Korps: Limburg-Noord, plaats: Venlo 3-01-2003
Mediabericht 3 januari (17.30 uur)
Nieuwjaarstoespraak Korpschef Burg van Baarle "Wat mag u van ons in
2003 verwachten?" Dames en heren,
Laat ik beginnen met u allen, zover ik dat al niet persoonlijk heb
gedaan, een heel voorspoedig 2003 toe te wensen. Ik wil in deze
toespraak niet lang terugblikken op 2002. In de regio Limburg-Noord is
het afgelopen jaar het aantal meldingen bij de politie met zo`n 10%
toegenomen. Meer dan 85.000 keer is er een melding gemaakt van een
onveilige situatie, een noodsituatie of een ongeluk, een overtreding
of een misdrijf. 30,6% van de burgers in onze regio zegt dat hij of
zij wel eens het slachtoffer geworden is van enige vorm van
criminaliteit. In 2001 was dat nog 26,4 %. Met 4 procentpunten meer
dan het jaar daarvoor zitten we ineens op hetzelfde niveau als de rest
van Nederland. En dat is jammer. Het afgelopen jaar hebben wij 5000
verdachten aangehouden. Daarvan zijn er 4000 overgedragen aan het
Openbaar Ministerie. We hebben in totaal 3600 zaken opgehelderd. We
hebben in 2002 bijna 40.000 staandehoudingen verricht. En we hebben in
onze regio zo`n 200.000 bekeuringen uitgedeeld. Al dat werk is gedaan
door zo`n 875 fte executieve medewerkers, ondersteund door ruim 280
fte op administratief en technisch gebied. Er is het afgelopen jaar
zonder meer hard gewerkt. Niet voor niets heeft een externe
auditcommissie ons gecomplimenteerd voor de operationele kwaliteit.
Het past ons ook om daar samen trots op te zijn. Toch is het niet
genoeg
Toch is het niet genoeg. Het politieke landschap is het afgelopen jaar
enorm veranderd. De roep om meer veiligheid en een straffere
bestrijding van de criminaliteit, heeft de hele strafrechtketen meer
dan ooit in de belangstelling geplaatst en de druk op de politie
verder vergroot. Het kabinet heeft een veiligheidsplan gemaakt, dat
van alle partners extra inspanningen verlangt. Het verlangt ook van de
politie meer productie: meer opsporing, meer handhaving, meer toezicht
en betere beschikbaarheid en bereikbaarheid. In deze tijd van
economische teruggang is de politie vrijwel de enige overheidsdienst
die er nog geld heeft bij gekregen. De roep om meer is geoorloofd,
maar moet wel reëel zijn. We sluiten binnenkort een convenant met de
minister waarin we ambitieuze, maar haalbare afspraken zullen maken.
Meer opsporing
De minister vraagt van de politie dat er in heel Nederland in 2006
zo`n 80.000 zaken meer worden aangepakt en zo`n 40.000 zaken meer
worden opgelost. Voor onze regio betekent dat 2000 zaken meer
onderzoeken en 1000 zaken meer ophelderen. Dat is een hele uitdaging.
Om dat te realiseren, hebben we de afgelopen maanden al extra
recherchecapaciteit vrijgemaakt voor alle basiseenheden in onze regio.
Ik wil er van uitgaan dat het ons het komend jaar al lukt om in plaats
van 3600 zaken er 4000 zaken op te helderen. Dus dit jaar al 10% meer
en dat terwijl onze cellen al geregeld vol zitten. Daarbij gaat het
niet om het getal alleen. We zullen met name inzetten op
geweldsdelicten, straatroof, woninginbraak en speciale aandacht
schenken aan jeugdcriminaliteit. En zo`n 3% van onze capaciteit zal
ook nog steeds naar milieudelicten gaan. En natuurlijk zullen we alle
zware delicten, zedenmisdrijven, moord en doodslag, kinderporno en
kinderprostitutie, en wapenhandel, waarvan we kennis dragen, zonder
uitzondering blijven onderzoeken. Meer handhaving
Ook vraagt de minister van ons dat de politie in Nederland 10% meer
staandehoudingen verricht. Voor onze regio betekent het dat we in
plaats van 40.000 ongeveer 44.000 mensen moeten staandehouden. Daarbij
heeft de verkeersveiligheid een hoge prioriteit bij de burgers. Het
Verkeershandhavingsteam zal daarom zeker een vijfde van de extra
staandehoudingen voor zijn rekening nemen. Maar de rest gebeurt op de
basiseenheden. Dat betekent ook verdere intensivering van onze
handhavingsprojecten in de districten, zoals Straatmaat in Venlo, Roer
je Mond in Roermond en Weert Bekeerd in Weert, waarmee we nu al enkele
jaren bijdragen aan het herstel van normen en waarden in de openbare
ruimte. Per basiseenheid zijn dat gemiddeld zo`n 250 extra
staandehoudingen per jaar. De jeugdige veelpleger
In bijna elke gemeente in onze regio, staat jeugdoverlast in de top
drie van prioriteiten. Het korps steekt daar veel energie in, niet
alleen in repressieve zin, maar ook in preventieve zin. Elke
basiseenheid heeft een jeugdzorgmedewerker, we hebben een mobiel
jeugdteam en we hebben een succesvol Doe-Effe-Normaal project op zo`n
80 lagere scholen in de regio. We doen wat in onze mogelijkheden ligt
om de jeugd van het criminele pad te houden, met speciale aandacht
voor enkele tientallen jeugdige veelplegers in onze regio, waarvoor
een ketenaanpak nodig is. Samen met de gemeente, het Openbaar
ministerie, het bureau HALT, de jeugdhulpverlening en de Raad voor de
Kinderbescherming zullen we jeugdcriminaliteit in kaart brengen en
integrale plannen maken om onze ambities op dit terrein waar te maken.
