Eigenschappen van sterrenstelsels beïnvloed door positie in cluster
Sterrenstelsels, zoals onze Melkweg, kunnen deel uitmaken van grotere
clusters, variërend van enkele tientallen tot enige duizenden
sterrenstelsels die door zwaartekracht bijeen worden gehouden. Marco
Beijersbergen verrichtte onderzoek naar een van de bekendste van zulke
clusters: de Coma cluster. Hij bestudeerde met name hoe de
eigenschappen van afzonderlijke sterrenstelsels veranderen op
verschillende plaatsen in dat cluster. Sterrenstelsels zijn er in
verschillende vormen, bijvoorbeeld een spiraal- of ellipsvorm of in de
vorm van een rugbybal (S0). De laatstgenoemde is een overgangsvorm
tussen een spiraalstelsel en een elliptisch stelsel. Met behulp van de
radiotelescoop van Westerbork en een optische telescoop op La Palma
wist Beijersbergen zeer gedetailleerde gegevens over sterrenstelsels
in de Coma cluster te verzamelen. De meeste oudere studies naar de
Coma cluster richtten zich op het centrale deel, maar de promovendus
wist ook veel gegevens te verzamelen over sterrenstelsels die zich in
de periferie bevinden. Hij stelde onder meer vast dat onderzoekers een
significant aantal sterrenstelsels verkeerd hebben getypeerd. Zo
blijken er veel meer spiraalstelsels in de cluster voor te komen, dan
voorheen werd gedacht. Een verkeerde typering is niet verwonderlijk,
omdat de betrouwbaarheid van de typering onder andere afhangt van de
hoek waaronder tegen de stelsels wordt aangekeken: een spiraalstelsel
is bijvoorbeeld onder bepaalde hoeken moeilijk van S0's te
onderscheiden. Beijersbergens ontdekking heeft consequenties voor het
onderzoek naar de evolutie van sterrenstelsels in clusters, omdat Coma
een zeer belangrijk referentiepunt is voor dergelijke studies.
Sterrenstelsels in een cluster bewegen zich in een baan rondom of door
het centrum van de cluster, vergelijkbaar met de banen van planeten in
het zonnestelsel. Sterrenstelsels die door die bewegingen dichtbij
elkaar komen kunnen van vorm veranderen of zelfs samensmelten tot een
nieuw stelsel door de krachten die ze op elkaar uitoefenen. Het blijkt
dat spiraalstelsels vooral buiten het centrum van de cluster
voorkomen. De promovendus vermoedt dat deze stelsels nog steeds aan de
cluster worden toegevoegd en dat de elliptische en balvormige stelsels
de oudste clusterleden zijn. De enorme hoeveelheid data die
Beijersbergen voor zijn onderzoek heeft verzameld, zijn van een
dusdanige kwaliteit, dat ze als basis kunnen dienen voor tal van
vervolgstudies, met name over de evolutie van andere clusters en de
sterrenstelsels daarbinnen. /ImK
Marco Beijersbergen (Gouda, 1976) studeerde sterrenkunde in Groningen.
Hij verrichtte zijn promotieonderzoek bij het Kapteyn Instituut van de
RUG. Het onderzoek is medegefinancierd door het Leids
Kerkhoven-Bosscha Fonds (LKBF).
Datum en tijd
maandag 6 januari 2003, 14.15 uur
Promovendus
M. Beijersbergen, tel. (050)363 65 19, e-mail: beijersb@astro.rug.nl
(werk)
Proefschrift
The galaxy population in the coma cluster
Promotor
prof.dr. J.M. van der Hulst
Faculteit
wiskunde en natuurwetenschappen
Plaats
Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Promotie