---

Ministerie van Defensie



---

KDC-10 air to air

Vlieg mee met de KDC-10 in Manas

31-12-2002

De Koninklijke Luchtmacht zit inmiddels ruim drie maanden in Manas in Kirgizië. Naast F-16´s, staat er ook een KDC-10 op het vliegveld ´Ganci Air Base´. Peter Ganci was een brandweercommandant uit New York die is overleden tijdens het bestrijden van de brand in de Twin Towers. Twee luchtmachtvliegers van de KDC-10 vertellen wat hun werk boven Afghanistan inhoudt. En wat er allemaal voor nodig is om een missie te kunnen vliegen. Een verhaal over OEF, uitwijkhavens, check/recheck en bingo.

We hebben met een KDC-10 van het 334 squadron uit Eindhoven in Manas twee taken. Aan de ene kant zijn wij de life-line van Nederland naar Kirgizië door heen en weer te vliegen tussen Eindhoven en Manas, de zogenaamde shuttle. Aan de andere kant doen wij natuurlijk mee met de internationale Operatie Enduring Freedom (OEF). Wij ondersteunen het 430 man sterke European Participating Air Forces (EPAF)detachement. Dit detachement bestaat uit Nederlanders, Noren en Denen, elk met 6 F-16s.

De shuttle vertrekt in principe elke donderdag vanuit Manas naar Eindhoven om op vrijdagavond weer terug te zijn in Kirgizië. Soms vliegen tijdens de shuttlevlucht een aantal F-16s mee. Dat zijn er maximaal drie. Met de wind in de rug is het 7,5 uur vliegen en met tegenwind 8 tot 8,5 uur. De F-16´s uit Denemarken, Noorwegen en Nederland die in Manas staan, worden regelmatig gewisseld met F-16´s die nu nog in de thuislanden staan. Zo worden de vlieguren over de toestellen verdeeld.

Van zaterdag tot en met woensdag vliegt de KDC-10 diverse keren om vliegtuigen in de lucht bij te tanken, de zogenaamde Air to Air Refueling (AAR) missies. Bij missies voor OEF, worden vooral de F-16s van het EPAF-detachement bijgetankt. Verder staan er op Manas nog Amerikaanse tankvliegtuigen (KC-135), Spaanse en Italiaanse Hercules transportvliegtuigen en twee Spaanse Search adn Rescue (SAR) helikopters.

Take-off
Twee uur voor het vertrek (´take-off ´) beginnen de mensen die met de KDC-10 mee zullen vliegen (crew) met de voorbereiding van de missie. Eerst gaat de crew naar Operations. Daar ontvangen we alle informatie over onze vlucht. Onder meer wie bij ons brandstof zullen komen halen (´receivers), roepnamen (´callsigns´), frequenties, tijden etcetera. Aansluitend krijgen we bij `Intell` de laatste details over de grond- en luchtsituatie. Er wordt dan verteld wat er zich de laatste dagen in Afghanistan heeft afgespeeld. Vervolgens gaan we naar de navigatiesectie waar kaarten en een checklist worden verstrekt. Nadat we het actuele weer van Manas hebben gekregen bij de ´Meteo´, gaan de boomoperator (de ´pompbediende´ van het vliegtuig) en de flight-engineer (de vlucht-technicus) naar het vliegtuig. Zij nemen het toestel over van de technische dienst en beginnen met het controleren van het vliegtuig voor de vlucht.

Voor de gezagvoerder en de co-piloot volgt er dan een uitgebreidere meteo-briefing. Er moet namelijk goed gekeken worden welk vliegveld als uitwijkhaven wordt gebruikt. Aangezien de hele vlucht tussen de zes tot acht uur kan duren is het belangrijk de weersverwachting voor de aankomsttijd te bekijken. Daarbij komt ook nog eens dat er maar weinig vliegvelden in de buurt zijn waar wij met de KDC-10 kunnen landen. Het gaat daarbij om baanlengte, baanbreedte, baansterkte, parkeerplaats e.d. Bovendien kunnen we niet in alle landen terecht. Niet elk land geeft toestemming aan een militair vliegtuig om over hun grondgebied te vliegen, laat staan te landen. Als Manas qua weer niet aan de landingslimieten van de KDC-10 voldoet en er geen goede uitwijkhaven voor handen is, dan gaat de vlucht niet door.

Vorige week was het hier 21 graden onder nul en nu moeten we regelmatig de-icing procedures doen. Dit houdt in dat er een mengsel van alcohol en heet water over het vliegtuig wordt gespoten om zo alle vorst en sneeuw te verwijderen. Het vliegtuig is daarna voor minstens 15 tot 60 minuten vorst en sneeuw bestendig.

Net na take-off is de KDC-10 nog te zwaar om direct richting het zuiden te vliegen. Er liggen namelijk zeer hoge bergen ten zuiden van het vliegveld en er moet eerst hoogte worden gewonnen. Dit wordt opgelost door boven het veld één of meerdere driehonderdzestig graden bochten te maken. Na Kirgizië vliegen we al snel boven Tadzjikistan en na een uur en een kwartier vliegen zitten we boven Afghanistan. Eenmaal in de OEF-area aangekomen, kunnen we altijd gevraagd worden om onze missie te wijzigen; Flexibility is the key to airpower. Gaat alles volgens plan, dan wachten we (al vliegend) op de vliegtuigen die bij ons komen tanken. Ondertussen worden er in de cockpit diverse controlelijsten (checklisten) afgewerkt. Als al die controles zijn uitgevoerd, kan de eerste F-16 komen tanken. Het vliegen, maar ook zeker het bijtanken, vereist een goede en nauwkeurige samenwerking van de vliegers, de boomoperator (hij bedient de ´boom´ die van de KDC-10 naar de F-16 gaat en waardoor de brandstof wordt gepompt) en flight-engineer. Eén team, één taak is hier absoluut van toepassing.

Bingo
Gedurende de vlucht proberen wij constant op de hoogte te blijven van het weer in Manas en dat van onze uitwijkhaven. Na een aantal uren in de OEF-area, afhankelijk van het aantal vliegtuigen dat bijgetankt moet worden, gaan wij weer terug naar Manas. Of als we bingo zijn. Bingo wil zeggen, dat we nog slechts brandstof over hebben voor de terugvlucht plus de benodigde reserves voor onze uitwijkhaven.

Na de landing en met de blokken voor de wielen, wordt het vliegtuig weer aan de technische dienst overgedragen. Zij maken het vliegtuig weer klaar voor een volgende vlucht en rest ons nog het nabespreken van de vlucht bij intell en operations. Deze missie is goed volbracht. Op naar de volgende. (foto: archieffoto)

Gerelateerde pagina's

* Afghanistan/Strijd tegen het terrorisme