Waterschap Hunze en Aa's


Toelichting regeling voor schadevergoeding bij waterberging in Noord-Nederland

Sluiten

De schaderegeling voor waterbergingsgebieden in Noord-Nederland is rond. De colleges van gedeputeerde staten van Fryslân, Groningen, Drenthe en Overijssel en de dagelijkse besturen van de betrokken waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa's, Velt en Vecht, Reest en Wieden, Groot Salland, Regge en Dinkel en Wetterskip Fryslân hebben overeenstemming bereikt over de ontwerpregeling. Belangrijkste punt uit de voorgestelde regeling is dat schade door gecontroleerde overstromingen volledig wordt vergoed. Daaronder vallen onder andere schade aan gewassen, vee, (on)roerende zaken, infrastructurele voorzieningen, bedrijfs- en inkomensschade, omzetderving, kosten voor herstel van de bodemstructuur en evacuatiekosten. De overheden zullen het voorstel nu bespreken met andere betrokken organisaties. De algemene besturen van de waterschappen zullen de regeling definitief vaststellen.

Deze toelichting gaat over de regeling voor de behandeling van schadeclaims, die een gevolg zijn van het onder water zetten van daartoe ingerichte waterbergingsgebieden.

Ontwerp-schaderegeling
De ontwerp-schaderegeling geeft aan wie wanneer om vergoeding van welke schade kan verzoeken. De schaderegeling geldt bij het gecontroleerd laten overstromen (inunderen) van bergingsgebieden, zoals die worden aangewezen in de Provinciale Omgevingsplannen of Streekplannen en vervolgens in de gemeentelijke bestemmingsplannen. De inundaties zijn bedoeld om te voorkomen dat elders gebieden ongecontroleerd overstromen, waardoor veel meer schade kan ontstaan.

Het gebruik van ingerichte waterbergingsgebieden voor het tijdelijk bergen van overtollig water zal in veel gevallen leiden tot schade. De omvang van de schade is sterk afhankelijk van het bodemtype en de periode waarin de wateroverlast optreedt. Om deze schade in de ingerichte waterbergingsgebieden voor de grondeigenaren, grondgebruikers en inwonenden te vergoeden, hebben de provincies Groningen, Fryslân, Drenthe en Overijssel en de inliggende waterschappen gezamenlijk een schaderegeling opgesteld. Deze regeling is nu in ontwerp gereed en ter beoordeling voorgelegd aan gedeputeerde staten van de betrokken provincies en de dagelijkse besturen van de waterschappen.

Inundatieschade
Door inrichting en gebruik van de waterbergingsgebieden kan er sprake zijn van diverse soorten schade. De schaderegeling waterbergingsgebieden Noord-Nederland regelt de inundatieschade (gevolgschade) door gecontroleerde overstroming van ingerichte waterbergingsgebieden. In de nu opgestelde schaderegeling is de vergoeding geregeld van alle schade die het gevolg is van gecontroleerde overstroming. In dit soort regelingen is het gebruikelijk alleen een deel van de schade te vergoeden. De schaderegeling voor de waterbergingsgebieden biedt echter volledige vergoeding van de geleden inundatieschade.

Volledige schadevergoeding
De noordelijke schaderegeling voorziet in volledige vergoeding van de schade als gevolg van gecontroleerde overstroming. Te denken valt aan schade:

- aan (on)roerende zaken;

- ketenaansprakelijkheid;

- aan vee en gewassen of vegetatie;

- aan infrastructurele voorzieningen;

- aan een bedrijf (bedrijfsschade, inkomensschade, schade als gevolg van omzetderving);

- aan de bodemstructuur;

- door gemaakte kosten (opruimingskosten, evacuatiekosten, opstartkosten, kosten voor transport, opslag en huisvesting, bereddingskosten);

- rente.

De meeste hier genoemde soorten schade kunnen voorkomen in zowel landbouwgebieden als natuurgebieden. Bij het gecontroleerd laten overstromen van een waterbergingsgebied gaat het om bewust overheidshandelen. De kans dat het Rijk in de toekomst de bestaande Wet Tegemoetkoming Schade (WTS) van toepassing zal verklaren in geval van inundaties, is vrijwel nihil. Met de noordelijke schaderegeling genieten de agrariërs in bergingsgebieden meer financiële zekerheid, dan agrariërs die buiten de bergingsgebieden en dus buiten de schaderegeling vallen.

Omgekeerde bewijslast
Naast de genoemde soorten zijn nog andere soorten schade denkbaar. Soorten schade die nu nog niet kunnen worden voorzien, maar wel het gevolg blijken te zijn van de gecontroleerde overstroming kunnen via deze schaderegeling voor volledige vergoeding in aanmerking komen. Voor schade aan de oogst door het gecontroleerd overstromen, geldt de zogenaamde 'omgekeerde bewijslast'. De indiener van een verzoek om schadevergoeding hoeft niet te bewijzen dat de schade het gevolg is van de gecontroleerde overstroming. De onafhankelijke commissie die de schadeclaims beoordeelt, kan een claim afwijzen als zij kan aantonen dat de schade niet als gevolg van gecontroleerde overstroming is ontstaan.

