Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit

2500GA30000
Postbus 90420

Koninklijke KPN N.V. 2509 LK Den Haag De heer A.J. Scheepbouwer Telefoon (070) 315 35 00 Postbus 30000 Telefax (070) 315 35 01 2500 GA 'S-GRAVENHAGE

Bezoekadres: Babylon-complex toren B, 3e etage a Koningin Julianaplein 30 2595 AA Den Haag b Contactpersoon Ons kenmerk Uw kenmerk Doorkiesnummer OPTA/EGM/2002/204475 2002u00638rvb Datum Onderwerp Bijlage(n) 20 december 2002 E02213014

Geachte heer Scheepbouwer,

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) heeft op 29 c november 2002 per brief (kenmerk: 2002-U-00638-RvB) van Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) een verzoek ontvangen voor de aanpassing van de maximale kortingspercentages. U geeft aan dat de invulling van de nieuwe kortingspercentages in de bestaande kortingsregelingen FlexiBel en Worldline, het college separaat zal worden toegestuurd.

---
U wordt verzocht in eventuele correspondentie aangaande dit verzoek naast het briefkenmerk eveneens het zaaknummer E02213014 te vermelden.


1. Inleiding
Op grond van artikel 38 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie (hierna: BOHT) is het Koninklijke KPN N.V. (hierna: KPN) toegestaan kortingen op de vaste telefoondienst aan te bieden. KPN dient deze kortingen ter goedkeuring aan het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) voor te leggen. Voor de beoordeling van kortingen op de vaste telefoontarieven1 van KPN, heeft het college op 2 september 1998 een toetsingskader vastgesteld. Bij de vaststelling van het beoordelingskader heeft het college aangegeven zijn beleid ten aanzien van kortingen in beginsel jaarlijks te evalueren.


1 Hoofdstuk 9 van het oordeel van het college d.d. 2 september 1998 over de mate van kostengeoriënteerdheid van de door KPN voorgestelde tarieven voor de spraaktelefoondienst (met het kenmerk OPTA/E/98/2190). Dit oordeel is te vinden op www.opta.nl, doorklikken op , , . OPTA

E-mail: mail@OPTA.nl
1





Dit jaar is de jaarlijkse evaluatie niet uitgevoerd aangezien er een marktconsultatie loopt over de ondergrensregulering van eindgebruikerstarieven. Deze consultatie zal leiden tot een herziening van het beoordelingskader voor kortingen, naar verwachting eind maart 2003. KPN geeft in haar brief aan dat het pas in 2003 tot stand komen van nieuw kortingenbeleid, niet mag leiden tot nadeel voor haar. Het college is van oordeel dat er geen sprake kan zijn van nadeel aangezien het KPN altijd is toegestaan om kortingsvoorstellen in te dienen op grond van artikel 38 BOHT.

KPN heeft er voor gekozen om alvorens kortingsvoorstellen in te dienen eerst een uitspraak van het college te vragen over de maximale kortingspercentages. Het college zal hierbij ingaan op dit verzoek.

Het huidige beoordelingskader
Aan het in september 1998 vastgestelde beoordelingskader voor de kortingen die KPN hanteert op de vaste telefoontarieven zijn de volgende uitgangspunten verbonden: Kortingen zijn niet toegestaan indien te verwachten is dat ze ertoe zullen leiden dat de mededinging op de betreffende deelmarkt beperkt wordt;
Kortingen die gebaseerd zijn op aantoonbare kostenvoordelen zijn in beginsel toegestaan; Kortingen die niet gebaseerd zijn op aantoonbare kostenvoordelen, zijn in beperkte mate toegestaan, afhankelijk van de mate van de facto concurrentie op de betreffende deelmarkt, mits de mededinging hierdoor niet wordt beperkt.
Op de markt voor vaste telefonie zijn in het beoordelingskader de volgende deelmarkten onderscheiden: lokaal telefoonverkeer, nationaal telefoonverkeer, internationaal telefoonverkeer en telefoonverkeer van vast naar mobiel.

