking
biedt de beste garanties voor slimmer produceren. Op elke middelbare
school moet het vak ondernemerschap worden gegeven.
2. Onderzoek door universiteiten en onderzoeksinstellingen moet
primair worden gericht op de vraag uit de markt. Zo kan overheidsgeld
dat in wetenschappelijk onderzoek wordt gestoken beter de maatschappij
ten nutte komen. De overheid kan hier faciliterend in optreden en moet
zorgen niet in de weg te lopen. Bijvoorbeeld door de stroomlijning van
niet op elkaar afgestemde subsidiestromen.
3. Fiscale instrumenten die de innovatie bevorderen, bijvoorbeeld door
het fiscaal aantrekkelijker te maken om te investeren in startende,
innoverende ondernemingen.
Een andere voorwaarde van een duurzame en levendige economie is
investeren in groene energie. De door de huidige regering genomen
maatregelen tot afschaffing cq beperking van subsidies aan burgers bij
het gebruik van groene energie, moeten worden teruggedraaid. Juist
door burgers te prikkelen groene energie te gebruiken, wordt de
industrie weer geprikkeld om op dit gebied verder te innoveren. Ook
stimuleringsmaatregelingen van de overheid ten behoeve van
milieuvriendelijke productieprocessen bevorderen innovatie. Beide zijn
nodig. De invoering van een ecotaks draagt hieraan eveneens bij.
MKB
Ongeveer 95% van het Nederlandse bedrijfsleven bestaat uit het midden-
en kleinbedrijf (MKB) en slechts 5% uit grote ondernemingen. Het MKB
moet daarom de spil worden van het economisch beleid. Speerpunten
daarbij zijn:
· Administratieve en fiscale lasten worden verminderd door kleine
ondernemers in oude wijken te helpen bij het lenen van geld, het
opstellen van een businessplan en het invullen van formulieren.
· De zelfstandige ondernemer dient beter beschermd in de
faillissementswet. Ondernemen moet weer leuk en uitdagend zijn.
Mislukkingen zijn een leermoment, zonder blijvende gevolgen.
· In de binnensteden krijgen kleine zelfstandigen bij de huur van
panden een betere bescherming tegenover grote winkelketens. De laatste
zorgen ervoor dat winkelstraten in binnensteden steeds meer op elkaar
gaan lijken. Meer differentiatie geeft meer dynamiek, zodat de
binnenstad -ook economisch- aantrekkelijk blijft of het opnieuw wordt.
· De overheid zet elektronische kenniscentra op, zodat gemakkelijk de
weg in overheidsland en bedrijfslevenland gevonden kan worden, met
alle mogelijk benodigde vergunningen en subsidies en dergelijke.
Ondanks berichten over een stijgende werkloosheid, kent de
arbeidsmarkt nog steeds krapte. Deze werkt remmend op de economische
groei. In de komende 10 jaar worden bovendien de eerste effecten van
de vergrijzing zichtbaar. Deze leiden tot een verder tekort op de
arbeidsmarkt. Om dat te voorkomen moeten volgens ons vier lijnen
worden gevolgd.
· In de eerste plaats moet de arbeidsproductiviteit stijgen. Hier is
een goed opgeleide beroepsbevolking voor nodig, en snel innoverende
bedrijvigheid. Bij het VMBO moet meer geïnvesteerd worden in
praktijkgericht onderwijs. Maatwerk is nodig.
· In de tweede plaats moet de arbeidsparticipatie omhoog. In Nederland
werkt ongeveer 40% van de vrouwen, in de VS ligt dat rond de 80%. Als
meer vrouwen gaan werken kan hier een deel van de vergrijzing mee
worden opgevangen. Maar dan moeten onder andere voldoende
kinderopvangvoorzieningen beschikbaar zijn. D66 heeft in het tweede
paarse kabinet er voor gezorgd dat er ruim 20.000 extra plekken voor
kinderopvang bijkwamen, op die voet moeten we verder.
· Ten derde moet de economie worden omgevormd van een productie- en
handelseconomie met een relatief lage toegevoegde waarde, naar een
kennis- en diensteneconomie met een hoge toegevoegde waarde.
· Tot slot moeten ziekteverzuim en in het verlengde daarvan de
hoeveelheid arbeidsongeschikten omlaag. Hiertoe gaan werkgevers en
arbo-diensten beter samenwerken en moet vooral de bureaucratie, die
met name het MKB ernstig kan belemmeren, verdwijnen.
De komende kabinetsperiode moet alles op alles worden gezet om te
investeren in een structurele verbetering van de economie, gebaseerd
op duurzaamheid. Daarom zal vooral moeten worden ingezet op onderwijs
en een verandering van denken. Juist nu!
Dit artikel is geschreven door Bart Combée, Francisca Ravestein en
Carel Beynen; zij zijn kandidaat voor de Tweede Kamer voor D66.