De adviescommissie
Binnen twaalf weken, nadat zich een geval van gecontroleerde overstroming van een waterbergingsgebied heeft voorgedaan, wordt een adviescommissie benoemd. In de adviescommissie hebben drie onafhankelijke deskundigen zitting. Het zijn schade-experts met specifieke hydrologische, landbouwkundige en juridische kennis. Het is uiteraard van belang dat deze deskundigen geen directe of indirecte belangen hebben bij de gecontroleerde overstroming. Per situatie zal een onafhankelijke schade-expert de schade taxeren. De uitvoering van de schaderegeling is in handen van de waterschappen. De adviescommissie zal advies uitbrengen aan de dagelijkse besturen van de waterschappen.

Hoe gaat de adviescommissie te werk zodra zij is benoemd?
- Zij stelt om te beginnen een onderzoek in naar de soorten schade, het verband tussen de gecontroleerde overstroming en de geleden schade, de omvang en aard van de schade, de gemaakte kosten en de hoogte van de schadevergoeding.

- Binnen zes weken belegt de commissie een hoorzitting waarop de verzoeker om schadevergoeding wordt gehoord.

- Na twaalf weken brengt de adviescommissie een concept-advies over het verzoek uit.

- De verzoeker en het dagelijks bestuur van het waterschap kunnen binnen zes weken reageren op het concept-advies.
- Hierna wordt het advies definitief vastgesteld en wordt op basis hiervan een besluit genomen tot uitkering van de schadevergoeding.
- Indien de gehele procedure wordt doorlopen, en de commissie benut de maximale proceduretijden (bijvoorbeeld omdat het om een grootschalige overstroming gaat), dan duurt het 42 weken voordat de adviescommissie een definitief advies uitbrengt.

- Mocht de adviescommissie niet uitkomen met haar tijd
- bijvoorbeeld omdat de schade moeilijk is te bepalen en de gecontroleerde overstroming omvangrijk was

- dan is uitloop tot 52 weken mogelijk.

- Voor eenvoudige gevallen voorziet de schaderegeling in een verkorte procedure. Het advies van de commissie wordt dan binnen zes weken na de hoorzitting uitgebracht. De commissie kan die termijn zo nodig met nog eens zes weken verlengen.

In de regeling is de mogelijkheid opgenomen om op verzoek van de gedupeerde een voorschot toe te kennen. Er moet dan sprake zijn van spoedeisendheid, bijvoorbeeld wanneer de bedrijfscontinuïteit in gevaar komt. De regeling bevat ten slotte een hardheidsclausule die de adviescommissie in staat stelt om, indien een beslissing als onredelijk moet worden aangemerkt, van de regeling af te wijken.

Andere schade
Naast inundatieschade bestaat ook planschade en schaduwschade. Deze schades vallen niet onder de schaderegeling waterberging in Noord-Nederland.

Planschade
Indien een gebied wordt geselecteerd als bergingsgebied volgen twee fasen: de aanwijzing in overheidsplannen en de inrichting (inlaatwerk, bescherming van gebouwen, bedijking, bemaling). Pas daarna kan er sprake zijn van gebruik van het gebied als waterbergingsgebied. Op het moment dat de gebieden worden aangewezen in het gemeentelijk bestemmingsplan kan sprake zijn van planschade. Het gaat hier om de eventuele waardevermindering van onroerend goed als gevolg van de bestemmingswijziging. De vergoeding van planschade heeft een wettelijke basis in artikel 49 van de Wet Ruimtelijke Ordening. Verzoeken om vergoeding van planschade dienen te worden ingediend bij de gemeente, die het betreffende bestemmingsplan heeft opgesteld.

Schaduwschade
De vastlegging van de naast landbouw- of natuurbestemming 'waterbergingsgebied' in een bestemmingsplan is een gebeurtenis, die haar schaduw vooruit kan werpen. Dat betekent dat er al vóór het bestemmingsplan is gewijzigd sprake zou kunnen zijn van schade. Voor het toekennen van een vergoeding van deze zogenaamde schaduwschade bestaat in Nederland geen wettelijke basis. Schaduwschade komt op grond van de jurisprudentie over artikel 49 Wet Ruimtelijke Ordening niet voor vergoeding in aanmerking. Dat betekent dat schade die als gevolg van een besluit wordt geleden, voordat het onherroepelijk is geworden, niet voor vergoeding in aanmerking komt.

Verdere procedure
Zoals al aangegeven gaat het om een concept schaderegeling, die door de gedeputeerde staten van Fryslân, Groningen, Drenthe en Overijssel en de dagelijkse besturen van de betrokken waterschappen is beoordeeld. De definitieve regeling zal worden opgenomen in een verordening, die wordt vastgesteld door elk waterschap. De uitvoering van de schaderegeling is in handen van de waterschappen. Voordat het zover is, vindt overleg plaats met de belangenorganisaties waaronder o.a. de NLTO en de natuurbeschermingsorganisaties. In de eerste helft van 2003 worden betrokkenen in de waterbergingsgebieden verder geïnformeerd tijdens een aantal informatiebijeenkomsten.

Informatie
De toelichting 'Regeling voor schadevergoeding bij waterberging in Noord-Nederland' is een uitgave van de Stuurgroep Water 2000+, waarin samenwerken: Provincies Groningen en Drenthe; Waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest; Ministerie van VROM Noord; Inspectie Ruimtelijke Ordening Noord; Rijkswaterstaat directie Noord-Nederland; Vereniging van Drentse Gemeenten; Vereniging van Groningse Gemeenten.

Adres:
Stuurgroep Water 2000+; t.a.v. mevr. A. Kars Postbus 630, 9700 AP Groningen tel. 050 3164530;
E-mail: a.kars@provinciegroningen.nl