In het beoordelingskader heeft het college voor kortingen die niet gebaseerd zijn op aantoonbare kostenvoordelen aangegeven hoe, naar de inzichten op dat moment, de maximaal te geven korting zich in de toekomst kan ontwikkelen. Tevens heeft het college aangegeven dat voor het geven van kortingen als uiterste ondergrens de totale gemiddelde kosten per dienst wordt gehanteerd die bepaald zijn op basis van integrale kostentoerekening (de zogenaamde Fully Allocated Costs).

Dit leidde ertoe dat wat betreft lokaal verkeer kortingen uitsluitend zijn toegestaan indien deze te herleiden zijn tot aantoonbare kostenvoordelen. Dit omdat op lokaal verkeer naar het oordeel van het college nog geen sprake was van effectieve concurrentie en op korte termijn de totstandkoming daarvan ook niet is te voorzien. Ook in 2002 is op lokaal verkeer geen kortingsruimte toegestaan.

Voor nationaal verkeer en verkeer van vast naar mobiel heeft het college in het beoordelingskader bepaald dat, hoewel op dat moment nog geen sprake was van effectieve concurrentie, ervan kan worden uitgegaan dat dit in de loop der jaren anders wordt. Gelet daarop is bepaald dat de kortingen van KPN zich in vier jaar, in gelijke stappen, kunnen ontwikkelen naar het niveau van de integrale kosten. Dit komt erop neer dat KPN, nadat in 1999, 2000, 2001 en 2002 kortingen werden toegestaan tot respectievelijk 25%, 50%, 75% en 100% van het verschil tussen het standaardtarief en de integrale kostprijs.


2





Ten aanzien van kortingen op internationaal verkeer heeft het college in het beoordelingskader vastgesteld dat sprake was van een overwegend concurrerende markt. Gelet daarop heeft het college bepaald dat KPN haar kortingen over een periode van twee jaar, in gelijke stappen, mocht verhogen tot het niveau van de integrale kosten. In 2001 mocht KPN derhalve op internationaal verkeer korting geven tot maximaal het niveau van de integrale kosten.

Op basis van dit kader hebben de kortingspercentages zich de afgelopen jaren als weergegeven in figuur
1. Voor BIBA is, wegens het gebrek aan concurrentie, geen korting toegestaan behalve op basis van daadwerkelijke kostenvoordelen.

Figuur 1
Ontwikkeling maximale kortingsruimte KPN
40,0%

35,3%


35,0% 32,1% 32,1%


30,0%

25,0%

20,0% 18,9%


15,0% 12,3% 114%

,


10,0%

5,7% 8,9%


5,0%

1,6% 1,9% 2,3% 3,1%


0,0%

1999 2000 2001 2002

nationaal buba vast mobiel internationaal

Verzoek KPN

KPN verzoekt het college om maximale kortingspercentages van:

BIBA 17,4%
BUBA 22,7%
VAMO (FtM) 4,0%

KPN heeft deze berekeningen gemaakt op basis van de bestaande systematiek en gebruikmakende van een WACC van 13,4%. Deze WACC wordt door OPTA ook gebruikt voor het bepalen van de originating interconnectietarieven. Het college accepteert de berekeningssystematiek, maar benadrukt het tijdelijke karakter gezien de spoedige introductie van nieuw kortingenbeleid. Bij de beoordeling van de maximale kortingsruimte legt het college een relatie tussen het vigerende en het ter consultatie voorgelegde kortingenbeleid. Uitgangspunt daarbij is toetsing conform het vigerende beleid. Het resulterende maximale kortingspercentage wordt vervolgens gecontroleerd op eventuele strijdigheid met de mogelijke uitkomsten van het voorgestelde nieuwe beleid. Daarbij zij overigens opgemerkt dat de vaststelling van kortingspercentages op basis van het nieuwe beleid is afhankelijk van tal van elementen waarover nog definitieve besluitvorming dient plaats te vinden.
3





BIBA
Net als KPN constateert het college dat met de introductie van CPS lokaal per 1 augustus jl. de concurrentiemogelijkheden op de lokale telefoniemarkt aanmerkelijk zijn toegenomen. KPN wenst vervolgens het verschil tussen het standaardtarief en de integrale kosten, 17,4%, in totaliteit als kortingsruimte te mogen bestempelen. Op basis van het staande beleid is het college van oordeel dat de gewijzigde concurrentiesituatie aanleiding geeft om de eerste 25% van deze ruimte beschikbaar te maken als kortingsruimte. De maximale kortingsruimte voor BIBA komt hiermee op 4,4%.

