Europese Visserijraad bereikt akkoord over nieuw visserijbeleid
23 december 2002 - De Visserijraad bereikte op 20 december 2002 een akkoord over een nieuw Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Hiermee wil de Raad bereiken dat de visserij duurzamer wordt en dat meer rekening wordt gehouden met het effect van de visserij op de visbestanden en het ecosysteem. De Raad stelde ook de vangsthoeveelheden voor schol, tong en kabeljauw voor 2003 vast: schol: 73.250 ton; tong 15.850 ton en kabeljauw 27.300 ton.
In het nieuwe GVB is meer ruimte voor betrokkenheid van vissers en maatschappelijke organisaties. Staatssecretaris Odink heeft zich sterk gemaakt voor een meer gelijkwaardig niveau van controle op de visserij in de lidstaten. Ook daarover zijn nu afspraken gemaakt. Zo is afgesproken dat er Europese referentiewaarden voor bijvoorbeeld aantallen controles zullen worden vastgesteld. Ook wordt het toezicht door de Europese Commissie op de nationale controlesystemen versterkt en zal er meer tussen nationale controlediensten worden samengewerkt. Daarnaast heeft de Raad de basis gelegd voor verdere harmonisatie van sancties bij overtredingen. Tevens is besloten het bestaande satellietvolgsysteem uit te breiden tot vaartuigen groter dan 15 meter.
Om de visserijdruk te beperken, wordt de financiële steun aan nieuwbouw van vaartuigen afgebouwd in 2 jaar. Voor elk nieuw schip dat met steun wordt gebouwd, moet voortaan ten minste een schip van dezelfde capaciteit worden ingeleverd. Bovendien moeten landen die in 2003 en 2004 nog nieuwbouwsubsidie geven, hun vloot met 3% verkleinen. Subsidie is daarna alleen nog mogelijk als die is gericht op verbetering van de veiligheid, de arbeidsomstandigheden, de kwaliteit van het product of duurzame visserijmethoden.
Vissers die stoppen met hun bedrijf en daarbij een saneringsbijdrage krijgen van de overheid, houden nog voor 2 jaar de mogelijkheid om hun schip te exporteren naar een land buiten de Europese Unie. De Europese Commissie had voorgesteld om die export al vanaf 1 januari 2003 te verbieden. De Nederlandse vloot kan gebruikmaken van een noodmaatregel voor de sanering van schepen. In het oorspronkelijke voorstel van de Europese Commissie was dit voor Nederland niet mogelijk. Staatssecretaris Odink heeft nu bereikt dat de regeling is aangepast. De besluitvorming over de TAC's en quota blijft, zoals Nederland graag wilde, de verantwoordelijkheid van de Visserijraad.
De Europese Visserijraad heeft in dezelfde vergadering een tijdelijk herstelplan voor kabeljauw aangenomen. Voor kabeljauw is de TAC (Total Allowable Catches) vastgesteld op 27.300 ton. Vorig jaar was dat nog 49.300 ton. Het grote verschil wordt veroorzaakt door de zorgelijke situatie van de kabeljauw in de Noordzee. Internationale biologen hadden geadviseerd om voor 2003 een volledig vangstverbod voor kabeljauw in te stellen. De Visserijraad wil toch een beperkte vangst toestaan omdat er ook afspraken zijn gemaakt die ervoor moeten zorgen dat de kabeljauwstand zich herstelt.
Staatssecretaris Odink kon met de kabeljauw-TAC akkoord gaan omdat '...dit een eerste aanzet is. In een structureel plan, waarover in 2003 een besluit moet worden genomen, moeten verdere voorwaarden worden opgenomen die het herstel van de kabeljauwbestanden bevorderen.' Het herstelplan voorziet onder meer in een beperking van het aantal dagen dat gevist mag worden. Voor kabeljauwvissers wordt een beperking ingevoerd van 9 zeedagen per maand. Omdat zij kabeljauw bijvangen, zal voor de schol- en tongvissers een beperking van 15 dagen per maand gelden.
De bijdrage van Nederland in het herstel van de kabeljauwstand is volgens staatssecretaris Odink nu beter in verhouding tot die van andere landen. Het herstelplan geldt voorlopig van 1 februari tot en met 31 december 2003. Volgend jaar moeten de visserijministers het eens worden over een definitief herstelplan dat vanaf 1 januari 2004 van kracht wordt.
De onderhandelingen over de TAC's voor 2003 hebben tot resultaat gehad dat de TAC voor tong is vastgesteld op 15.850 ton (2002: 16.000 ton). Voor schol is de TAC vastgesteld op 73.250 ton. Dat is 3.750 ton minder dan voor 2002 maar 13.250 ton meer dan de 60.000 die de Europese Commissie aanvankelijk had voorgesteld. De inzet van staatssecretaris Odink van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (LNV) is - gelet op de biologische adviezen - steeds gericht geweest op een gelijkblijvende TAC voor zowel schol als tong in de Noordzee. De haring-TAC voor de Noordzee wordt 400.000 ton. Voor horsmakreel ten westen van Ierland is een hoeveelheid van 130.000 ton afgesproken.
De TACs en de daaruit afgeleide quota voor Nederland zien er voor de verschillende vissoorten als volgt uit (aantallen in tonnen):
SoortGebiedTAC EU 2003 Quotum NL 2003TAC EU 2002Quotum NL 2002
TongNoordzee15.850 11.92516.00012.038
ScholNoordzee73.250 26.64777.00028.119
KabeljauwNoordzee27.300 2.61949.3004.787
HaringNoordzee400.000 72.081265.00048.855
WijtingNoordzee16.000 94041.0002.154
MakreelNoord/Westelijke wateren566.607 30.507588.36533.937
HorsmakreelWestelijke wateren130.000 38.510150.00049.479