Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA DEN HAAG Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk DCE/02-85494
Aanbieding nota
24 december 2002
Een veilig land waar vrouwen willen wonen
Hierbij ontvangt u de nota Een veilig land waar vrouwen willen wonen. Deze bevat de beleidsreactie op het rapport Het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen van het Studie- en Informatiecentrum Mensenrechten. De beleidsreactie is u toegezegd in het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie.1 Daarin is aangekondigd dat het beleid ter voorkoming en bestrijding van geweld tegen vrouwen zou worden geïntensiveerd. Sinds het aanbieden van het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie is daaraan ook daadwerkelijk hard gewerkt, getuige onder andere de nota Privé geweld - publieke zaak over huiselijk geweld van het vorige kabinet. In 2000 vroeg mijn voorgangster, samen met de minister van Buitenlandse Zaken, de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) om advies over het onderwerp mensenrechten van vrouwen. Dit gebeurde ter voorbereiding op het Meerjarenbeleidsplan Emancipatie. In de nota Een veilig land waar vrouwen willen wonen bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, tevens de reactie aan op het advies van de AIV Geweld tegen vrouwen.
De nota zet het internationale beleidskader van het brede onderwerp `geweld tegen vrouwen'
uiteen, en schetst de uitgangspunten, de recente activiteiten van de rijksoverheid, de algemene
beleidsconclusies, en de wijze waarop verbetering van het beleid vanuit de coördinatie van het
emancipatiebeleid zal worden geïnitieerd: via aanjagen, vernieuwen en bevorderen van monitoring.
Het gaat dus niet om het entameren van beleidtrajecten naast de bestaande trajecten, maar om
inbreng in de actuele geweldsdossiers vanuit het emancipatie-perspectief. In de Beleidsbrief
Emancipatie en Familiezaken 2003 is een aantal voornemens opgenomen die aansluiten bij deze
lijn.
1 Kamerstukken 2000-2001, 27 061, nr. 3.
Eerder dit jaar heeft het Comité van Ministers van de Raad van Europa de aanbeveling The
Protection of Women against Violence aanvaard. Ik bied u deze Aanbeveling hierbij ter
kennisneming aan.2 Daarbij vestig ik graag uw aandacht in het bijzonder op paragraaf 2 die tot
uitdrukking brengt dat staten verantwoordelijk zijn voor de bescherming van vrouwen tegen alle
vormen van geweld door personen. En, tevens, dat bescherming van vrouwen in het belang is van
de staat.
Het is mijn overtuiging dat bescherming van vrouwen en meisjes tegen alle vormen van geweld een
belangrijk onderdeel moet vormen van het veiligheidsbeleid. Gezin en familie zijn lang niet voor
iedereen de `veilige haven'die men zich bij deze woorden voorstelt. Juist waar mensen
geborgenheid en rust verwachten, vindt men in veel gevallen geweld en bedreiging. Nederland moet
veiliger, ook achter de voordeur!
Gewelddadigheid op straat kan samenhangen met de situatie thuis. Kinderen die thuis zien hoe
ouders ruzie maken, hoe hun moeder in elkaar wordt geslagen, en kinderen die thuis zelf in elkaar
worden geslagen of misbruikt, groeien op met ongewenste beelden. Dat passen zij later ook zelf
toe, thuis en op straat. De aanpak van het geweld tegen vrouwen en kinderen heeft zonder twijfel
een positieve invloed op het besef van waarden en het naleven van normen in onze samenleving.
Tenslotte mag niet worden vergeten, dat met een grotere veiligheid van vrouwen aanzienlijke
maatschappelijke en individuele kosten en schade worden bespaard. Een voorzichtige berekening
wijst uit dat het thuisgeweld jegens vrouwen de samenleving jaarlijks een bedrag kost van 150
miljoen euro.3 Bovenal, beschadiging van de levens van vele meisjes en volwassen vrouwen zullen
wij met gezamenlijk inspanning moeten zien te voorkomen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(Khee Liang Phoa)
2 Recommendation Rec (2002)5 of the Committee of Ministers to Member States on the protection of women
against violence adopted on 30 April 2002 and Explanatory Memorandum.
3 Het rapport Economische kosten van thuisgeweld tegen vrouwen, D. J. Korf, E. Mot, H. Meulenbeek en T.
van den Brandt, Utrecht, 1997.