Het college acht het gelet op de mogelijke uitkomsten van het nieuwe kortingenbeleid onwaarschijnlijk dat de kortingsruimte voor BIBA onder dit percentage komt te liggen. Het risico voor een introductie van kortingsregelingen die bij introductie van nieuw beleid vervolgens weer dienen te worden ingetrokken, is daarmee gering.

BUBA
Reeds in 2002 was het KPN toegestaan om de volledige ruimte te benutten voor het geven van kortingen. De ruimte tussen het standaard tarief en de integrale kostprijs, 22,7%, is daarmee gelijk aan de maximale kortingsruimte.

Het college acht het gelet op de mogelijke uitkomsten van het nieuwe kortingenbeleid onwaarschijnlijk dat de kortingsruimte voor BUBA onder dit percentage komt te liggen. Het risico voor een introductie van kortingsregelingen die bij introductie van nieuw beleid vervolgens weer dienen te worden ingetrokken, is daarmee gering.

VAMO (FtM)
Reeds in 2002 was het KPN toegestaan om de volledige ruimte te benutten voor het geven van kortingen. De ruimte tussen het standaard tarief en de integrale kostprijs, 4,0%, is daarmee gelijk aan de maximale kortingsruimte.

Het college acht het gelet op de mogelijke uitkomsten van het nieuwe kortingenbeleid zeer wel mogelijk dat de kortingsruimte voor VAMO onder dit percentage komt te liggen. Het risico van een introductie van kortingsregelingen die vervolgens weer dienen te worden ingetrokken bij introductie van nieuw beleid, is daarmee groot. Indien KPN desondanks een kortingsvoorstel doet dat de maximale ruimte volgens het vigerende kader volledig benut, overweegt het college voorschriften2 te verbinden aan een eventuele goedkeuring. Zo zal het college een dergelijk voorstel alleen kunnen goedkeuren voor de periode totdat het nieuwe kortingenbeleid definitief is vastgesteld.


2 Artikel 38 van het Besluit ONP huurlijnen en telefonie stelt dat kortingsregelingen voorafgaande toestemming van het college behoeven. Aan deze toestemming kunnen voorschriften worden verbonden. Toestemming kan onder beperkingen worden verleend.

4





Conclusies
Indien KPN vóór de introductie van nieuw kortingenbeleid in het eerste kwartaal van 2003, kortingsvoorstellen ter beoordeling aan het college wenst voor te leggen, zal het college deze voorstellen beoordelen conform staand beleid. Mocht na van kracht worden van het nieuwe beleid blijken dat de geïntroduceerde kortingsregelingen hier strijdig mee zijn, dan zal het college erop toezien dat KPN de regelingen wijzigt.

Bij BIBA en BUBA, acht het college een maximale kortingsruimte van respectievelijk 4,4% en 22,7% een goede basis voor de beoordeling van een eventueel voorstel. Het risico dat deze percentages strijdigheid opleveren met toekomstig beleid is klein. Voor VAMO is het zeer wel mogelijk dat een voorstel op basis van een maximale kortingsruimte van 4,0%, niet strookt met het nog vast te stellen beleid. Mocht KPN desondanks een dergelijke voorstel ter beoordeling voorleggen aan het college, dan worden aan een eventuele goedkeuring voorschriften verbonden. Met de invulling hiervan zal het college er in ieder geval op toezien dat een eventuele goedkeuring slechts beperkte geldigheidsduur heeft.

Hoogachtend,

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,

namens het college,
hoofd van de afdeling Eindgebruikersmarkt

drs. K. Noorlag


5