Ieders aandeel in die integrale aanpak moet duidelijk zijn.
Beschikbaarheid
Tegelijkertijd gaan we de verplichting aan de bereikbaarheid en
beschikbaarheid voor de burger op peil te houden. Niet alleen in de
stedelijke gebieden, maar ook op het platteland. In 80% van de
incidenten, waar spoed geboden is, moet er binnen 15 minuten een
politieagent ter plaatse zijn. Dat lukt ons nu in ruim 70% van de
gevallen. De geografische uitbreiding van onze regio door de fusie van
Echt en Susteren, vraagt ook daarvoor een extra inspanning. Er zullen
nu voorlopig minimaal negen dubbelbemande noodhulpeenheden in onze
regio rondrijden en we zullen vaker met de maximale noodhulpbezetting
van 11 eenheden beschikbaar zijn. Bereikbaarheid
De bereikbaarheid is in onze regio de afgelopen jaren al sterk
verbeterd. Het nummer 0900-8844 brengt de burger in bijna 70 % van de
gevallen binnen 20 seconden in contact met de politie van
Limburg-Noord. We zullen het komend jaar toewerken naar het gewenste
niveau van 80%. Dat doen we ook door nieuwe vormen van dienstverlening
aan te bieden als elektronische aangifte, vakantiemeldingen via e-mail
en een betere informatievoorziening via het Internet, die de druk van
het servicenummer zal afhalen. Hoe kunnen we dit allemaal waarmaken,
als je beseft dat ons korps maar beperkt zal groeien de komende jaren.
De winst zal dan ook meer zitten in de competentie-ontwikkeling van
het korps. Verder moeten we slimmer leren omgaan met onze capaciteit
en daar ook beter op sturen. Het nieuwe capaciteitsmanagementsysteem
dat het komend jaar wordt ingevoerd, kan ons daar bij helpen.
Bovendien gaan we de uitdaging aan om ons ziekteverzuim de komende
jaren met zo`n 10% terug te brengen. Toezicht en preventie
Hiermee heb ik de belangrijkste streefgetallen genoemd die we zullen
vastleggen in het convenant dat de regio met de minister aangaat. Toch
wil ik daar nog een kanttekening bij plaatsen. Cijfers zijn belangrijk
maar niet meer dan indicatoren van onze bijdrage aan de veiligheid en
leefbaarheid van de samenleving. De burger doet ons te kort, als ze
alleen maar kijkt naar deze cijfers. De politiek moet het niet willen!
Veiligheid en leefbaarheid zijn erbij gebaat als we naast opsporen en
handhaven, ook toezicht houden, hulpverlenen en preventief werken. En
dan bedoel ik met name het werk waarvan de resultaten niet meteen
zichtbaar zijn in de politiecijfers; een vechtpartij in de kiem
smoren, verkeersregelaars opleiden, aanspreken en aanspreekbaar zijn
bij jongerenhangplekken, zichtbaar zijn op uitgaansavonden. Het zijn
activiteiten die net zo belangrijk zijn voor veiligheid en
leefbaarheid als de bekeuring of de aanhouding. De burger zal en mag
ons afrekenen op onze totale kwaliteit. De politiemonitor zal meten
wat de burger van ons vindt. In 2002 was 63% van de burgers in onze
regio tevreden over het laatste contact dat ze met de politie had. Ik
wil dat in de politiemonitor van 2004 70% van de burgers tevreden is
over het contact met ons, in welke situatie dan ook. Spiegel
Er wordt op ons gelet. We treden elke dag op in het publieke domein en
ons gedrag wordt voortdurend gewogen. De ene keer doet dat een
onderzoeksinstituut als het COT, de andere keer doet dat een
journalist, maar in de meeste gevallen is het de burger zelf, die ons
optreden beoordeelt. In onze dagelijkse contacten op straat, moeten we
de waarden en normen uitdragen, die onze samenleving leefbaar maken.
Dat is nadrukkelijk ook onderdeel van onze taak. Wij moeten blijven
werken aan kennen en gekend worden, signaleren en ingrijpen waar het
kan en waar het moet. Dames en heren, ik heb alle vertrouwen in de
kwaliteit van dit korps en uw motivatie voor het werk dat wij doen. Er
is meer dan genoeg te doen in het jaar dat voor ons ligt. Ik wens u,
uw familie en vrienden een goede gezondheid, veel geluk en veel succes
in 2003.